6 okt modals

Welcome B3A
English class
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welcome B3A
English class

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  1. Ga gelijk op je plek zitten.
  2. Leg je spullen op tafel (boeklaptop, & pen)
  3. Mobiel blijft in je rugzak/tas.
  4. Wacht rustig tot de les begint.
  5. Denk aan klassenregels & verwachting.
timer
2:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Should, have (got) to, Must
  • Must, have to en should zijn alledrie hulpwerkwoorden en betekenen alle drie moeten.
  • Toch hebben ze niet alle drie dezelfde betekenis van moeten.
  • Wat denk je dat must, have (got) to & should betekenen?
  • Voorbeeld: Sarah should study for the test.                                                        This has to be Sarah's book.                                                              I'm hungry, I must eat something.                                                     

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
By the end of class:
  1. I can use modals (must, have to, should) in a sentence. 

Planning:
 1. Active explanation
2. Practice
3. English Essential
3. Terugblik

Slide 5 - Slide

Positieve verwachtingen uitspreken:

Should (not)
  1. Instead of watching Netflix, you should clean my room.
  2. He shouldn't eat too many chips. 
  3. Sarah should study for the test.  
  • Should (not) gebruik je als: iets zou moeten of niet zou moeten
  • Grammaticaregel: should (not) + hele werkwoord
  • Geef een voorbeeld.



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Has/have (got) to
  1. I have to go now, or i'll be late. --> noodzaak
  2. We have to wear a school uniform.  --> verplichting
  3. This has to be Jess's jumper. --> zekerheid
  • has/have to gebruik je om te zeggen: iets moet van iemand anders (zijn).
  • Grammaticaregel: has/ have to + hele ww
  • Geef een voorbeeld.



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Must (not)
  1. You must wear special goggles. 
  2. You mustn't go to that film.  
  • must (not) gebruik je : als jij vindt dat iets (niet) moet. 
  • grammaticaregel: must (not) + hele ww
  • must is krachtiger dan should!
  • Geef een voorbeeld.



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Samengevat......
Gebruik
Regel
Voorbeeld
Should (not)
Iets zou moeten of niet zou moeten.
should (not) + hele ww
Sara should study for the test.
Has / have to
iets moet van iemand anders (zijn).
has/have to + hele ww
We have to wear a school uniform
Must
als jij vindt dat iets (niet) moet.
must + hele ww
You must wear special safety shoes.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Practice what you learn
Choose: has/have to, must (not), should (not).
1. I'm hungry, I ................ eat something.
2. We ..................... lie to our parents.
3. The students .......................... do their homework.
4. This ...................... be Vick's laptop.
5. Instead of watching Netflix, I ....................... clean my room.
6. You .......................... eat too much chocolate, it's not healthy.

  • must
  • musn't
  • have to
  • has to
  • should
  • shouldn't 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Wat: Hfd 2 J opgave 25 & 26 maken blz. 43/44 wb
Hoe: klassikaal & individueel
         Duo's --> antwoorden bespreken
Tijd: 10 minuten 
Hulp: grammar 5 blz 27 tb, docent
Klaar?: Voorbeeldzinnen schrijven
Resultaat: klassikaal nakijken

Slide 11 - Slide

tijdover? English essential oefenen
Aan de slag
Exercise 25. 
  1. shouldn't text
  2. must tell
  3. have to pay attention
  4. should visit
  5. should see
  6. have to help

Slide 12 - Slide

tijdover? English essential oefenen
Aan de slag
Exercise 26. 
  1. should
  2. mustn’t
  3. have to
  4. should
  5. don’t have to
  6. shouldn’t
  7. have to
  8. should

Slide 13 - Slide

tijdover? English essential oefenen
English Essential
  • 3 luisteren en 3 lezen per periode 
  • Cijfer: onvoldoende, voldoende, goed
  • Elke week voor vrijdag
  • Vragen?

Nu: login in English Essential op magister en 3x luisteren en 3x reading doen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
- Should, have (got ) to, must
Wanneer gebruikt je het?:
  • Should:
  • Have (got) to:
  • Must:

Voorbeeld zinnen:
  • Sarah should study for the test.
  • This has to be Jess's jumper.
  • You must wear special work shoes.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Terugkijken naar de les
  • Schrijf 3 dingen op die je hebt geleerd &
  • Vragen over iets dat je niet zo goed hebt begrepen.
  • Leerdoelen
  • Evaluatie: hoe is de les gegaan
  • Engels digitaal: English essential elke week 3x R + L oefenen!
  • Volgende week SO!

Slide 16 - Slide

Ik ga een paar vragen stellen: iedereen denk voor 10 a 20 seconden voor zichzelf na. Ik kies zelf mensen uit.

6 okt modals

Slide 17 - Slide

This item has no instructions