Leerlingbegeleiding - brein - emotie/reactie

Breinwijsheid
Hoe jij controle over je hersenen & gedrag kunt hebben
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Leren-lerenMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Breinwijsheid
Hoe jij controle over je hersenen & gedrag kunt hebben

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we in deze les doen?
Terugblikken vorige week
Wat weet je over je hersenen
Hoe zitten je hersenen in elkaar
Een trucje om controle te krijgen
Emotie, reactie, doen!

Slide 2 - Tekstslide


Schrijf hier iets positiefs van de
afgelopen week op:

Slide 3 - Open vraag


Wat weet je nog van het gesprek van vorige week?

Slide 4 - Open vraag

Wat weet jij al over het brein?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

3 soorten breinen
Om erachter te komen hoe je gedrag werkt, is het belangrijk om te weten hoe je hersenen werken.
Je hersenen bestaan uit 3 autonome breinen. Elk met zijn eigen functies en mogelijkheden, maar toch met elkaar verbonden.
Wat gaan we bespreken: de basis van deze drie onderdelen die te maken hebben met emotie, reactie en doen!

Slide 7 - Tekstslide

Het reptielenbrein
Duizenden jaren geleden heel handig. Vandaag in sommige gevallen onhandig of overbodig.
- Vechten, vluchten, bevriezen -

Slide 8 - Tekstslide





Het oerbrein of ook wel het reptielenbrein genoemd,  is het kleinste en oudste deel van je hersenen, zie afbeelding vorige dia. Het reptielenbrein heeft 1 taak en dat is overleven. Dit deel van je hersenen is dan ook verantwoordelijk voor je voortbestaan en voortplanting. Het reptielenbrein heeft controle over vitale lichaamsfuncties zoals je ademhaling, hartslag en bloedsomloop. In dit deel van je hersenen domineert instincten: voortplantingsdrang en overlevingsinstincten zoals voeding. Het reptielenbrein denkt niet na en onthoudt ook niets, het reageert instinctief en automatisch.
Soms heb je dat, je zegt of doet iets waarvan je achteraf geen idee hebt waar het vandaan kwam. Je springt zo maar in het water als je iemand ziet verdrinken of verstijft juist en doet helemaal niks.

Grote kans dat je reptielenbrein het even van je overnam. Dat deel van je hersenen dat instinctief reageert op prikkels die het herkent uit het verleden. AIs je erg schrikt of bang bent dan geeft je reptielenbrein je seintjes voor primitieve reacties: vecht! vlucht! bevries! Vergelijk het met een konijn dat midden op de weg als bevroren blijft zitten als er koplampen in het donker op hem afkomen. Hij doet er beter aan te vluchten, maar kan niet. Zo is het ook bij ons.  

Duizenden jaren geleden heel handig, in 2020 is het in sommige gevallen erg onhandig & overbodig!
Het oer- reptielenbrein

Slide 9 - Tekstslide

Kun je een situatie bedenken waarbij je reptielenbrein koos voor 'vechten, vluchten of bevriezen'?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Het zoogdierenbrein (emotie)
Dit deel van je brein helpt je om gedrag te herhalen dat gelukkig maakt en om onplezierige ervaringen te vermijden. 
Verschil tussen:
- Primaire emoties: directe reactie op een gebeurtenis
- Secundaire emotie: meer controle, aangeleerd en ervaringen

