What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Sneltoetsen 50
1 / 56
next
Slide 1:
Slide
ICT
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1
This lesson contains
56 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke toetsen gebruik je om het scherm te
vergrendelen?
eerste toets
1
tweede toets
2
Slide 2 - Drag question
Welke toetsen gebruik je om de ë te typen?
1
2
3
Slide 3 - Drag question
Welke sneltoets gebruik je om de spelling te controleren?
1
2
3
Slide 4 - Drag question
Welke sneltoets gebruik je om de spelling te controleren?
1
2
3
Slide 5 - Drag question
Je wilt een bestand opslaan onder een andere naam.
Welke sneltoets gebruik je voor Opslaan als?
1
2
3
Slide 6 - Drag question
Je wilt een actie herstellen.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 7 - Drag question
Je wilt een actie herhalen.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 8 - Drag question
Je wilt een stuk tekst knippen.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 9 - Drag question
Je hebt iets gekopieerd en wil het plakken.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 10 - Drag question
Je wil een stuk tekst onderstrepen.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 11 - Drag question
Je wil een document opslaan.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 12 - Drag question
Je wil graag printen.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 13 - Drag question
Je wil in Word een bestand openen.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 14 - Drag question
Je wil een nieuw bestand openen.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 15 - Drag question
Je wil een woord
schuin (of cursief)
zetten.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 16 - Drag question
Je wil een woord in de tekst vervangen.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 17 - Drag question
Je wil in Word een nieuwe pagina hebben.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 18 - Drag question
Je wil in Word een heel woord rechts van de cursor verwijderen.
Welke sneltoets heb je daarvoor nodig?
1
2
3
Slide 19 - Drag question
Je wil een stuk tekst kopiëren.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 20 - Drag question
Je wil in Word een heel woord links van de cursor verwijderen.
Welke sneltoets heb je daarvoor nodig?
1
2
3
Slide 21 - Drag question
Je wil een woord vet maken.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 22 - Drag question
Je wil het scherm 90 graden draaien.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 23 - Drag question
Je wil het €-teken gebruiken in een tekst.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor (3 toetsen)?
1
2
3
Slide 24 - Drag question
Je wil alle tekst op een pagina selecteren.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 25 - Drag question
Je wil wisselen tussen actieve programma's op je scherm.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 26 - Drag question
Je wil een afdruk maken van wat je ziet op je scherm.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor?
1
2
3
Slide 27 - Drag question
Je wil het €-teken gebruiken in een tekst.
Welke sneltoets gebruik je daarvoor (2 toetsen)?
1
2
3
Slide 28 - Drag question
Je wil in een tekst de naam Hélène typen.
Welke sneltoets gebruik je voor de ?
1
2
3
Slide 29 - Drag question
Je wil in een tekst de naam Hélène typen.
Welke sneltoets gebruik je voor de ?
1
2
3
Slide 30 - Drag question
Je typt
Wat gebeurt er nu met het scherm?
A
Dat gaat draaien
B
Dat wordt vergrendeld
C
De camera gaat lopen
D
dat wordt verkleind
Slide 31 - Quiz
je hebt hulp nodig bij het vinden van een functie in Word.
Welke sneltoets is voor Help?
A
F1
B
F5
C
F7
D
F12
Slide 32 - Quiz
Je wil graag een stuk tekst knippen.
Welke sneltoets gebruik je om te knippen?
A
CTRL+C
B
CTRL+K
C
CTRL+X
D
CTRL+Z
Slide 33 - Quiz
Je wil graag ideeën typen.
Welke sneltoets gebruik je om de ë te typen?
A
CTRL + " + e
B
CTRL + : + e
C
SHIFT + " + e
D
SHIFT + : + e
Slide 34 - Quiz
Je wil de spelling controleren?
Welke sneltoets gebruik je voor de spelling controle?
A
F1
B
F5
C
F7
D
F12
Slide 35 - Quiz
Wanneer gebruik je de sneltoets ?
