1. Begroeting: altijd netjes, beter te bescheiden dan te uitbundig.
2. Koopwensonderzoek: door middel van de juiste vragen te stellen moet je erachter komen wat de ‘koper’ wil. Probeer de klant niet een bepaalde richting in te duwen.
3. Tonen of demonstreren: als je het product laat zien of voordoet hoe het werkt, verkoopt dit sneller. Bovendien is de klant beter geïnformeerd.
4. Argumenten noemen: zorg ervoor dat je goede redenen noemt waarom de klant dit artikel bij jullie moet kopen en niet bij een andere zaak.
5. Prijs noemen: als alle voordelen genoemd zijn, zul je nu ook de prijs moeten noemen. Houd het zakelijk, dus niet: “Houd je vast hoor, het is geen koopje”