Spreekwoorden en gezegden

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Raad het spreekwoord

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
De kat uit de boom kijken.
B
De vogels kijken naar de kat.
C
Zo moe als een kat op een tak.

Slide 16 - Quizvraag

Eerst afwachten en niet meteen reageren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
De aap in de mouw hebben.
B
Nu komt de aap uit de mouw.
C
De aap in de mouw.

Slide 18 - Quizvraag

Het wordt ineens duidelijk hoe iets zit.

Slide 19 - Tekstslide

Niet te kritisch zijn op een cadeau. Je moet blij zijn dat je een cadeau krijgt.

A
Een paard onderzoeken.
B
Een paard z'n tanden bekijken.
C
Men mag een gegeven paard niet in de bek kijken.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Van alles verzinnen.

A
Op je duim zuigen.
B
Je vinger in je mond steken.
C
Iets uit je duim zuigen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Iets aan iedereen vertellen

A
Op het hoge dak schreeuwen.
B
Iets van de daken schreeuwen.
C
Men moet niet van een dak schreeuwen.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Teveel werk aannemen.

A
Teveel hooi op je vork nemen.
B
Bij de boer werken.
C
Teveel hooi op je vork is zwaar.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Springende paddenstoelen
B
Als paddenstoelen uit de grond springen.
C
Als paddenstoelen naar boven vliegen.

Slide 28 - Quizvraag

Heel snel overal verschijnen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
De hond tussen het eten.
B
De hond bij het eten vinden.
C
De hond in de pot vinden.

Slide 30 - Quizvraag

Je komt ergens waar het eten net op is.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies