Vergilius IV 15-23

r. 15 sederet - 18 fuisset
si + coniunctivus imperfectum of plusq. perfectum is
A
realis
B
irrealis
C
potentialis
D
indirecte vraag
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

r. 15 sederet - 18 fuisset
si + coniunctivus imperfectum of plusq. perfectum is
A
realis
B
irrealis
C
potentialis
D
indirecte vraag

Slide 1 - Quiz

Maak af:
Als voor mij in mijn hart ......

Slide 2 - Open question

regel 16 Wat staat voor Dido vast?
Geef weer in eigen woorden

Slide 3 - Open question

regel 15-16    Si mihi non animo fixum immotumque sederet, 
 ne cui me vinclo vellem sociare iugali, 
      
Als voor mij in mijn hart niet blijvend en onwrikbaar vast stond, dat ik mij niet aan iemand / aan niemand zou willen verbinden in een huwelijksband

Slide 4 - Slide

regel 17 me deceptam
Waarom noemt Dido zichzelf 'deceptam'
A
Ze denkt dat Aeneas een bedrieger is
B
Ze is bedrogen door haar broer, die haar man vermoord heeft
C
Ze voelt zich bedrogen in de liefde omdat haar echtgenoot niet meer leeft

Slide 5 - Quiz

regel 17 morte moet vertaald worden bij
A
deceptam
B
fefellit

Slide 6 - Quiz

regel 17 fallere wordt hier vertaald met 'ontvallen' maar betekent letterlijk ...

Slide 7 - Open question

regel 17 postquam primus amor deceptam morte fefellit; 
Nadat mijn eerste liefde mij, bedrogen/teleurgesteld, door de dood is ontvallen (letterlijk: heeft bedrogen - Dido voelt zich enorm bedrogen door de liefde, ze had verwacht haar hele leven te delen met Sychaeus) 

Slide 8 - Slide

regel 18 Wat bedoelt Dido hier?
A
ze heeft echt geen zin in een bruiloftsfeest
B
ze moet er niet aan denken ooit weer met iemand het huwelijks bed te delen

Slide 9 - Quiz

regel 18 si non pertaesum thalami taedaeque fuisset, 
als ik geen afkeer had gehad van het huwelijksbed en de bruiloftsfakkel

Slide 10 - Slide

regel 19 potui - wat is de modus
A
indicativus
B
coniunctivus

Slide 11 - Quiz

regel 19 maak af:
dan kon ik .....

Slide 12 - Open question

regel 19 opvallend 1
Na de irrealis in de bijzin, regel 15 (sederet) en 17 (fuisset), verwacht je in de hoofdzin ook een irrealis, dus weer een coniunctivus. Door het gebruik van de indicativus verraadt Dido a.h.w. dat het wel degelijk een reële optie is om voor Aeneas te vallen

Slide 13 - Slide

regel 19 opvallend 2
Let op de woordplaatsing: huic uni culpae hoort bij elkaar en omsluit de zin. Dit onderstreept dat het gevoel Dido a.h.w. helemaal omvat, in beslag neemt

Slide 14 - Slide

coniugis
penatis (= penates)
caede
fata
sparsos
miseri
Sychaei
fraterna

Slide 15 - Drag question

regel 20-21 welke stijlfiguur zie je, behalve hyperbata, nog meer?
A
chiasme
B
anafoor
C
enjambement
D
asyndeton

Slide 16 - Quiz

regel 21 fraterna caede geef je het best weer met
A
moord op een broer
B
moord van een broer
C
moord door een broer
D
broederlijke moord

Slide 17 - Quiz

regel 20-21 Anna (fatebor enim) miseri post fata Sychaei
 coniugis et sparsos fraterna caede penatis

Anna (want ik zal het toegeven) na de dood van mijn arme / ongelukkige echtgenoot Sychaeus en het besmeuren van de Penaten door de moord door mijn broer

Slide 18 - Slide

regel 22 -que verbindt
A
animum en labantem
B
inflexit en impulit
C
sensus en animum
D
solus en sensus

Slide 19 - Quiz

regel 22 sensus is
A
nom. ev.
B
gen.ev.
C
nom.mv.
D
acc.mv.

Slide 20 - Quiz

regel 22 maak af: heeft alleen hij

Slide 21 - Open question

regel 23 flammae - waar hebben we de metafoor van het vuur eerder gezien?

Slide 22 - Open question

regel 22 welke stijlfiguur valt verder het meest op in deze zin

Slide 23 - Open question

regel 23 Agnosco veteris vestigia flammae
Ik herken de sporen van een oud vuur

Slide 24 - Slide