7.5 Wetenschappelijke Notatie

Open de LessonUp app en vul de code in

Lesplanning:

- Terugblik (7.4)

- Uitleg nieuwe theorie (7.5)

- Hw bespreken (7.4)

- Hw maken (7.5)

1 / 24

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Open de LessonUp app en vul de code in

Lesplanning:

- Terugblik (7.4)

- Uitleg nieuwe theorie (7.5)

- Hw bespreken (7.4)

- Hw maken (7.5)

Slide 1 - Slide

Vorige les:

- Hoe zet je een groeifactor om naar een groeifactor met een grotere tijdseenheid?

- Hoe zet je een groeifactor om naar een groeifactor per halve tijdseenheid?

Slide 2 - Slide

Groeipercentage omzetten

Een hoeveelheid groeit met 7% per week

De groeifactor die bij deze toename hoort is 1,07

Na 4 weken is de hoeveelheid dus toegenomen met:

1, 07 \cdot 1, 07 \cdot 1, 07 \cdot 1, 07 = 1, 07^{​ 4 ​ ​} \approx 1, 31

Bij een groeifactor van 1,31 hoort een toename van 31%

Dus de hoeveelheid neemt per 4 weken met 31% toe.

Slide 3 - Slide

Groeifactor per halve tijdseenheid

Groeifactor per jaar is 81.

Groeifactor per half jaar is

\sqrt ​ 81 ​ ​ ​ = 9

Groeifactor per kwartaal is

\sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

Dus als de tijdseenheid wordt gehalveerd, dan is de groeifactor per halve tijdseenheid gelijk aan .

\sqrt ​ g ​ ​ ​

Slide 4 - Slide

Van een hoeveelheid is de groeifactor per 4 dagen 81.
Wat is de groeifactor per 2 dagen?
En wat is de groeifactor per 3 dagen?

Slide 5 - Open question

Groeifactor per 4 dagen is 81.

Wat is de groeifactor per 2 dagen?

Slide 6 - Slide

Groeifactor per 4 dagen is 81.

Groeifactor per halve tijdseenheid =

Dus de groeifactor per 2 dagen is

Wat is de groeifactor per 3 dagen?

\sqrt ​ g ​ ​ ​

\sqrt ​ 81 ​ ​ ​ = 9

Slide 7 - Slide

Groeifactor per 2 dagen is 9.

Groeifactor per halve tijdseenheid =

Dus de groeifactor per dag is

De groeifactor per 3 dagen is

\sqrt ​ g ​ ​ ​

\sqrt ​ 9 ​ ​ ​ = 3

3^{​ 3 ​ ​} = 27

Slide 8 - Slide

Deze les:

- Hoe schrijf je grote getallen met een macht van 10?

- Hoe schrijf je kleine getallen met een macht van 10?

Slide 9 - Slide

Een groot getal met een macht van 10 schrijven:

Wetenschappelijke notatie

7450000 = 7, 45 \cdot . . . . .

Komma verschuiven tot 1 getal voor de komma:

Slide 10 - Slide

Een klein getal met een macht van 10 schrijven:

Wetenschappelijke notatie

7450000 = 7, 45 \cdot 1.000.000

Komma naar links verplaatsen:

Komma verschuift 6 plaatsen

Slide 11 - Slide

Een groot getal met een macht van 10 schrijven:

Wetenschappelijke notatie

Schrijf met een macht van 10:

7450000 = 7, 45 \cdot 1.000.000 = 7, 45 \cdot 10^{​ 6 ​ ​}

Slide 12 - Slide

Terugschrijven:

6, 341 \cdot 10^{​ 8 ​ ​} = 634.100.000

6, 341 \cdot 10^{​ 8 ​ ​} = 6, 34100000

Slide 13 - Slide

Schrijf als gewoon getal:

2, 6 \cdot 10^{​ 4 ​ ​}

2,6000

26000

260000

Slide 14 - Quiz

Schrijf in de wetenschappelijke notatie.
7600

7, 6 \cdot 10^{​ 2 ​ ​}

7, 6 \cdot 10^{​ 3 ​ ​}

7, 6 \cdot 10^{​ 4 ​ ​}

Slide 15 - Quiz

7600 = 7, 6 \cdot 1000 = 7, 6 \cdot 10^{​ 3 ​ ​}

Slide 16 - Slide

Een klein getal met een macht van 10 schrijven:

Wetenschappelijke notatie

0, 0043 = 4, 3 \cdot 10^{​ - 3 ​ ​}

De komma is drie keer verschoven.

Slide 17 - Slide

Een klein getal met een macht van 10 schrijven:

Wetenschappelijke notatie

0, 00032 = 3, 2 \cdot 10^{​ - 4 ​ ​}

De komma is vier keer verschoven.

Slide 18 - Slide

5, 04 \cdot 10^{​ - 6 ​ ​} = 0, 00000504

De komma is 6 plaatsen naar links verschoven.

Slide 19 - Slide

Schrijf als gewoon getal

8 \cdot 10^{​ - 8 ​ ​}

0,00000008

0,00008

800.000.000

Slide 20 - Quiz

Zet in de wetenschappelijke notatie.
0,0065

6, 5 \cdot 10^{​ - 2 ​ ​}

6, 5 \cdot 10^{​ - 3 ​ ​}

6, 5 \cdot 10^{​ - 4 ​ ​}

Slide 21 - Quiz

0, 0065 = 6, 5 \cdot 10^{​ - 3 ​ ​}

Slide 22 - Slide

239.000 = 2, 39 \cdot 10^{​ 5 ​ ​}

0, 000021 = 2, 1 \cdot 10^{​ - 5 ​ ​}

Slide 23 - Slide

Huiswerk voor vrijdag:

- Maken 7.5 (online)

Minimaal 75% goed.

Slide 24 - Slide

7.5 Wetenschappelijke Notatie

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

More lessons like this

VWO 2 - Hoofdstuk 7 - Herhalingsles

7.4 Groeifactor en tijd

7.4 vwo groeifactor en tijd

grote en kleine getallen in de wetenschappelijke notatie kopie

7.5 standaardvorm

Herhaling H7 ma

Laatste les voor toets

MCAWIS lj 3h dt 1 les 2