Muziek - Begrippen en noten H1 en H2

Muziek 
Begrippen en noten hoofdstuk 2
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Muziek 
Begrippen en noten hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Een motief is een
A
Muziekstuk
B
Refrein
C
Stukje muziek van een paar noten
D
Stuk muziek van 4 maten

Slide 2 - Quizvraag

Een melodie bestaat altijd uit:
A
Korte en lange noten
B
Korte noten
C
Lage noten
D
Hoge en lage noten

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een ostinato?

Slide 4 - Open vraag

Welk deel van een lied wordt herhaald met dezelfde muziek en tekst?
A
Couplet
B
Refrein
C
Bridge
D
Intro

Slide 5 - Quizvraag

Een couplet heeft:
A
Dezelfde tekst, andere muziek
B
Dezelfde muziek, andere tekst
C
Dezelfde tekst en muziek
D
Andere tekst en andere muziek

Slide 6 - Quizvraag

Is deze melodie stijgend of dalend?
A
Stijgend
B
Dalend

Slide 7 - Quizvraag

Een ritme wat steeds achter elkaar herhaald wordt is een:
A
Ritmisch ostinato
B
Ritmisch motief
C
Melodisch ostinato
D
Melodisch ostinato

Slide 8 - Quizvraag

Sleep de vier linker plaatjes naar toonduur of toonhoogte. 
Toonduur
Toonhoogte
Ritme
Melodie

Slide 9 - Sleepvraag

Waar heeft 'begeleiding' mee te maken?
A
De instrumenten op de achtergrond
B
Hulp van iemand anders
C
De belangrijkste melodie
D
Het ritme

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet het begin van een lied meestal?
A
Begeleiding
B
Intro
C
Bridge
D
Refrein

Slide 11 - Quizvraag

Wat is improvisatie?

Slide 12 - Open vraag

Meerstemmigheid
Als er één melodie klinkt, is het eenstemmig
Als er twee verschillende toonhoogtes klinken, is het tweestemmig
Als er drie of meer verschillende toonhoogtes klinken, is het meerstemmig

Slide 13 - Tekstslide

Als we met de hele klas 'Beautiful' zingen, zingen we:
A
Eenstemmig
B
Tweestemmig
C
Meerstemmig

Slide 14 - Quizvraag

Luistervraag
Luister naar Twarres met She Couln't Laugh
De vraag komt na het fragment.
Let op de volgorde van meerstemmigheid! 

Slide 15 - Tekstslide

1

Slide 16 - Video

01:13
Dit lied wordt als volgt gezongen:
A
eenstemmig, meerstemmig, tweestemmig
B
eenstemmig, tweestemmig, meerstemmig
C
meerstemmig, eenstemmig, tweestemmig
D
meerstemmig, tweestemmig, eenstemmig

Slide 17 - Quizvraag

1

Slide 18 - Video

01:36
Wordt er vanaf ongeveer 1:00 minuut geïmproviseerd denk je? Waarom wel/niet?

Slide 19 - Open vraag

Motief en variatie
Een motief is een stukje muziek van een paar noten.
Variatie betekent verandering.  Je kunt een motief op 3manieren variëren: 
- toonhoogte
- ritme
- lengte: langer of korter maken

Slide 20 - Tekstslide

Vergelijk de variaties met het motief

Slide 21 - Tekstslide

Variatie 1 is een variatie in:
A
Toonhoogte
B
Ritme
C
Lengte
D
Niet gevarieerd

Slide 22 - Quizvraag

Variatie 2 is een variatie in:
A
Toonhoogte
B
Ritme
C
Lengte
D
Niet gevarieerd

Slide 23 - Quizvraag

Variatie 3 is een variatie in:
A
Toonhoogte
B
Ritme
C
Lengte
D
Niet gevarieerd

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Hoe lang duurt deze noot?
A
2 tellen
B
1 tel
C
0.5 tel
D
4 tellen

Slide 26 - Quizvraag

De eerste 2 noten duren samen:
A
1/2 tel
B
1 tel
C
2 tellen
D
1/4 tel

Slide 27 - Quizvraag

Hoe heet de laatste noot?
A
Hele noot
B
Halve noot
C
Kwart noot
D
Achtste noot

Slide 28 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
A
Achtste noot
B
Kwartnoot
C
Halve noot
D
Hele noot

Slide 29 - Quizvraag



Face
Eet groente bij de friet

Slide 30 - Tekstslide

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 31 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 32 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 33 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 34 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 35 - Open vraag

Hoe heten deze noten?
voorbeeld: a, b, c, d

Slide 36 - Open vraag

Het motief wordt:
A
op dezelfde toonhoogte herhaald
B
1 toon lager herhaald
C
1 toon hoger herhaald
D
Niet herhaald

Slide 37 - Quizvraag

Welk antwoord klopt?
A
f, g, a, e, f, e
B
e, f, g, d, e, f
C
f, g, a, e, f, g
D
e, f, a, e, f, g

Slide 38 - Quizvraag

In deze maat staan
A
6 kwartnoten
B
4 kwartnoten en 2 achtste noten
C
6 achtste noten
D
4 achtste noten en 2 kwartnoten

Slide 39 - Quizvraag

Voortekens
Kruis        verhoogt de noot         + is

Mol          verlaagt de noot      + (e)s

                    Herstellingsteken maakt een mol of kruis ongedaan

Slide 40 - Tekstslide

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 41 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 42 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 43 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 44 - Open vraag

Hoe heten deze noten?
voorbeeld: a, b, c

Slide 45 - Open vraag

Klaar! 

Slide 46 - Tekstslide