2.1 t/m 2.3 herhaling

Uit welke drie onderdelen bestaat de VN-ontwikkelingsindex ook al weer?
1 / 35
volgende
Slide 1: Open vraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Uit welke drie onderdelen bestaat de VN-ontwikkelingsindex ook al weer?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In werkelijkheid is het BBP/hoofd in veel ontwikkelingslanden veel groter dan de getallen vaak laten zien. Dit komt NIET omdat ...
A
de formele sector zo groot is
B
de informele sector zo groot is
C
er veel ruilhandel is
D
er veel zelfvoorziening is

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In werkelijkheid is het BBP/hoofd in veel ontwikkelingslanden veel groter dan de getallen vaak laten zien. Dit komt NIET omdat ...
A
de formele sector zo groot is
B
de informele sector zo groot is
C
er veel ruilhandel is
D
er veel zelfvoorziening is

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit diagram past
het best bij
A
België
B
Polen
C
Nieuw Zeeland
D
Ethiopië

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke groep binnen het wereldsysteem behoort een land als China?
A
centrum
B
semiperiferie
C
periferie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsspreiding is
A
het gemiddeld aantal inwoners per km2
B
De manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is
C
hoeveelheid mensen per gebied

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bevolkingsspreiding wordt o.a. verklaard m.b.v. natuurlijke factoren.
Wat is GEEN natuurlijke factor?
A
klimaat
B
vruchtbare bodem
C
beschikbaarheid water
D
relatieve ligging

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regionale ongelijkheid
Informele sector
Sociale ongelijkheid
Formele sector
Gini-coëfficiënt
Een manier om scoiale ongelijkheid te meten. Hoe hoger, hoe meer ongelijkheid in een land.
Officiële deel van de economie. Hier wordt belasting over betaald.
Grote verschillen in inkomen tussen groepen mensen
Niet officiële economie. Ook wel scharreleconomie genoemd.
Grote verschillen in ontwikkelingsgraad binnen een land.

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk minpunt hebben zowel de BNP als de HDI
A
Kijken alleen naar geld
B
regionale ongelijkheid niet zichtbaar
C
Kijken alleen naar onderwijs
D
Levensverwachting speelt een rol

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

India is het nieuwe China
Het BNP per inwoner in India stijgt snel! 

Maar niet iedereen kan meedoen met deze groei...


Groei van BNP in India 2013-2014

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je deze ongelijkheid?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de koloniale tijd was er een duidelijke Centrum-periferie relatie tussen GB (centrum) en India (periferie).

Maar India is nu een groeiende economie, welk begrip past daar bij?
A
onderontwikkeld land
B
Centrumland
C
Periferie
D
Semi-periferie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Centrum
Semi-periferie
Gini-coëfficient hoog
Informele sector
Tertiaire sector

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de twee belangrijkste cultuurelementen op grond waarvan cultuurgebieden worden ingedeeld?
A
taal en sport
B
mode en sport
C
religie en mode
D
taal en religie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verspreiden van cultuurelementen heet diffusie
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diffusie vindt plaats dankzij verschillende factoren. Welke zal in de moderne tijd een minder grote rol spelen?
A
kolonialisme
B
toerisme
C
migratie
D
ict technologie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het democratisch gehalte ligt het laagst in het werelddeel ...
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Zuid-Amerika
D
Azië

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende factoren heeft geen aandeel in het democratisch gehalte van een land
A
alfabetisering
B
naleving mensenrechten
C
bestrijding corruptie
D
de kwaliteit van het rechtssysteem

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bbp per hoofd
Beroepsbevolking

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot welke categorie in het wereldsysteem behoren de meeste landen in Zuid-Amerika?
A
Periferie
B
Semi-periferie
C
Centrum
D
Kernlanden

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbeter de statistieken


Gebruik Gini Coëfficiënt


Gebruik VN-Ontwikkelingsindex



Gebruik BRP


Ga uit van koopkracht


Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je landen goed wilt vergelijken op basis van inkomen, wat gebruik je dan:
A
Bruto Binnenlands Product
B
Bruto Binnenlands Product per inwoner
C
VN-ontwikkelingsindex

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Gini-coëfficiënt van Rwanda (Afrika) is 0,43. Dit betekent:
A
Dat er grote sociale ongelijkheid is
B
Dat er kleine sociale ongelijkheid is
C
Kan je niet zeggen op basis van één getal

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type ongelijkheid zie je in de afbeelding?
A
Regionale ongelijkheid
B
Sociale ongelijkheid

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke relatie zie je tussen:
welvaart, bevolkingsgroei en vruchtbaarheid?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk land heeft een Gini-Index van 0,70?
A
Namibië
B
Nederland
C
Chili
D
Turkije

Slide 26 - Quizvraag

Zie: https://www.classicistranieri.com/nl/articles/l/i/j/Lijst_van_landen_naar_inkomensverschillen.html
De Gini-index geeft aan hoe groot de oppervlakte is tussen de diagonaal en de Lorenz-curve. De Gini-index van Brazilië is sinds 2000...
A
gestegen
B
gedaald

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat meet je met de Gini-coëfficiënt?
A
Inkomens(on)gelijkheid
B
Economische groei
C
Export/import balans
D
Politieke stabiliteit

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland heeft een gini coëfficient van ongeveer 0,3, dus er is ....
A
veel sociale ongelijkheid
B
weinig sociale ongelijkheid

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor de volgende vragen moet je kaarten in de atlas zoeken

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Zuidoost-Azië woont een hoger percentage van de bevolking in steden dan in Zuid-Amerika.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuid-Amerika scoort gemiddeld hoger dan Zuidoost-Azië wat betreft VN-welzijnsindex.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geen vrijheid 
Beperkte vrijheid 
Vrije staatsvorm 
Democratie 
Beperkte democratie 
Dictatuur 

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de Koude oorlog was de wereld vooral ...
A
bipolair
B
multipolair

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor 1990 had de wereld een bipolaire economie, met 2 grootmachten. Welke grootmacht was er, naast de VS?
A
Rusland
B
China
C
Japan
D
Sovjet-Unie

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies