Kern van Burgerschap

Burgerschap
1 / 23
volgende
Slide 1: Woordweb
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Burgerschap

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

 Burgerschap

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom burgerschap?

Slide 3 - Tekstslide

https://www.youtube.com/shorts/nba45-XdqCg


Waarom Burgerschap?
Onderwijs doel:
Het vak moet leiden tot kritisch burgerschap, en het ontwikkelen van de kritische denkvaardigheden bij de student.

• informatie (-bronnen) op waarde weten te schatten; daarbij het onderscheid kunnen maken tussen argumenten, beweringen, feiten en aannames;
• het perspectief van anderen kunnen innemen;
• kunnen nadenken over hoe eigen opvattingen, beslissingen en handelingen tot stand komen.

Kritisch denken: niet wat, maar hoe…

 Kritisch denken gaat niet over ‘wat’ we denken, maar over ‘hoe’ we denken. Het gaat er dus niet om dat iedereen het altijd met elkaar eens is, maar dat studenten – voordat zij oordelen – een vraagstuk van verschillende kanten kunnen bekijken en tot een afgewogen en gefundeerd oordeel kunnen komen.
Kritisch denken is dus het proces om te komen tot een grondig, door betrouwbare gegevens onderbouwd, oordeel. Zo’n oordeel kan een keuze zijn, maar ook een mening of een oplossing voor een probleem. Het proces van kritisch denken vraagt enerzijds om bepaalde vaardigheden en anderzijds om een bepaalde houding.

‘’Kritisch denken is de houding om te willen redeneren en de vaardigheid om dit goed te kunnen doen’’

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Burgerschap
4 Dimensies
  1. Sociaal - maatschappelijke dimensie
  2. Politiek- Juridische dimensie
  3. Economische dimensie
  4. Vitaal burgerschap 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie
Hoofdstuk 1 Vrijheid
Hoofdstuk 2 Rechten
Hoofdstuk 3 Regels en wetten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 1 Vrijheid 
1.2 Vrijheid van meningsuiting
1.3 Respect

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend vrijheid voor jou?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid
  • Je kunt veel beslissingen zelf nemen 
  • Je mag zeggen wat je wilt
  • Je bent zelfstandig en onafhankelijk

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid van meningsuiting

Je hebt de vrijheid om je mening te geven
  • Door de vrijheid van meningsuiting kun je problemen en onderwerpen bespreekbaar maken.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke grenzen heeft de vrijheid van meningsuiting?

Je moet je houden aan de wet:

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid
Respect?

Slide 12 - Tekstslide

Als je je mening wilt uiten moet je dus rekening houden met de mensen om je heen.
Je toont dan respect voor hen.

Hoofdstuk 2 Rechten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke rechten en plichten heeft een werknemer?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 2 Rechten
Rechten
  • recht op loon
  • recht op pauze
recht op onderwijs
  • Plichten
  • leerplicht
  • identificatieplicht
  • belastingplicht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 2 Rechten
Grondrechten
Gelden voor alle Nederlandse burgers.
Staan in de Nederlandse Grondwet

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botsende grondrechten
Grondrechten kunnen met elkaar botsen. In zo’n geval beslist de rechter welk grondrecht zwaarder weegt.

Slide 17 - Tekstslide

Verdiepingskader
In sommige situaties botsen grondrechten met elkaar.
In het artikel botsen twee grondrechten. De 63-jarige Duindorper maakt gebruik van de vrijheid van meningsuiting. Volgens dat grondrecht mag hij zeggen wat hij wil. Met zijn uitspraken gaat hij echter in tegen het recht op gelijke behandeling. Volgens dat grondrecht is het niet toegestaan om iemand anders te behandelen op basis van zijn afkomst, huidskleur of sekse (discriminatie). De rechter heeft in dit geval bepaald dat het recht op gelijke behandeling zwaarder weegt dan de vrijheid van meningsuiting.

Grondwet
  • Hoe Nederland bestuurd wordt.
  • Hoe de macht is verdeeld en mag worden gebruikt.
  • Hoe Nederlanders inspraak kunnen hebben in het bestuur van het land.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 3 Regels en wetten
Regels
   Geven aan wat je in een bepaalde situatie mag of niet mag.
   Zorgen voor veiligheid en orde.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen en waarden 
Waarde
Idee dat belangrijk wordt gevonden.
Bijvoorbeeld: veiligheid, gezondheid, eerlijkheid.

Norm
Een ‘normale’ manier van doen.
Bijvoorbeeld: anderen niet in gevaar brengen, iemand begroeten, niet liegen.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben waarden, normen en regels met elkaar te maken?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetten
  • Worden door de overheid opgesteld.
  • Zijn vastgelegd in een wetboek
  • Gelden voor iedereen
  • Beperken de vrijheid van burgers.
  • Beschermen van burgers

Slide 22 - Tekstslide

Bepaalde regels kunnen wetten worden. Een wet is een regel die is opgesteld door de overheid en staat in een wetboek. Wetten gelden voor iedereen en iedereen moet zich eraan houden. Wetten beperken en beschermen burgers.
Aan welke wet of regel op de afbeelding moeten burgers zich houden?
Beperkt deze regel burgers? Ja, want je mag in de stad niet harder rijden dan 50 km/uur.
Beschermt deze regel burgers? Ja, de regel voorkomt gevaarlijke situaties.

Wat als wetten en regels niet worden nageleefd?
Het recht van de sterkste
  • De overheid heeft geen gezag
  • Wetten en regels worden niet gehandhaafd.
  • Burgers worden onderdrukt.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies