What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Zinnen in de juiste volgorde zetten
Meivakantie
19 mei 2025
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
ISK
Nederlands
ISK
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Meivakantie
19 mei 2025
Slide 1 - Slide
Programma
Woorden in de juiste volgorde zetten
Slide 2 - Slide
Wat leer je?
Aan het eind van de les kun je een zin maken die begint met een
tijdwoord
.
Slide 3 - Slide
Wat weet je nog?
Maak hier één goede zin van.
Denk aan wat je geleerd hebt over de volgorde van de woorden.
1
2
3
De agent
arresteerde
de dief.
De agent
arresteerde
in het park.
De agent
arresteerde
vrijdagavond.
Slide 4 - Slide
Antwoord
Dit is de normale woordvolgorde in zinnen.
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
De agent
arresteerde
vrijdagavond
de dief
in het park.
Slide 5 - Slide
Volgorde vraagzinnen
'De agent arresteerde vrijdagavond de dief in het park.'
Opdracht: Maak hier een vraagzin bij.
1. Met een vraagwoord
2. Zonder vraagwoord
Slide 6 - Slide
Volgorde vraagzinnen
Vraagwoord
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
Wie
arresteerde
vrijdagavond
de dief
in het park?
Werkwoord
Wie of wat
Wanneer
Wie of wat
Waar
Arresteerde
de agent
vrijdagavond
de dief
in het park.
Slide 7 - Slide
Opdracht tijdwoorden
Wat zijn tijdwoorden?
Maak de opdrachten.
Slide 8 - Slide
Tijdwoord vooraan in de zin
Soms is het tijdwoord belangrijk.
We zetten het tijdwoord dan vooraan in de zin.
Slide 9 - Slide
Wanneer
Werkwoord
Wie of wat
Wie of wat
Waar
Vrijdagavond
arresteerde
de agent
de dief
in het park.
Wie
Werkwoord
Wanneer
Wat
Waar
De agent
arresteerde
vrijdagavond
de dief
in het park.
Slide 10 - Slide
Even proberen...
Slide 11 - Slide
geen les-hebben-we-morgen
Slide 12 - Open question
zaterdag-zij-naar-oma-haar-gaat
Slide 13 - Open question
Oefenen!
Ga naar je mail en klik op de link.
Maak met de woorden een goede zin.
Begin elke zin met het tijdwoord.
Bij sommige zinnen staat er al een hoofdletter.
Klaar? Ga verder met Grammatica.
Slide 14 - Slide
Wat leer je deze les?
Ik weet hoe ik een zin kan maken die begint met een tijdwoord.
Is het gelukt?
Wat vind je nog moeilijk?
Slide 15 - Slide
More lessons like this
Zinnen in de juiste volgorde zetten
4 days ago
- Lesson with
16 slides
ISK
Nederlands
ISK
Inversie
October 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Hoger onderwijs
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
- Lesson with
25 slides
by
Kidsweek in de Klas
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Vraagzinnen maken
May 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 6
Word Order
October 2023
- Lesson with
13 slides
link 3.4 en 4.1
December 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
ISK
L1 Taalbeschouwing: zinsleer
September 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Oefeningen inversie
September 2021
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Hoger onderwijs