4V 2.1 en 2.2 de afgeleide functie

H2.1A Soorten van stijgen en dalen
Huiswerk:    3, 4, 5, 6, 8, 9, 10

Theorie:       2.1D en 2.2A
Maken:          16, 17, 18, 28, 29, 30
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H2.1A Soorten van stijgen en dalen
Huiswerk:    3, 4, 5, 6, 8, 9, 10

Theorie:       2.1D en 2.2A
Maken:          16, 17, 18, 28, 29, 30

Slide 1 - Slide

constante stijging
constante daling
toenemende stijging
toenemende daling
afnemende stijging
afnemende daling

Slide 2 - Drag question

Uitleg soorten stijgen en dalen

Slide 3 - Slide

Welke soort stijgen of dalen is er op het interval
,0
A
toenemend stijgen
B
afnemend stijgen
C
toenemend dalen
D
afnemend dalen

Slide 4 - Quiz

Welke soort stijgen of dalen is er op het interval <3, 4>
A
toenemend stijgen
B
afnemend stijgen
C
toenemend dalen
D
afnemend dalen

Slide 5 - Quiz

Welke soort stijgen of dalen is er op het interval <4, 5>
A
toenemend stijgen
B
afnemend stijgen
C
toenemend dalen
D
afnemend dalen

Slide 6 - Quiz

Welke soort stijgen of dalen is er op het interval
5,
A
toenemend stijgen
B
afnemend stijgen
C
toenemend dalen
D
afnemend dalen

Slide 7 - Quiz

hw: 3,4,8,9,10,16 (vrijdag 17,18,23,24)
  • 3,4 gedaan
  • 8 samen, 9 zelf
  • 10 stukje mondeling
  • Voor vraag 16 het voorbeeld bovenaan blz. 60 volgen

Slide 8 - Slide

2.1 theorie C
  • gemiddelde verandering op [xA,xB]
  • gemiddelde snelheid op [xA,xB]
  • differentie quotiënt op [xA,xB]
  • richtingscoëfficiënt of helling van lijn AB

één formule:

ΔxΔy=xBxAyByA

Slide 9 - Slide

Gegeven is de functie
Bereken het differentiequotiënt van
f(x) op
f(x)=x25x+4
[1,3]

Slide 10 - Open question

Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering (snelheid) op een bepaald interval. Wat gebeurt er als je dit interval heel klein maakt?

Slide 11 - Open question

Punt A ligt vast en je beweegt punt B steeds dichter naar A. Als punt B in punt A komt heb je de raaklijk in punt A. 
Van deze raaklijn kan je de formule opstellen.

Slide 12 - Slide

Gegeven is de formule
Stel de formule van de raaklijn op in het punt 
f(x)=x22x1
xA=3
  • vul f(x) in op je GR
  • Bereken de helling als x=3
  • Stel y=ax+b met de gevonden helling
  • bereken f(3)
  • Stel met behulp van deze gegevens de formule van de raaklijn op

  • GR: F1(x)=x^2-2x-1
  • als x=3 dan a=4
  • Stel y=4x+b met de gevonden helling
  • f(3)=2, dus A(3,2)
  • 4*3+b=2 geeft b=-10
  • y=4x-10

Slide 13 - Slide

Lijn k raakt de grafiek van in het punt B met . Stel de formule op van k.
f(x)=x22x1
xB=3

Slide 14 - Open question

H2.1A Soorten van stijgen en dalen
Huiswerk:    3, 4, 5, 6, 8, 9, 10

Theorie:       2.1D en 2.2A
Maken:          16, 17, 18, 28, 29, 30

Slide 15 - Slide