Slide 13 - Tekstslide



Het zoogdierenbrein ook wel het emotiebrein genoemd, is het domein van je emoties. Dit deel van je hersenen zit boven je reptielenbrein en screent alle zintuiglijke informatie op emotionele relevantie en vergelijkt deze met opgeslagen herinneringen en gedrag gebaseerd op positieve en negatieve ervaringen. Het zoogdieren brein helpt je op die manier om gedrag te herhalen dat gelukkig maakt (seks, lekker eten, lachen, knuffelen) en onplezierige ervaringen (pijn, verdriet en angst) te vermijden. Dit deel van het brein beloont ook sociaal gedrag door het vrijgeven
 van de neurotransmitter dopamine die je een goed gevoel geeft. Binnen het emotionele brein wordt er onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire emoties. Eenvoudig gezegd zijn de primaire emoties van nature aangelegd en gaat het om een directe reactie op een gebeurtenis (angst, boosheid, verdriet, blijdschap). Secundaire emoties zijn complexer van aard en kunnen van persoon tot persoon verschillen. Die zijn afhankelijk van de ervaringen en associaties die zijn opgedaan, ofwel aangeleerde emotionele reacties. Bij deze complexere emoties zijn dan ook meerdere hersengebieden betrokken. De amygdala is amandelvormig en ligt diep verzonken in de hersenen.

   Het emotie- zoogdierenbrein

Slide 14 - Tekstslide

Beschrijf een situatie waarin je geen controle had over je emoties

Slide 15 - Open vraag

Beschrijf een situatie waarin je WEL controle had over je emoties

Slide 16 - Open vraag

Wat kan je helpen om minder 'primair' te reageren en dus meer controle over emoties te krijgen?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

   Het emotie- zoogdierenbrein
De amygdala is onderdeel van het limbisch systeem, welke een belangrijke rol speelt bij emoties en motivatie. naast emotieregulatie heeft het emotionele brein een belangrijke functie met betrekking tot ons sociaal functioneren. 

De impulsen die het reptielenbrein ontvangt, worden verder verwerkt in het zoogdierenbrein. Dit geeft aan dat emoties geen bewuste gevoelens zijn, maar juist lichamelijke reacties die we hebben om gevaar te ontlopen of beloningen te bezorgen. Emoties kunnen bewust of onbewust in ons lichaam voorkomen. Ons zoogdierenbrein is hiervoor verantwoordelijk en zorgt dan ook voor onze persoonlijkheid en een deel van ons geheugen.

Slide 22 - Tekstslide

Neocortex 
(mensen- denkendbrein)
Als  laatst heb je de Neocortex, ook wel het mensen- denkendbrein genoemd. Dit is het jongste gedeelte van je brein. Het is vooral verantwoordelijk voor alle rationaliteit en nuchterheid. In dit deel van je hersenen maak je weloverwogen beslissingen, doe je kennis op, denk je logisch na en analyseer je problemen. Dit deel van je hersenen laat zich het beste omschrijven als je gezonde verstand. 

Je zou wellicht denken dat het menselijk brein  het meest actief is. Toch maak je de meeste beslissingen op basis van emoties (afkomstig uit het zoogdieren brein) en primitieve instincten. Je emotionele brein en je reptielenbrein overheersen dus vaak je rationele brein. In praktijk betekent dit dat je wéét dat je bijvoorbeeld beter geen chocolade kunt eten, maar het toch doet. De dopamine die wordt aangemaakt vanuit je emotionele brein wint het van je gezonde verstand.
"Slechts 5% van alle beslissingen die wij nemen, nemen wij vanuit ons menselijk brein"

Slide 23 - Tekstslide


Het krachtenspel tussen de 3 delen van je brein verklaart ook waarom het zo moeilijk is om je gedrag te veranderen. Als mens ontwikkel je een bepaalde manier van leven die past binnen je comfortzone. Zonder dat je je er bewust van bent, herhaal je constant hetzelfde patroon. Je reptielenbrein zal er achter de schermen ook alles aan doen om jou in hetzelfde kringetje te laten lopen. Het vaste patroon dat je volgt zorgt voor een voorspelbaar - en daardoor veilig gevoel. En veiligheid staat bovenaan bij je reptielenbrein. Alles wat nieuw of anders is, voelt onveilig en zal je reptielenbrein dus in eerste instantie willen verwerpen. Ook al wéét jij rationeel gezien dat het beter voor je is. 

