2ORE Commercieel 1 Marktonderzoek P4 Week 2: Externe analyse 5 Krachten

2ORE Commercieel 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1,4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

2ORE Commercieel 1

Slide 1 - Tekstslide

Samenvatting tot nu toe
  • Doelen/fasen marktonderzoek
  • Eisen aan steekproeven
  • Vormen onderzoek
  • Vormen secundair onderzoek (desk)
  • (Eisen aan) secundaire bronnen
  • Vormen primair onderzoek (field)
  • Enquêtevragen en -volgorde
  • Gemiddelde(n), modus & mediaan
  • Indexcijfer, nominaal/reëel
  • Interne analyse + externa analyse → SWOT

Slide 2 - Tekstslide

Uitkomst DEPEST/DESTEP

Welke informatie hebben jullie geselecteerd bij ieder onderwerp?

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
Situatieanalyse:
  • Externe analyse: DEPEST, 5-krachten van Porter, concurrentieanalyse.

Slide 4 - Tekstslide

Externe analyse
  • Concurrentieanalyse:
    Vaststellen directe en indirecte concurrentie en hun kenmerken.

  • DEPEST/DESTEP-analyse:
    Breed net → onderzoek factoren uit de meso- en macro-omgeving.

  • 5-krachten model Porter:
    Onderzoek je branche → bepaal de aantrekkelijkheid en de mate van concurrentie in jouw branche (of een andere branche!).

Slide 5 - Tekstslide

Wat maakt een branche aantrekkelijk?
Waarom zou je een bepaald type winkel willen beginnen?
(Denk commercieel!)

Slide 6 - Tekstslide

5 Krachten Model (Porter)

Slide 7 - Tekstslide

Macht vd Leveranciers
Twee vragen:
  1. Wat is in jouw voordeel: dat deze macht hoog of laag is?

  2. Wat zorgt voor hoge of lage macht?

Slide 8 - Tekstslide

Macht vd Leveranciers
  1. Wat is in jouw voordeel: dat deze macht hoog of laag is?
    Laag; meer macht tov van leveranciers zal jouw in staat stellen kortingen en/of service af te dwingen.
  2. Wat zorgt voor hoge of lage macht?
  • Het aantal leveranciers.
  • Het aantal producten (substituten) en het succes van het merk van de
    leverancier.
  • Het belang van de bedrijfstak voor de leverancier.
  • De overstapkosten.
  • De standaardisatie van producten.
  • De verticale integratie (directe distributie → kanaalconflict).

Slide 9 - Tekstslide

Macht vd Afnemers
Twee vragen:
  1. Wat is in jouw voordeel: dat deze macht hoog of laag is?

  2. Wat zorgt voor hoge of lage macht?

Slide 10 - Tekstslide

Macht vd Afnemers
Twee vragen:
  1. Wat is in jouw voordeel: dat deze macht hoog of laag is?
    Laag; hoe meer macht de afnemer heeft, hoe meer moeite jij moet doen om klanten vast te houden, of aan te trekken.
  2. Wat zorgt voor hoge of lage macht?
  • Omzetaandeel van kopers.
  • Het belang van het product voor de afnemer. 
  • Differentiatie van de producten.
  • De overstapkosten.
  • De verticale integratie (directe distributie → kanaalconflict).

Slide 11 - Tekstslide

Kracht v Substituten
Twee vragen:
  1. Wat is in jouw voordeel: dat deze macht hoog of laag is?

  2. Wat zorgt voor hoge of lage macht?

Slide 12 - Tekstslide

Kracht v Substituten
Twee vragen:
  1. Wat is in jouw voordeel: dat deze macht hoog of laag is?
    Laag; minder keus voor de consument.
  2. Wat zorgt voor hoge of lage macht?
  • Kwaliteit van het product en diens substituten.
  • De bereidheid van kopers om over te stappen op substituten.
  • De relatieve prijs en de prestatie van substituten.
  • Omschakelingskosten naar substituten.

Slide 13 - Tekstslide

Dreiging van nieuwe toetreders
Twee vragen:
  1. Wat is in jouw voordeel: dat deze macht hoog of laag is?

  2. Wat zorgt voor hoge of lage macht?

Slide 14 - Tekstslide

Dreiging van nieuwe toetreders
Twee vragen:
  1. Wat is in jouw voordeel: dat deze macht hoog of laag is?
    Laag; toename concurrentie heeft altijd effect op winst.
  2. Wat zorgt voor hoge of lage macht?
  • Schaalvoordelen en investeringsvereisten.
  • Toegang tot de distributiekanalen in de branche, toegang tot technologie.
  • Merkloyaliteit in de branche.
  • Verwachten tegenactie van bestaande deelnemers.
  • Mate van vrije marktwerking en overheidsverordeningen.

Slide 15 - Tekstslide

Mate van concurrentie
Twee vragen:
  1. Wat is in jouw voordeel: dat deze macht hoog of laag is?

  2. Wat zorgt voor hoge of lage macht?

Slide 16 - Tekstslide

Mate van concurrentie
Twee vragen:
  1. Wat is in jouw voordeel: dat deze macht hoog of laag is?
    Laag; toename concurrentie heeft altijd effect op winst.
  2. Wat zorgt voor hoge of lage macht?
  • Aantal en concentratie van aanbieders.
  • Structuur van de concurrentie en concurrentiegedrag.
  • Graad van productdifferentiatie.
  • Uittredingsdrempels.
  • De andere 4 Krachten!

Slide 17 - Tekstslide

5 Krachten Model (Porter)

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
  1. Maak een 5 Krachten Model voor Jumbo Boswinkel.
    Maak op deze Padlet.

  2. Probeer 2 kansen en bedreigingen uit het model te filteren.

Maak opdracht 17 (paragraaf 3.5) uit het boek. (Vraag 21 + 22 in editie 2020)


Slide 19 - Tekstslide

5 Krachten Jumbo

Slide 20 - Tekstslide