Gram.ZD t/m meewerkend vw

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling zinsontleding
Stap 1 : maak. zinsdelen
WWG?
ON?
LV?
MWV?

Slide 2 - Tekstslide

Tips
* Maak zo groot mogelijke zinsdelen ( zo min mogelijk strepen)
* Je benoemt alleen hele zinsdelen. (dus nooit losse woorden)
* Je mag geen zinsdelen herhalen (alles dus maar op 1 plaats)
* Als het er niet in zit, zit het er niet is. (soms heeft een zin geen ON, LV of MWV)

Slide 3 - Tekstslide

Theorie zinsdelen maken:
* Stap 1 - alle werkwoorden tussen 2 strepen.
* Stap 2 - Alles voor de PV is 1 zinsdeel (voor het eerste WW dus niks meer doen)
* Stap 3: Zet ieder zinsdeel met een andere functie tussen 2 strepen. (Wie - wat- waarom- hoe - wanneer- waar enz.)

Slide 4 - Tekstslide

Verdeel in zinsdelen:
In de ochtend van 27 maart schijnt het zonnetje door mijn slaapkamerraam

Slide 5 - Open vraag

Verdeel in zinsdelen
Het Nederlands voetbalelftal en alle bijbehorende fans keren hopelijk over 4 jaar op het EK voetbal terug.

Slide 6 - Open vraag

Opdracht
Maak op de volgende slide de opdracht zinsdelen maken via deze site.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Het onderwerp
* Wie/Wat + WWG

Slide 9 - Tekstslide

ON?
Op de hoek van de straat woont sinds vorige week dinsdag een jongen met een rode pet.
A
een jongen
B
een jongen met een rode pet
C
Op de hoek van de straat
D
van de straat

Slide 10 - Quizvraag

ON?
Mail de rest van de klas vanavond even de laatste details voor morgen!
A
Mail
B
de rest van de klas
C
Er is geen ON
D
de laatste details voor morgen

Slide 11 - Quizvraag

Een appeltaart met kaneelsmaak is in de wintermaanden altijd de specialiteit van mijn tante Truus.
A
Mijn tante Truus
B
Een appeltaart met kaneelsmaak
C
de specialiteit van mijn tante Truus
D
Een appeltaart

Slide 12 - Quizvraag

Het lijdend voorwerp
Wie/ Wat + WWG + ON

Slide 13 - Tekstslide

Lv?
Op schaakles oefenen wij altijd eerst alle zetten.
A
wij
B
Op schaakles
C
alle zetten
D
eerst alle zetten

Slide 14 - Quizvraag

LV?
4. In het interview met meneer Jansen geeft de journalist hem herhaaldelijk een compliment over zijn overhemd.
A
de journalist
B
hem
C
een compliment
D
een compliment over zijn overhemd

Slide 15 - Quizvraag

Opdracht
Maak op de volgende slide de opdracht lijdend voorwerp via deze site.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Het meewerkend voorwerp
* Is er nog een zinsdeel dat je niet benoemd hebt?
* Kan je voor dat zinsdeel het woordje AAN of VOOR zetten (en er nog een goede zin van maken? volgorde veranderen mag)
* Of is er een zinsdeel waar je dat woordje AAN of VOOR kan weglaten?
- Dat zindeel is het MWV!

Slide 18 - Tekstslide

MWV?
Meneer Wisser stuurt al zijn leerlingen een appeltaart op hun verjaardag.
A
Meneer Wisser
B
al zijn leerlingen
C
een appeltaart
D
geen MWV

Slide 19 - Quizvraag

MWV?
4. In het interview met meneer Jansen geeft de journalist hem herhaaldelijk een compliment over zijn overhemd.
A
meneer Jansen
B
de journalist
C
geen MWV
D
hem

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Link

Opdracht
Maak op de volgende slide de opdracht meewerkend voorwerp via deze site.

Slide 22 - Tekstslide

Einde les 5

Slide 23 - Tekstslide