2.2 Fysische oceanografie

2.2 Fysische oceanografie
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.2 Fysische oceanografie

Slide 1 - Tekstslide

Stromingen
  • Ontstaan door wind, Coriolis effect, temperatuur, saliniteit en getijden
  • Oppervlaktestromingen en diepe stromingen
    - Oppervlakte: bewegen door wind. Noordelijk halfrond met klok mee, zuidelijk halfrond tegen de klok in, door rotatie aarde (Coriolis effect).
    - Diep: bewegen door verschillen in dichtheid, veroorzaakt door de saliniteit en temperatuur. Bewegen over de zeebodem, transportband.

Slide 2 - Tekstslide

Wind
  • Windrichting stuurt zeestromingen aan oppervlakte aan
  • Waar warme lucht opstijgt lage druk, waar koude lucht daalt hoge druk

Slide 3 - Tekstslide

Hoge- en lage drukgebieden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Coriolis effect
  • Aarde draait van west naar oost, het snelst bij de evenaar
  • Afwijking naar rechts op noordelijk halfrond, afwijking naar links op zuidelijk halfrond

Slide 6 - Tekstslide

Windrichtingen
  • Windrichtingen ontstaan door hoge- en lage drukgebieden
  • Krijgen een afwijking door Coriolis effect
  • Vaste windrichtingen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Ekman spiraal
  • Van oppervlakte naar diepere wateren
  • Coriolis effect geeft stroming van elk stukje waterkolom een afwijking
  • Op diepte heeft stroming andere richting dan aan oppervlakte

Slide 9 - Tekstslide

Oppervlakte stromingen
  • Stromingen door de hele oceaan wijken af door Coriolis effect
  • Buitenkant gyren stroomt sneller

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Opwelling
  • Gebieden waar vaste windrichting van kust weg waait
  • Oppervlaktewater stroomt mee met wind
  • Vervangen door diep voedselrijk water

Slide 12 - Tekstslide

El Niño
  • Normaal hoge productiviteit en veel vis westkust Zuid Amerika, warme wateren brengen stormen en regen naar Australië en Azië
  • Tijdens El Niño minder wind, dus geen opwelling Zuid Amerika en geen regen Australië en Azië
  • Elke 3-5 jaar, oorzaak onduidelijk

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Dichtheid
  • Temperatuur en saliniteit bepalen dichtheid
  • Water hoge dichtheid diep
  • Hoge temperatuur --> lage dichtheid (thermocline)
    - In tropen zout water ondiep door hoge verdamping
  • Hoge saliniteit --> hoge dichtheid (halocline)

Slide 15 - Tekstslide

Thermocline
  • Overgang tussen warm oppervlaktewater en koud diep water is thermocline of pycnocline (dichtheid)
  • Weinig mixen tussen lagen
  • Fytoplankton blijft aan oppervlakte waar licht is
  • Voorkomt ook dat voedselrijk koud water aan oppervlakte komt
  • Vlakbij thermocline productiviteit het hoogst, Deep Chlorophyl Maximum (DCM)

Slide 16 - Tekstslide

Diepe zeestromingen
  • Koud water bij Noordpool bevriest, zout blijft achter. Water hoge dichtheid en zinkt.
  • Over bodem richting Antarctica.
  • Noordelijk naar Indische Oceaan, neemt voedingsstoffen mee. 
  • Bij evenaar warmt water op en stijgt naar oppervlakte.
  • Warm water  naar het zuiden en terug naar Indische Oceaan
  • Door Atlantische Oceaan terug naar Noordpool

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Getijden
  • Regelmatig rijzen en dalen van het wateroppervlak, veroorzaakt door de zwaartekracht van de maan, aarde en zon
    - Kustgebieden
    - Grote meren 
  • Amplitude: verschil tussen hoog- en laag water
    - Varieert door de zon en de maan, en door de eigenschappen van het kustgebied, het weer 

Slide 19 - Tekstslide

Hoog en laag tij

Slide 20 - Tekstslide

Maanfasen
  • Maan draait in 28 dagen om de aarde
  • Maan en zon oefenen beide zwaartekracht uit op de aarde
  • Springtij grote amplitude, doodtij kleine amplitude

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Golven
  • Schommeling van het wateroppervlak, veroorzaakt door de wind
    - Hoogte: verschil tussen top en dal
    - Golflengte: horizontale afstand tussen twee toppen
    - Periode: Tijd tussen twee toppen 
  • Windsnelheid, duur van de wind, afstand en zeestaat effect op golven 
  • Hogere windsnelheid --> grotere golflengte, periode en hoogte
  • Effect van golf voelbaar tot de helft van de golflengte diep

Slide 24 - Tekstslide

Brekende golven
  • In ondiep water grotere hoogte en kleinere golflengte

    - Als hoogte = 1/7 golflengte breekt de golf 
  • Plunging bij steile bodem, spilling bij vlakke bodem, surging bij zeer steile bodem

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Werkcollege
  • Case study: Stoppen de zeestromingen?


  • PO: Artikel doorlezen, belangrijke informatie markeren, toevoegen aan je map.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video