Voorzetsels van plaats & tijd

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3,4

Prepositions of time

IN gebruik je voor: eeuwen, jaren, maanden en langere tijdsperiodes

examples: in 2018, in June, in the past

ON gebruik je voor: dagen, data

examples: on Tuesday, on my birthday, on Christmas day

AT gebruik je voor: precieze tijden

examples: at 12 o'clock, at noon, at sunrise, at the moment

Uitzondering: at night, at the weekend, at Christmas

     Lesson aim

Na de uitleg en oefening kan ik:

- het juiste voorzetsel (van tijd) in het Engels gebruiken.

She left ....... February

1. In
2. At
3. On

We had dinner .... the afternoon

1. At
2. In
3. On

Her birthday is ..... 12 October

1. In
2. At
3. On

We arrived ..... 5 o'clock .... Wednesday ..... 2005.

1. on, in, at
2. at, on, in
3. in, at, on

..... summer we often go swimming.

1. In
2. At
3. On

Our next lesson begins ..... two this afternoon.

1. In
2. At
3. On

Do you go to church ..... Sundays?

1. In
2. At
3. On

.... Easter Monday

1. In
2. At
3. On

.... 4th of July

1. In
2. At
3. On

We never do our homework ..... the evenings.

1. In
2. At
3. On

Prepositions

of place

       Prepositions of place

on gebruik je bij oppervlaktes (tafel) en openbaar vervoer (train).

in gebruik je bij wegen, steden, landen en grote gebieden, ook gebruik je in voor afgesloten ruimtes (lokaal, huis, kartonnen doos).

at gebruik je bij huisnummers en (namen van) gebouwen (cinema/school/station). 

       Prepositions of place

on gebruik je bij oppervlaktes (tafel) en openbaar vervoer (train).

Ook kun je on gebruiken voor data.

My phone is on the table.

John is on a plane to Hawaii.

       Prepositions of place

in gebruik je bij wegen, steden, landen en grote gebieden, ook gebruik je in voor afgesloten ruimtes (lokaal, huis, kartonnen doos).

Bob is in London Road.

We are on holiday in France.

He lives in a pineapple under the sea. 

       Prepositions of place

at gebruik je bij huisnummers en (namen van) gebouwen (cinema/school/station).

 John lives at number 10 Baker Street.

Jack is at the supermarket.

Where is the bird?
.... the box

1. in
2. above
3. opposite
4. on

I am now ...... school

Online boek Engels

We vullen klassikaal een oefening in.