H 7.4 Dichtheid K3 les 4

1 / 36
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

H7:Materialen
Benodigheden
- laptop
- Binas
- Rekenmachine 


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Kader 4!
Ga zitten en start met:

Ga verder met de examensite opdrachten. 




Jas over je stoel

Slide 2 - Slide

Practicum
Welkom Kader-3 
Start met opdracht 2, 4, 6 en 8 van 2,3 Temperatuur
Je hebt straks je laptop nodig                     START IN:



Neem plaats en leg je spullen alvast klaar.
timer
3:00

Slide 3 - Slide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Slide

§ 7.1 Materialen toepassen
§ 7.2 Van grondstof tot product
§ 7.3 Afvalverwerking

§ 7.4 Dichtheid

Slide 5 - Slide

Lesprogramma
  1. Huiswerk controle
  2. Voorkennis/Terugblik
  3. Leerdoelen
  4. Instructie (uitleg)
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk
  7. Nabespreking

Slide 6 - Slide

Huiswerkcontrole
Maak opdrachten op de examensite

Slide 7 - Slide

Over welke opgaven van
het huiswerk zijn er vragen?

Slide 8 - Mind map

Terugblik
  1. Je kunt uitleggen waarom het nuttig is om afval in verschillende soorten te scheiden.
  2. Je kunt van afvalstoffen en kapotte spullen aangeven bij welke soort afval ze horen.
  3. Je kunt vier manieren noemen om afval te verwerken, met hun voor- en nadelen.
  4. Je kunt drie manieren beschrijven om milieuproblemen met afval te verminderen.

Slide 9 - Slide

7.4 Leerdoelen
  1. Je kunt toepassingen van materialen beschrijven, waarbij dichtheid een grote rol speelt.
  2. Je kunt met proeven de massa en het volume van vaste stoffen en vloeistoffen bepalen.
  3. Je kunt berekeningen uitvoeren met dichtheid, massa en volume.
  4. Je kunt op basis van de dichtheid uitleggen wanneer een voorwerpt zinkt, zweeft en drijft.

Slide 10 - Slide

Volume van een rechthoekig voorwerp
Hiervoor gebruik je de formule:

volume = lengte × breedte × hoogte

Volume:
Ruimte die een voorwerp inneemt.

Slide 11 - Slide

Voorbeeldopdracht 1
Bereken het volume van het luciferdoosje.
gegevens
lengte = 5,3 cm
breedte = 3,7 cm
hoogte = 1,6 cm
  • uitwerking
  • volume = lengte × breedte × hoogte
  • volume = 5,3 cm × 3,7 cm × 1,6 cm = 31,376 cm3
  • Afronden naar één cijfer achter de komma: 31,4 cm3

Slide 12 - Slide

Volume van een onregelmatig voorwerp
Het volume van onregelmatig gevormde
voorwerpen kun je niet berekenen. 
Maar je kunt het volume wel bepalen met
de onderdompelmethode (figuur 4).

Slide 13 - Slide

Onderdompelmethode
  • Vul een maatcilinder voor ongeveer de helft met water.
  • Lees de stand van het water af. 
  • Dit noem je de beginstand.
  • Laat het voorwerp voorzichtig in het 
  • water zakken. Het voorwerp moet 
  • helemaal onder water komen.
  • Lees opnieuw de stand van het water af. 
  • Dit noem je de eindstand.
  • Reken uit: eindstand − beginstand. Dit is het volume van het voorwerp.

Slide 14 - Slide

Dichtheid
Omdat die stofeigenschap belangrijk is heeft het een eigen naam gekregen: de dichtheid.

De dichtheid van een stof is de massa van 1 cm3 stof.

Slide 15 - Slide

Dichtheid is massa in gram van 1 cm3
Grootheid is dichtheid
Eenheid is g/cm3

Slide 16 - Slide

Dichtheid bepalen
In figuur 8 is een staafje messing van 34 g
getekend. Je kunt dit staafje van 4 cm3 
verdelen in vier blokjes van 1 cm3. 


De dichtheid van messing is dus
34 g : 4 cm3 = 8,5 g/cm3.

