Op een school zitten 720 leerlingen. 4/9 deel zit op het vmbo. Reken uit hoeveel leerlingen dat zijn.
1 / 18
volgende
Slide 1: Open vraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Op een school zitten 720 leerlingen. 4/9 deel zit op het vmbo. Reken uit hoeveel leerlingen dat zijn.
Slide 1 - Open vraag
Op een school zitten 720 leerlingen 3/8 deel zit op de havo. Hoeveel leerlingen zijn dat?
Slide 2 - Open vraag
Op een school zitten 720 leerlingen. 4/9 deel zit op het vmbo en 3/8 deel op de havo. De rest op het vwo. Hoeveel leerlingen zitten op het vwo?
Slide 3 - Open vraag
1/10 + 2/5 = reken uit en vereenvoudig
Slide 4 - Open vraag
17/20 - 3/4 = reken uit en vereenvoudig
Slide 5 - Open vraag
Annemieke is op vakantie in Japan. Daar betalen ze met de Yen. Annemieke pint per keer 50 000 Yen. Uit de pinautomaat komt 2/5 deel in briefjes van 10 000. Hoeveel briefjes van 10 000 heeft Annemieke?
Slide 6 - Open vraag
Annemieke is op vakantie in Japan. Daar betalen ze met de Yen. Annemieke pint per keer 50 000 Yen. Uit de pinautomaat komt 1/10 deel in briefjes van 1000 Yen. Hoeveel briefjes zijn dat?
Slide 7 - Open vraag
1 Yen = 0,0085 euro. Annemieke koopt een souvenir van 1 000 Yen. Dit is gelijk aan .... euro.
Slide 8 - Open vraag
De scouting gaat op zomerkamp. Er gaan 140 kinderen mee. Op iedere 8 kinderen gaat er een leider mee. Hoeveel leiders zijn dat?
Slide 9 - Open vraag
Van de 140 kinderen gaat 4/7 deel hutten bouwen in groepjes van 6. Hoeveel groepjes moet er minimaal gemaakt worden?
Slide 10 - Open vraag
8/20 = .... % Wat komt op de puntjes te staan?
Slide 11 - Open vraag
92% = .... Maak van het percentage een breuk en vereenvoudig indien mogelijk
Slide 12 - Open vraag
Hoeveel betaal je voor 1 kilo biefstuk met korting?
Slide 13 - Open vraag
7 3/5 = .... Maak er een decimaal getal van
Slide 14 - Open vraag
9,35 = .... Schrijf als een breuk
Slide 15 - Open vraag
8,25 ... 8 1/5 Vul in: =, < of >
Slide 16 - Open vraag
5,39 - 2,16 =
Slide 17 - Open vraag
Robin spaart munten van 1 cent. Hij schudt zijn pot leeg en telt er 1367. Hoeveel euro is dat?