B&F, Taal, Blok 6 les 1 (les woordenschat; thema slapen)

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

Taal Blok 6 les 1 

Les woordenschat

Thema slapen 

Waar denk jij aan bij 'slapen'?

Hoe vindt je de betekenis van een woord?

-Je leest erover.
-Je kijkt naar een plaatje.
-Je vraagt het aan iemand die het weet. 

Verschillende bedden

In wat voor bed slaap jij?

1. een gewoon bed
2. een hoogslaper
3. een stapelbed
4. een ander soort bed

Welk bed staat niet in een slaapkamer?

1. een stapelbed
2. een bloembed
3. een slaapbank
4. een waterbed

Je slaapt op iets wat uit de kraan komt

1. het stapelbed
2. het bloembed
3. de bedstee
4. het waterbed

Iemand slaapt boven of onder jou

1. het bloembed
2. het stapelbed
3. de bedstee
4. de hangmat

Je maakt het vast tussen twee bomen

1. het stapelbed
2. het bloembed
3. de hangmat
4. het waterbed

Dit is eigenlijk niet om in te slapen

1. het waterbed
2. het bloembed
3. de bedstee
4. het stapelbed

Je bed heeft deurtjes.

1. het stapelbed
2. de bedstee
3. het bloembed
4. de hangmat

In een luchtbed zit water

1. waar
2. niet waar

Een slaapbank gebruik je overdag om op te zitten.

1. waar
2. niet waar

Als je in een bedstee slaapt, slaap je in een soort kast.

1. waar
2. niet waar

Een hoogslaper kun je buiten hangen.

1. waar
2. niet waar

Maf betekent gek of raar.
Welk bed uit deze les vind jij maf?

Welk bed uit deze les zou jij willen hebben?

Welke woorden heb jij geleerd?

Goed gewerkt!