B1. Intertemporele ruil

B1.    Intertemporele ruil
Door geld te sparen of te lenen kun je koopkracht ‘ruilen over 
de tijd’.

Je stelt je eigen consumptie (= kopen van goederen of diensten)
uit naar een later tijdstip als je gaat sparen of investeren.

Als je gaat lenen dan haal je consumptie naar voren in de tijd. Je koopt nu een product waar de middelen nog niet voor hebt.

Dit wordt ook wel intertemporele ruil genoemd.

Intertemporele ruil:
Het verplaatsen van koopkracht/bestedingen naar voren of naar achteren in de tijd.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolWOvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 34 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

B1.    Intertemporele ruil
Door geld te sparen of te lenen kun je koopkracht ‘ruilen over 
de tijd’.

Je stelt je eigen consumptie (= kopen van goederen of diensten)
uit naar een later tijdstip als je gaat sparen of investeren.

Als je gaat lenen dan haal je consumptie naar voren in de tijd. Je koopt nu een product waar de middelen nog niet voor hebt.

Dit wordt ook wel intertemporele ruil genoemd.

Intertemporele ruil:
Het verplaatsen van koopkracht/bestedingen naar voren of naar achteren in de tijd.

Slide 1 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
In de praktijk komen we de intertemporele ruil tegen bij de financiële levenscyclus van mensen.

Slide 2 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Per levensfase kun je de financiële stand van zaken bekijken
op dat moment. Dat noem je een voorraadgrootheid.



Voorraadgrootheid:
Financiële grootheid die je meet op een bepaald moment.





Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Per levensfase kun je de financiële stand van zaken bekijken
op dat moment. Dat noem je een voorraadgrootheid.

Hoe groot zijn je bezittingen?
Hoe groot zijn je schulden?
Hoe groot is je vermogen?


Voorraadgrootheid:
Financiële grootheid die je meet op een bepaald moment.





Vermogen:
Bezittingen - schulden

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Per levensfase kun je ook bekijken wat er in die periode
financieel gezien is gebeurd. Dat heet een stroomgrootheid.
Stroomgrootheid:
Financiële grootheid die de verandering in een bepaalde periode weergeeft.

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Per levensfase kun je ook bekijken wat er in die periode
financieel gezien is gebeurd. Dat heet een stroomgrootheid.
Stroomgrootheid:
Financiële grootheid die de verandering in een bepaalde periode weergeeft.

Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Per levensfase kun je ook bekijken wat er in die periode
financieel gezien is gebeurd. Dat heet een stroomgrootheid.


Hoe groot is je inkomen?
Hoe groot zijn je uitgaven?

Stroomgrootheid:
Financiële grootheid die de verandering in een bepaalde periode weergeeft.

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Stroomgrootheden en voorraadgrootheden houden met elkaar verband:
De hoogte van de inkomsten en uitgaven bepalen de hoogte van de bezittingen en schulden.

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Ruilen over de tijd
Sparen:  je stelt je consumptie uit
Lenen :  je vervroegt je consumptie

De prijs die je hiervoor betaalt (de prijs van de tijd) = rente

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Ruilen over de tijd
Sparen:  je stelt je consumptie uit
Lenen :  je vervroegt je consumptie

De prijs die je hiervoor betaalt (de prijs van de tijd) = rente

Gevolgen lenen:
het gevolg van lenen is dat dit ten koste gaat van consumptie in de toekomst omdat je dan aflossingen en rente moet betalen.

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Rente is de prijs van tijd, 
deze verschilt per persoon (= individuele prijs van tijd).

Individuele prijs van tijd: 
De prijs die je bereid bent te betalen voor een lening.

Slide 11 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Rente is de prijs van tijd, 
deze verschilt per persoon (= individuele prijs van tijd).

Individuele prijs van tijd > algemene prijs van tijd            lenen
Individuele prijs van tijd < algemene prijs van tijd            sparen

Individuele prijs van tijd: 
De prijs die je bereid bent te betalen voor een lening.
Algemene prijs van tijd:
De rente die je betaalt voor een lening.


Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Of je leent of spaart hangt af van je tijdsvoorkeur:

Tijdsvoorkeur:
De mate waarin mensen uitgaven kunnen uitstellen.

Slide 13 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Of je leent of spaart hangt af van je tijdsvoorkeur:






In economisch onzekere tijden maken gaan mensen meer sparen om tegenslagen op te kunnen vangen. Hun tijdsvoorkeur gaat omlaag en ze worden meer risicoavers. Ze zijn bijvoorbeeld bang om hun werk te verliezen.

Tijdsvoorkeur:
De mate waarin mensen uitgaven kunnen uitstellen.

Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Rente bestaat om drie redenen:
  1. Het is een beloning voor uitgestelde consumptie
  2. Het is een compensatie voor inflatie
  3. Het is een beloning voor het dragen van risico op wanbetaling

Risico van wanbetaling:
Het niet voldoen aan de betalingsverplichtingen van de kredietnemer
(= diegene die het geld heeft geleend).

Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Rente bestaat om drie redenen:
  1. Het is een beloning voor uitgestelde consumptie
  2. Het is een compensatie voor inflatie
  3. Het is een beloning voor het dragen van risico op wanbetaling

Als het risico op niet terugbetalen groot is zal de geldgever een 
grotere risicopremie eisen en dus een hogere rente.

Het risico van wanbetaling is kleiner als de kredietnemer meer zekerheid biedt door het geven van een onderpand.

Onderpand:
Een object van waarde dat de kredietgever aan een kredietnemer kan afnemen als deze een lening niet aflost volgens de overeengekomen voorwaarden.

