Voeding les 5 tht tgt

Voeding les 5
1.5 THT en TGT
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voeding les 5
1.5 THT en TGT

Slide 1 - Slide

THT
  • Wat betekent THT?
  • Op welke producten staat dit? 

Slide 2 - Slide

TGT
  • Wat betekent TGT?
  • Op welke producten staat dit? 
  • Verschil THT en TGT?

Slide 3 - Slide

Kun je een pak yoghurt met een THT-datum van gisteren vandaag eten?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

In de kast ligt een dicht pak crackers met een THT-datum van 3 maanden geleden. Kun je dit nog eten?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

In de koelkast ligt een pak kipfilet met een TGT-datum van gisteren. Kun je dit nog eten?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

In de diepvries ligt een bakje soep met TGT-datum van gisteren? Kun je dit nog eten?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Je koopt rauwe garnalen met een TGT-datum van morgen. Mag je deze nog invriezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

In de voorraadkast staat een pak griesmeel met een THT-datum van vorige jaar. Moet je deze zo snel mogelijk weggooien?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Je hebt een aangebroken pak melk in de koelkast staan, met een THT-datum van gisteren. Hoe weet je of je dit nog mag gebruiken?
A
Proeven
B
Ruiken
C
Kijken, ruiken en proeven
D
Proeven & ruiken

Slide 10 - Quiz

Opdracht
In les 3 heb je een eigen 3-gangen menu gemaakt. 

Geef per ingrediënten aan:
  • THT of TGT 
  • Waar moet je het bewaren?

Slide 11 - Slide

Koken
Broccolisoep 

Aardappels
Snijbonen
Worstje / vegetarische burger

Slide 12 - Slide