Twee uur > 1 uur klassikaal les + 1 uur zelfstandig werken aan Taalcompleet.
De ene helft begint met de klassikale les en de andere helft met het boek/computer.
De 5e jaars starten aan de rechterkant (klassikaal)
De 2e jaars starten links op de laptop > NUMO formuleren.
Om 09.40 > Wojciech, Mikki en Yunus spel met mevr. Lub
Let op: elke NT2-les zelf oortjes/koptelefoon mee + boek en pen!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 5
In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
NT2 dit jaar
Twee uur > 1 uur klassikaal les + 1 uur zelfstandig werken aan Taalcompleet.
De ene helft begint met de klassikale les en de andere helft met het boek/computer.
De 5e jaars starten aan de rechterkant (klassikaal)
De 2e jaars starten links op de laptop > NUMO formuleren.
Om 09.40 > Wojciech, Mikki en Yunus spel met mevr. Lub
Let op: elke NT2-les zelf oortjes/koptelefoon mee + boek en pen!
Slide 1 - Tekstslide
Samen spreken
Je krijgt een blaadje waarop je zinnen gaat schrijven.
Links hoe je het gesprek voert als de werknemer van een bedrijf.
Rechts hoe je het gesprek voert als een "klant".
De situatie is hetzelfde als vorige week > een sportschool (Bodyfit), een medewerker en een klant die iets kwijt is.
Slide 2 - Tekstslide
Werknemer Bodyfit
Wat zeg je als je de telefoon opneemt?
Hoe groet je? Welke vorm van taalgebruik?
Schrijf dit op.
Slide 3 - Tekstslide
Klant
Je hebt vanmiddag gesport bij sportschool Bodyfit en je bent je ......kwijt.
Je belt naar de sportsportschool.
De medewerker neemt op: Goedemiddag met .....van Bodyfit, waar kan ik u mee helpen?
Jij antwoordt met?
Schrijf dit op
Slide 4 - Tekstslide
medewerker Bodyfit
Een klant belt en hij/zij vertelt dit:
"Goedemiddag, u spreekt met ..........Ik heb vandaag bij jullie gesport. Ik ben mijn.....kwijt. Ik denk dat ik dit in de sportschool ben vergeten. Hebben jullie iets gevonden?
Hoe antwoord jij nu?
Schrijf dit op.
Slide 5 - Tekstslide
Klant
De medewerker van de sportschool gaat bij de gevonden voorwerpen kijken. Hij/zij vraagt of je het voorwerp dat je kwijt bent, kunt omschrijven.