6.2 Empirische kansen

6.2 Empirische en theoretische kansen
Er zijn 3 soorten kansen:
  • empirische kansen
  • theoretische kansen
  • subjectieve kansen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

6.2 Empirische en theoretische kansen
Er zijn 3 soorten kansen:
  • empirische kansen
  • theoretische kansen
  • subjectieve kansen

Slide 1 - Tekstslide

6.2 Empirische en theoretische kansen
Empirische kansen:
heel vaak herhalen van een experiment. De relatieve frequentie is een goede schattig van de kans als je experiment vaak uitvoert.

Slide 2 - Tekstslide

6.2 Empirische en theoretische kansen
Empirische kansen:
heel vaak herhalen van een experiment. De relatieve frequentie is een goede schattig van de kans als je experiment vaak uitvoert.

Slide 3 - Tekstslide

6.2 Empirische en theoretische kansen
Theoretische kansen:
Je kunt vooraf zeggen wat de kans is op een gebeurtenis, bijvoorbeeld bij een zuivere dobbelsteen.

Slide 4 - Tekstslide

6.2 Empirische en theoretische kansen
Theoretische kansen:
Je kunt vooraf zeggen wat de kans is op een gebeurtenis, bijvoorbeeld bij een zuivere dobbelsteen.

Subjectieve kansen:
Wat is de kans dat vóór 2030 het wereldrecord 100m sprint voor mannen onder de 9.50 sec. ligt?

Slide 5 - Tekstslide

De kans dat een trein te laat vertrekt uit Zutphen is een ....
A
Empirische kans
B
Theoretische kans

Slide 6 - Quizvraag

De kans dat een Nederlander linkshandig is, is een ....
A
Empirische kans
B
Theoretische kans

Slide 7 - Quizvraag

De kans dat Annemiek bij een loterij een prijs wint, is een ....
A
Empirische kans
B
Theoretische kans

Slide 8 - Quizvraag

De kans je bij een worp met drie dobbelstenen in totaal negen ogen gooit, is een ....
A
Empirische kans
B
Theoretische kans

Slide 9 - Quizvraag

De kans dat een Nederlander bloedgroep A heeft, is een ....
A
Empirische kans
B
Theoretische kans

Slide 10 - Quizvraag

Voorwaardelijke kansen
De kans dat iemand voor het 
verlaten van de EU is, kan je
berekenen door 23/96. 

De kans dat een dertiger voor het verlaten van de EU is, kan je berekenen door 11/34. 
Dit noemen we een voorwaardelijke kans. 

Slide 11 - Tekstslide

6.2 Onafhankelijke gebeurtenissen
.



Bereken de kans dat een meisje blauwe ogen heeft
Bereken de kans dat een jongen blauwe ogen heeft
Bereken de kans dat een leerling blauwe ogen heeft

Slide 12 - Tekstslide

6.2 Onafhankelijke gebeurtenissen
.



Conclusie?

Slide 13 - Tekstslide

6.2 Onafhankelijke gebeurtenissen
.



Conclusie?
De gebeurtenissen geslacht en blauwe ogen zijn onafhankelijk.

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk


Volgende les:


16, 20, 21, 23, 26, 27 en 28


Slide 15 - Tekstslide