De 3 delen van jouw brein zijn dus regelmatig met elkaar in conclaaf. Stel je dat hetgeen wat  je wil gaan ondernemen jou een negatieve ervaring heeft opgeleverd, dan gaat jouw emotionele brein automatisch tegenstribbelen. Hierdoor ga jij twijfelen, waardoor er een stresssignaal verzonden wordt naar jouw reptielenbrein, die er alles aan gaat doen om jou veilig te houden.

Het komt erop neer, dat hoe meer jij gaat twijfelen, hoe meer jouw reptielenbrein zijn best gaat doen om jou veilig te houden. Zodra er een stresssignaal verzonden wordt, gaat jouw lichaam adrenaline en cortisol (stresshormonen) aanmaken, waardoor jouw bloeddruk omhoog gaat, je hart sneller gaat kloppen en je spieren worden aangespannen. Dit geeft jou angstgevoelens. Angstgevoelens die gebaseerd zijn op het onbekende. Je hebt het immers nog nooit gedaan. Je menselijk brein wilt het wel, want die wilt groeien en het gevecht in jezelf begint. 
Conclusie

Slide 24 - Tekstslide

Wat weet je nu over je brein?

Slide 25 - Woordweb


Wat is jou conclusie uit het voorgaande verhaal? Vat het samen in een aantal zinnen

Slide 26 - Open vraag

LEF

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video



Hoe kan het dat sommige mensen zich maar traag ontwikkelen en eigenlijk een beetje stil lijken te staan, terwijl anderen voortdurend stappen blijven zetten in  hun ontwikkeling? Dit heeft allemaal te maken met de groei mindset van deze persoon. Hier naast staat uitgelegd hoe dit werkt!



Mensen die meer een fixed mindset hebben geloven dat onze vaardigheden vast staan. Alles wat je kunt is een kwestie van hebben of niet. Het is een vast gegeven. Sommige mensen zijn vanuit nature goed in dingen, terwijl anderen dat niet zijn. En hiermee geloven ze dat je dus geen controle hebt over datgene wat je bij jezelf kunt ontwikkelen.




Andere mensen hebben meer een zogenaamde groeimindset. Zij zijn er van overtuigd dat je je capaciteiten kunt ontwikkelen en in principe dus wel degelijk grip hebt op je eigen ontwikkeling. Mensen die ergens goed in zijn, zijn goed omdat ze dat vermogen hebben opgebouwd en mensen die dat niet zijn, zijn niet goed omdat ze het werk er niet voor hebben gedaan. Kortom, mensen met een groeimindset geloven dat je controle hebt over je ontwikkeling! 
Vaste mindset
Groei mindset
Mindset

Slide 29 - Tekstslide




  • Bezorgdheid over je eigen kunnen.
  • Vermijden van fouten en uitdagingen.
  • Stellen van prestatiedoelen.
  • Slim over willen komen.
  • Opgeven bij tegenslag.



  • Gericht op leren.
  • Leerdoelen stellen.
  • Meer plezier.
  • Fouten zien als leermogelijkheid.
  • Betere samenwerking. 
Vaste mindset
Groei mindset

Slide 30 - Tekstslide

Groei
mindset
Vaste 
mindset
Als ik iets wil kan ik het leren
Als het niet lukt geef ik op
Als ik oefen gaat het steeds beter
Ik kan dit niet

Slide 31 - Sleepvraag

Als je de mindsets begint te begrijpen, zie je hoe het een tot het ander leidt: als je gelooft dat je capaciteiten vast staan, leidt dat tot bepaalde gedachten en handelingen.  Terwijl de overtuiging dat je capaciteiten ontwikkelbaar zijn, zorgt voor een grote diversiteit aan gedachten en handelingen.