A
Voor Opslaan als
B
Voor Opslaan
C
Voor Volledig scherm
D
Voor Vernieuwen
Slide 36 - Quiz
Je wilt een actie herstellen.
Welke sneltoets gebruik je?
A
CTRL+A
B
CTRL+H
C
CTRL+Y
D
CTRL+Z
Slide 37 - Quiz
Je wilt een actie herhalen.
Welke sneltoets gebruik je?
A
CTRL+A
B
CTRL+H
C
CTRL+Y
D
CTRL+Z
Slide 38 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Plakken
B
Verwijderen
C
Kopiëren
D
Knippen
Slide 39 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Vet maken
B
Cursief maken
C
Uitvullen
D
Onderstrepen
Slide 40 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Opslaan
B
Opslaan als
C
Superscript
D
Subscript
Slide 41 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Plakken
B
Beeldscherm uitbreiden
C
Printen
D
Afsluiten
Slide 42 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Overslaan
B
Openen
C
Opslaan
D
Opslaan Als
Slide 43 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Nieuw bestand
B
Nieuw tabblad
C
Nieuw programma
D
Nieuw werkblad
Slide 44 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + muiswiel.
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Naar boven of beneden scrollen
B
Scherm vergroten of verkleinen
C
In- of uitzoomen
D
Tussen schermen scrollen
Slide 45 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Woord links van cursor verwijderen
B
Woord rechts van cursor verwijderen
C
Vorige zin verwijderen
D
Volgende zin verwijderen
Slide 46 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Nieuwe pagina
B
Nieuwe alinea
C
Nieuwe regel
D
Nieuw hoofdstuk
Slide 47 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Tekst inkleuren
B
Scherm donkerder maken
C
Lettergrootte aanpassen
D
Tekst schuin maken (cursief)
Slide 48 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Woord links van cursor verwijderen
B
Woord rechts van cursor verwijderen
C
Vorige zin verwijderen
D
Volgende zin verwijderen
Slide 49 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Knippen
B
Plakken
C
Kopiëren
D
Verwijderen
Slide 50 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Naar begin of einde van de pagina gaan
B
Scherm verplaatsen
C
Scherm roteren (draaien)
D
Programma's in scherm plaatsen
Slide 51 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + + .
Welk teken krijg je met deze sneltoets?
A
%
B
5
C
$
D
€
Slide 52 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Wisselen tussen programma's
B
Wisselen tussen documenten
C
Wisselen tussen tabbladen
D
Wisselen tussen schermen
Slide 53 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Alles
B
Alle selecteren
C
Alles verwijderen
D
Alles kopiëren
Slide 54 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + + .
Wat kun je met deze sneltoets?
A
Scherm maximaliseren
B
Scherm vergrendelen
C
Printen
D
Schermafdruk maken (print screen)
Slide 55 - Quiz
Je gebruikt sneltoets + + .
Welk teken krijg je met deze sneltoets?
A
%
B
5
C
$
D
€
Slide 56 - Quiz
More lessons like this
Sneltoetsen leerjaar 1
October 2019
- Lesson with
38 slides
ICT
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1
les 3 Leren typen, het toetsenbord en sneltoetsen
December 2022
- Lesson with
17 slides
Mediawijsheid
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
les 3 Leren typen, het toetsenbord en sneltoetsen
October 2021
- Lesson with
18 slides
Mediawijsheid
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Sneltoetsen toets 2.2
December 2022
- Lesson with
21 slides
ICT
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 1
Sneltoetsen quiz
November 2021
- Lesson with
21 slides
Mediawijsheid
MBO
Studiejaar 1
KD Digitale Vaardigheden 11
October 2023
- Lesson with
27 slides
Mediawijsheid
MBO
Studiejaar 1
Kennis test Microsoft Word 365
December 2023
- Lesson with
40 slides
Informatica
MBO
Studiejaar 1
Google documenten
November 2021
- Lesson with
24 slides
ICT-basisvaardigheden
Basisschool
Groep 5