Slide 16 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Dé rente bestaat niet. De hoogte is afhankelijk van vraag naar leningen en het aanbod van geld en het bijbehorende risico.

Slide 17 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Als je ergens voor spaart, kan dat doel na verloop van tijd 
duurder zijn geworden (= inflatie). Je gespaarde geld is 
dan niet toereikend.

Inflatie: 
Een algemene stijging van de prijzen in een bepaalde periode.

Slide 18 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Als je ergens voor spaart, kan dat doel na verloop van tijd 
duurder zijn geworden (= inflatie). Je gespaarde geld is 
dan niet toereikend.

De koopkracht van het gespaarde geld neemt af.

Inflatie: 
Een algemene stijging van de prijzen in een bepaalde periode.
Koopkracht:
De hoeveelheid goederen die je met je geld kunt kopen.

Slide 19 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Door inflatie is de reële rente lager dan de nominale rente.

Nominale rente: 
De rente die je ontvangt voor je spaargeld.

Slide 20 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Door inflatie is de reële rente lager dan de nominale rente.

De reële rente kun je berekenen met de volgende formule:

Nominale rente: 
De rente die je ontvangt voor je spaargeld.
Reële rente:
De nominale rente gecorrigeerd voor de inflatie.

Slide 21 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
De één leent geld (vrager van vermogen), de ander spaart geld 
(aanbieder van vermogen). Samen vormen ze de 
vermogensmarkt.

Vermogensmarkt:
Alle vraag en aanbod van vermogenstitels.
Vermogensmarkt

Slide 22 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
De één leent geld (vrager van vermogen), de ander spaart geld 
(aanbieder van vermogen). Samen vormen ze de 
vermogensmarkt.

Vermogensmarkt:
Alle vraag en aanbod van vermogenstitels.
Vermogensmarkt
Geldmarkt
Geldmarkt:
Alle vraag en aanbod van vermogenstitels met een looptijd korter dan één jaar.

Slide 23 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
De één leent geld (vrager van vermogen), de ander spaart geld 
(aanbieder van vermogen). Samen vormen ze de 
vermogensmarkt.

Vermogensmarkt:
Alle vraag en aanbod van vermogenstitels.
Vermogensmarkt
Kapitaalmarkt
Geldmarkt
Geldmarkt:
Alle vraag en aanbod van vermogenstitels met een looptijd korter dan één jaar.
Kapitaalmarkt:
Alle vraag en aanbod van vermogenstitels met een looptijd langer dan één jaar.

Slide 24 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Rekenen met eindwaarde en contante waarde.

De eindwaarde, ook wel toekomstige waarde genoemd, verwijst 
naar het bedrag dat een bepaalde investering of spaargeld in de 
toekomst zal waard zijn. Het is het resultaat van het verloop van geld in de tijd.

De eindwaarde houdt rekening met het oorspronkelijke bedrag (ook wel het heden genoemd), de periode waarin het geld wordt geïnvesteerd, en de rente die wordt verdiend gedurende die periode.

Eindwaarde:
De waarde van een bedrag dat een aantal jaren op rente wordt uitgezet.

Slide 25 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Eindwaarde wordt berekend met de formule voor samengestelde rente:

Eindwaarde = beginwaarde x (1 + r)^n,
waarbij r de rentevoet is in % en n de periode is.

Voorbeeld:
Stel dat je vandaag € 1.000 investeert in een spaarrekening die 3% rente per jaar biedt.
Wat is de eindwaarde van je investering na 3 jaar?  

Slide 26 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
Eindwaarde wordt berekend met de formule voor samengestelde rente:

Eindwaarde = beginwaarde x (1 + r)^n,
waarbij r de rentevoet is in % en n de periode is.

Voorbeeld:
Stel dat je vandaag € 1.000 investeert in een spaarrekening die 3% rente per jaar biedt.
Wat is de eindwaarde van je investering na 3 jaar?  
Antwoord:
€ 1.000 x (1 + 0,03)³ = € 1.191,02  

Slide 27 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
De contante waarde is de huidige waarde van toekomstige 
geldstromen of bedragen. Het is een concept dat wordt gebruikt
om te bepalen hoeveel een toekomstige betaling vandaag 
waard is.

De reden om de contante waarde te berekenen, is dat geld in de toekomst minder waard is dan geld in het heden vanwege de tijdsvoorkeur van geld. Dit betekent dat mensen de voorkeur geven aan geld nu boven geld in de toekomst.

Contante waarde: 
De waarde van een bedrag dat nu nodig is om in de toekomst één of meerdere betalingen te verrichten.

Slide 28 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
De formule voor het berekenen van de contante waarde is:

Contante waarde = eindwaarde / (1 + r)^n,
waarbij r de rentevoet is in %, en n de periode.
 

Slide 29 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
De formule voor het berekenen van de contante waarde is:

Contante waarde = eindwaarde / (1 + r)^n,
waarbij r de rentevoet is in %, en n de periode.
 
Voorbeeld:
Stel dat je over 3 jaar € 1.000 krijgt en de rente 6% per jaar is.
Wat is de contante waarde?  

Slide 30 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

B1.    Intertemporele ruil
De formule voor het berekenen van de contante waarde is:

Contante waarde = eindwaarde / (1 + r)^n,
waarbij r de rentevoet is in %, en n de periode.
 
Voorbeeld:
Stel dat je over 3 jaar € 1.000 krijgt en de rente 6% per jaar is.
Wat is de contante waarde?
Antwoord:
€ 1.000 / (1 + 0,06)3 = € 839,62  


Slide 31 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

           Aan de slag
maak de vragen op pagina 27

Slide 32 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
           Begrippen
           uit deze les

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

           Afsluiting

Slide 34 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.