Slide 17 - Slide

Bereken de dichtheid van het blokje. Welk materiaal kan dit zijn?
    dichtheid = 
 massa/ volume

Slide 18 - Open question

Bereken de dichtheid; beginstand is 60 ml en eindstand is 78 ml en de weegschaal geeft 204,3 g aan.

Slide 19 - Open question

De dichtheid van vloeistoffen
Om de dichtheid van een vloeistof te bepalen, heb je een balans of elektronische weegschaal en een maatcilinder nodig. Je gebruikt deze meetinstrumenten om de massa en het volume van de vloeistof te bepalen. Daarna kun je de dichtheid op de gebruikelijke manier berekenen.
Je gaat als volgt te werk:
  1. Bepaal de massa van de lege maatcilinder met de weegschaal. Die noem je m(leeg).
  2. Doe een hoeveelheid vloeistof in de maatcilinder. Lees het volume V van de vloeistof af.
  3. Bepaal daarna de massa van de maatcilinder met vloeistof. Die noem je m(gevuld).
  4. Bepaal de massa m van de vloeistof door m(leeg) af te trekken van m(gevuld).
  5. Bereken ten slotte ρ met de formule voor de dichtheid, net als bij vaste stoffen.

Slide 20 - Slide

Zinken, zweven & drijven

Slide 21 - Slide

Drijven, zinken en zweven
Dichtheid van water is 1 g/cm3


Dichtheid van blokje groter 1 g/cm3 --> Zinken
Dichtheid van blokje kleiner 1 g/cm3 --> Drijven
Dichtheid van blokje gelijk 1 g/cm3 --> Zweven

Slide 22 - Slide

Dichtheid





Dichtheid:

geeft aan wat de stof 
per volume weegt. (g/cm^3)
                 

Slide 23 - Slide

Een blokje weegt 30 gram en heeft een volume van 20 cm3.

  1. Gegevens:
  2. Gevraagd:
  3. Formule:
  4. Invullen:
  5. Antwoord:
Bereken de dichtheid.


  1.  Massa = ...  ; Volume = ...
  2.  Dichtheid = ?
  3. Dichtheid = massa/Volume
  4.  Dichtheid = ... / ...
  5. Antwoord = ...

Slide 24 - Slide

Formule ombouwen
Massa = Volume x Dichtheid

Dichtheid = Massa : Volume

Volume = Massa : Dichtheid

Slide 25 - Slide

Een porseleinen kopje heeft een massa van 124,8 g.
De dichtheid van porselein is 2,40 g/cm3
  1. Gegevens:
  2. Gevraagd:
  3. Formule:
  4. Invullen:
  5. Antwoord:
Bereken het volume.


  1.  Massa = ...  ; Dichtheid=....
  2.  Volume = ... ?
  3. Volume = massa/dichtheid
  4.  Volume = ... / ...
  5. Antwoord = ...

Slide 26 - Slide

Een grote houten balk heeft een volume van 2,4 m3. De balk is van grenenhout. De dichtheid van grenenhout is 510 kg/m3.

  1. Gegevens:
  2. Gevraagd:
  3. Formule:
  4. Invullen:
  5. Antwoord:
Bereken de massa van de balk


  1.  Dichtheid = ...  ; Volume = ...
  2.  Massa = ?
  3. Massa=Dichtheid x Volume
  4.  Massa = ... x  ...
  5. Antwoord = ...

Slide 27 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht: van paragraaf 7.4
4 t/m 12
Je mag samenwerken!

Slide 28 - Slide

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt uitleggen waarom het nuttig is om afval in verschillende soorten te scheiden.
  2. Je kunt van afvalstoffen en kapotte spullen aangeven bij welke soort afval ze horen.
  3. Je kunt vier manieren noemen om afval te verwerken, met hun voor- en nadelen.
  4. Je kunt drie manieren beschrijven om milieuproblemen met afval te verminderen.

Slide 29 - Slide

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 30 - Mind map

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 31 - Mind map

Het is duidelijk waar we met het hoofdstuk aan het werk gaan
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Ik begrijp de leerdoelen van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

De les was leuk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:

  • Zet in je planner!!
  • Maak opdrachten op de examensite

Dank voor jullie aandacht!

Slide 35 - Slide

H 7.1 Materialen toepassen K4 les 1

Slide 36 - Slide