Een goede mindset creëer je door simpelweg de keuze te maken om constructief te denken. Positief hoeft natuurlijk niet altijd, want als je echt in een vervelende situatie zit, hoef je niet te denken: oh dit komt wel goed, het is prima zo. Jij laat het misschien dan wel los, maar je systeem niet. En dit zorgt ervoor dat je loopt te broeden op emoties die alsnog netjes wachten om doorvoelt te worden. Een constructieve houding is daarom fijner. Zo kan je denken: deze situatie is rot, het is logisch dat ik er zus of zo over denk, maar ik besluit er constructief (en positief, opbouwend) mee om te gaan voor de beste haalbare uitkomst.

Slide 32 - Tekstslide

Keuzes maken.... 
Kijk het volgende filmpje

Slide 33 - Tekstslide


Noem 1 voorbeeld waarbij je denkt een 'fout' te hebben gemaakt?
En wat kostte jou veel energie in die situatie?

Slide 34 - Open vraag

Durf!!!
Angst voor fouten en falen zit diep geworteld in ons menselijk brein wat maakt dat wij als mensen gaan twijfelen. Dat is ook logisch want het zit verankerd in onze systemen vanuit ons oerbrein. Ieder schoolkind werd immers geleerd dat fouten maken een rode streep opleverde in het schriftje op school? Wie iets fout deed, werd er (negatief, corrigerend, soms belerend) op aangesproken en wie iets goed deed werd beloond! Of nog erger: wie iets fout deed werd erop afgerekend of uitgelachen door anderen. Door deze situaties maakt dat  hopen wij dat je anders gaat kijken naar 'het maken van je fouten.'

De fouten die je maakt, bepalen wie je bent. Hoe interessanter je fouten, hoe interessanter je leven!!!

Zoals in het filmpje is aangegeven, gun jezelf om fouten te maken. Gun jezelf om elke dag je fout te vieren. Wij begrijpen dat dit lastig kan zijn. Je leert van van fouten maken, je toont lef en kwetsbaarheid!!! Wij dagen je uit, vier dat je een fout maakt & je groeit als persoon!!
Angst voor fouten en falen zit diep geworteld in ons menselijk brein wat maakt dat wij als mensen gaan twijfelen. Dat is ook logisch want het zit verankerd in onze systemen vanuit ons oerbrein. Ieder schoolkind werd immers geleerd dat fouten maken een rode streep opleverde in het schriftje op school? Wie iets fout deed, werd er (negatief, corrigerend, soms belerend) op aangesproken en wie iets goed deed werd beloond! Of nog erger: wie iets fout deed werd erop afgerekend of uitgelachen door anderen. Door deze situaties maakt dat hopen wij dat je anders gaat kijken naar 'het maken van je fouten.'
 

De fouten die je maakt, bepalen wie je bent. Hoe interessanter je fouten, hoe interessanter je leven!!!

Zoals in het filmpje is aangegeven, gun jezelf om fouten te maken. Gun jezelf om elke dag je fout te vieren. Wij begrijpen dat dit lastig kan zijn. Je leert van van fouten maken, je toont lef en kwetsbaarheid!!! Wij dagen je uit, vier dat je een fout maakt & je groeit als persoon!!
Durf!!!

Slide 35 - Tekstslide

En hoe doe je dat dan? 
  1. Wat is er niet goed gegaan en wat heb ik daarvan geleerd?
  2.  Is de fout mijn eindstation? of kan ik nog verder?
  3. In totaal heb je 5 seconde de tijd voordat er een stresssignaal verzonden wordt naar je brein. Als je ervoor zorgt dat je binnen die 5 seconde blij reageert en gelijk beslist om het te gaan doen, dan geef je jezelf niet de kans om te twijfelen en wordt er geen stresssignaal verzonden. Schrijf hetgeen wat je wilt gaan doen direct op of beter nog, plan het direct in!

Slide 36 - Tekstslide


Welke informatie haal ik uit deze les?

Slide 37 - Open vraag


Mijn actie van de week:
Wat ga je deze week doen om dichter bij een van je doelen te komen?

Slide 38 - Open vraag

Tot volgende week!

Slide 39 - Tekstslide