Laatste les voor toets

herhaling en Test Jezelf
- je kunt daling en stijging berekenen met hulp van een factor. (snelste manier!)
- je kunt een exponentiele formule opstellen
- je kunt rekenen met een exponentiele formule
- je kunt heel grote of heel kleine getallen opschrijven in de standaardvorm
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

herhaling en Test Jezelf
- je kunt daling en stijging berekenen met hulp van een factor. (snelste manier!)
- je kunt een exponentiele formule opstellen
- je kunt rekenen met een exponentiele formule
- je kunt heel grote of heel kleine getallen opschrijven in de standaardvorm

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

groeifactor= getal waarmee je moet vermenigvuldigen om het nieuwe aantal te vinden.
afname 20%
toename 0,25
afname 15%

Vanuit een tabel: hoe vind je de groeifactor?
t
0
1
2
A
22,5
7,5
2,5

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

met factoren: 0,8x0,75=0,6 Dus je moet 60% betalen, dus 40% korting.

of met getallenvoorbeeld. Stel 100 euro.
-20% = 80
- 25% van 80= 60 euro. Dus hoeveel korting in totaal?
groeifactor
Bij korting of afname is de groeifactor kleiner dan 1.
Hoe kleiner hoe sneller de afname

Slide 4 - Slide

korting, afname 
dan onder de 1
Hoe kleiner hoe sneller de afname
exponentiele formule
h=bgt
t
0
1
2
A
22,5
7,5
2,5
t
0
2
4
h
3
27
243

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

standaardvorm - wetenschappelijke notatie
gegeven de formule:                    bereken h als t=10   
                                             bereken h als t= 20
                                             bereken h als t= 25
     
h=81002t

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

schrijf als gewoon getal

schrijf in de standaardvorm

0,000013
0,005690
16 000 000 000
8 365 891
8,123104
3,2598105
1,38921109
7,32106

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oefenproefwerk
oefenen en vragen stellen
timer
1:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Groeifactor en tijd

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Als de tijdseenheid 3 keer groter wordt
dan geldt voor de groeifactor:
g x g x g = g³

Als de tijdseenheid 5 keer groter wordt dan geldt:

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt er als de tijdseenheid kleiner wordt?
We kijken nu alleen naar de situaties waarin de tijdseenheid wordt gehalveerd.

Dus bijvoorbeeld van 2 dagen naar 1 dag
of van groei per jaar naar groei per half jaar

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

samengevat
Als de tijdseenheid 3 x groter wordt dan is de nieuwe groeifactor:
g x g x g =

Als de tijdseenheid gehalveerd wordt dan is de nieuwe groeifactor:


g

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Test Jezelf
timer
20:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions