6.2 Empirische kansen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

6.2 Empirische en theoretische kansen
Er zijn 3 soorten kansen:
  • empirische kansen
  • theoretische kansen
  • subjectieve kansen

Slide 4 - Tekstslide

6.2 Empirische en theoretische kansen
Empirische kansen:
heel vaak herhalen van een experiment. De relatieve frequentie is een goede schattig van de kans als je experiment vaak uitvoert.

Slide 5 - Tekstslide

6.2 Empirische en theoretische kansen
Empirische kansen:
heel vaak herhalen van een experiment. De relatieve frequentie is een goede schattig van de kans als je experiment vaak uitvoert.

Slide 6 - Tekstslide

Vb: punaise kop omhoog

Slide 7 - Tekstslide

6.2 Empirische en theoretische kansen
Theoretische kansen:
Je kunt vooraf zeggen wat de kans is op een gebeurtenis, bijvoorbeeld bij een zuivere dobbelsteen.

Slide 8 - Tekstslide

6.2 Empirische en theoretische kansen
Theoretische kansen:
Je kunt vooraf zeggen wat de kans is op een gebeurtenis, bijvoorbeeld bij een zuivere dobbelsteen. -> La place

Subjectieve kansen:
Wat is de kans dat vóór 2030 het wereldrecord 100m sprint voor mannen onder de 9.50 sec. ligt? -> Gokken, persoonlijke mening

Slide 9 - Tekstslide

De kans dat een trein te laat vertrekt uit Zutphen is een ....
A
Empirische kans
B
Theoretische kans

Slide 10 - Quizvraag

De kans dat een Nederlander linkshandig is, is een ....
A
Empirische kans
B
Theoretische kans

Slide 11 - Quizvraag

De kans dat Annemiek bij een loterij een prijs wint, is een ....
A
Empirische kans
B
Theoretische kans

Slide 12 - Quizvraag

De kans je bij een worp met drie dobbelstenen in totaal negen ogen gooit, is een ....
A
Empirische kans
B
Theoretische kans

Slide 13 - Quizvraag

De kans dat een Nederlander bloedgroep A heeft, is een ....
A
Empirische kans
B
Theoretische kans

Slide 14 - Quizvraag

6.2A Voorwaardelijke kansen
De kans dat iemand voor het 
verlaten van de EU is, kan je
berekenen door 23/96. 

De kans dat een dertiger voor het verlaten van de EU is, kan je berekenen door 11/34. 
Dit noemen we een voorwaardelijke kans. 

Slide 15 - Tekstslide

6.2B voorwaardelijke kans
Bij voorwaardelijke kans beperk je je tot een deelgroep.
Je deelt dan door de frequentie van die doelgroep.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

6.2 Onafhankelijke gebeurtenissen
.



Bereken de kans dat een meisje blauwe ogen heeft
Bereken de kans dat een jongen blauwe ogen heeft
Bereken de kans dat een leerling blauwe ogen heeft

Slide 21 - Tekstslide

6.2 Onafhankelijke gebeurtenissen
.



Conclusie?

Slide 22 - Tekstslide

6.2 Onafhankelijke gebeurtenissen
.



Conclusie?
De gebeurtenissen geslacht en blauwe ogen zijn onafhankelijk.

Slide 23 - Tekstslide

6.2C onafhankelijke kansen
De voorwaarde heeft geen invloed op de kans van een gebeurtenis

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide