Onregelmatige werkwoorden (willen/zullen)

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

Werkwoorden oefening

lesdoel

Ik weet  wat de tegenwoordige tijd is van van sommige onregelmatige werkwoorden.

Onregelmatige werkwoorden worden niet vervoegd volgens de regels.

Werkwoord: Mogen

Ik vorm -    Ik mag

Hij vorm -  Hij mag

Wij vorm - Wij mogen

De slager ..... graag een cadeau.

Werkwoord: willen

1. wil
2. wilt
3. willen

Jij ..... graag een cadeau.

Werkwoord: willen

1. wil
2. wilt
3. willen

De boeven .... niet naar de gevangenis.

Werkwoord: willen

1. wil
2. wilt
3. willen

Ik .... de afwas doen.

Werkwoord: zullen

1. zal
2. zult
3. zullen

Mijn broer .... mij helpen.

Werkwoord: zullen

1. zal
2. zult
3. zullen

Jij .... wel wat anders denken.

Werkwoord: zullen

1. zal
2. zult
3. zullen

Ik .... niet liegen.

Werkwoord: zullen

1. zal
2. zult
3. zullen

De mensen .... niet liegen.

Werkwoord: zullen

1. zal
2. zult
3. zullen