themabijeenkomst

themabijeenkomst
Trombose
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

themabijeenkomst
Trombose

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over trombose?

Slide 2 - Woordweb

Bij trombose raakt een bloedvat vernauwd of afgesloten door een aangeslibd bloedstolsel (een trombus)

Bloed hoort normaal gesproken niet te stollen in het lichaam. Dit gebeurt ook alleen maar als de bloedplaatjes stukgaan en er stoffen vrijkomen die de bloedstolling in gang zetten.

Risicofactoren waardoor trombose kan ontstaan:
  • Onregelmatigheden in de vaatwand
  • een lage stroomsnelheid van het bloed
  • een veranderende samenstelling van het bloed door bijv. ziekte
Een trombus kan zowel een ader als een slagader afsluiten. Dit heet dan veneuze (aderlijke) trombose of arteriële (slagaderlijke trombose. )(Diep)veneuze trombose is de meest voorkomende vorm van trombose
Trombose

Wat is trombose? 

Bij trombose raakt een bloedvat verstopt door een bloedstolsel. Als dit stolsel losschiet, kan het in de longen terecht komen. Dat heet een longembolie.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soorten
1. Veneuze trombose (trombosebeen)
2. Diep veneuze trombose
3. Arteriële trombose

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

veneuze trombose (trombosebeen)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is veneuze trombose?
A
Een bloedprop in een slagader
B
Een bloedprop in een ader
C
Een abnormale hartslag
D
Een verharding van de vaatwand

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

diep veneuze trombose

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een DVT (diep veneuze trombose) ontstaat in een slagader
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

arteriële trombose

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een arteriële trombose?
A
een aangeslibt stolsel in een slagader
B
een aangeslibt stolsel in een arteriool
C
een aangeslibt stolsel in een haarvat
D
een aangeslibt stolsel in een ader

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

risico's 
  • langdurig stilzitten of liggen, bijvoorbeeld bij ziekte of een vliegreis van meer dan 6 uur
  • gebruik van de anticonceptiepil
  • zwangerschap
  • erfelijke afwijkingen in het bloed
  • operaties
  • boezemfibrilleren
  • een arm of been lange tijd niet gebruiken, door bijvoorbeeld een botbreuk
  • roken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

symptomen 
  • Snelle zwelling aan het been
  • Een zwaar gevoel of pijn in het been
  • Blauwachtige of rode verkleuring
  • Licht verhoogde temperatuur
  • Strakgespannen huid, rood en glanzend
  • Minder vaak: wit been, erg veel pijn aan het been, gevoel van zweepslag in de kuit, pijn in de benen bij het lopen die afneemt zodra je stilstaat

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe merk je dat iemand trombose heeft?
A
koud aanvoelen, afsterven van het been
B
pijn in je hart, hyperventileren en hoesten
C
plotselinge zwelling, kramp-achtige pijn, verkleuring

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies