Levensloop hoofdstuk 5.3

Levensloop hoofdstuk 5.3
Pijler 2: pensioen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Levensloop hoofdstuk 5.3
Pijler 2: pensioen

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Terugkoppeling paragraaf 5.1 en 5.2

Nieuwe stof paragraaf 5.3

Opgaves maken

Leerdoelen

Slide 2 - Slide

Een uitkering stijgt elk jaar met hetzelfde percentage als de gemiddelde loonstijging in het land.
A
Inflatie
B
Waardevast
C
Welvaartsvast

Slide 3 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat het omslagstelsel inhoudt en beschrijf hoe dit systeem werkt binnen bijvoorbeeld het pensioen- of zorgstelsel.


Slide 4 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat het omslagstelsel inhoudt en beschrijf hoe dit systeem werkt binnen bijvoorbeeld het pensioen- of zorgstelsel.

Dat betekent dat de werkenden van nu via hun premies of belastingen betalen voor de uitkeringen of pensioenen van de huidige ontvangers.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe mijn bedrijfspensioen word opgebouwd

Ik kan rekenen met de dekkingsgraad 

Ik kan de contante waarde uitrekenen en uitleggen 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Bedrijfspensioen






Pensioen is een aanvulling op de AOW geen vervanging

Slide 8 - Slide

Bedrijfspensioen
Pensioen opbouwen:
- Zzp'ers vrijwillig opbouwen
- Werknemers vaak verplicht (gedwongen besparing
- Werkgevers vaak verplicht dit aan te bieden

Slide 9 - Slide

Bedrijfspensioen
Dekkingsgraad: is het huidige vermogen (beleggingen)                                                      voldoende voor toekomstige uitkeringen

Dekkingsgraad = Vermogen : toekomstige uitkeringen x 100%

Slide 10 - Slide

Bedrijfspensioen
Dekkingsgraad = Vermogen : toekomstige uitkeringen x 100%
Het huidige vermogen is 250 miljard euro. We streven naar een dekkingsgraad van 115%. 

Wat moeten de toekomstige uitkeringen waard zijn voor deze dekkingsgraad

Slide 11 - Slide

Bedrijfspensioen
Dekkingsgraad = Vermogen : toekomstige uitkeringen x 100%
115% = 250 miljard : ... x 100% 

115% / 100% = 1,15 
1,15 = 250 miljard : ... 
250 miljard / 1,15 = 217,39 miljard

Slide 12 - Slide

Bedrijfspensioen
Contante waarde: hoeveel heb ik nu nodig om in de toekomst alle pensioenen te betalen

Contante waarde = eindwaarde : groeifactor


tijd

Slide 13 - Slide

Bedrijfspensioen
Pensioenfonds moet over 3 jaar 6.000 euro waard zijn. Ik heb een rendement van 4%. Wat is de nodige contante waarde?

Contante waarde = eindwaarde : groeifactor


tijd

Slide 14 - Slide

Bedrijfspensioen
Pensioenfonds moet over 3 jaar 6.000 euro waard zijn. Ik heb een rendement van 4%. Wat is de nodige contante waarde?

Eerst de groeifactor

Slide 15 - Slide

Bedrijfspensioen
Pensioenfonds moet over 3 jaar 6.000 euro waard zijn. Ik heb een rendement van 4%. Wat is de nodige contante waarde?

Eerst de groeifactor 
- 4% stijging geeft een groeifactor van 1,04

Slide 16 - Slide

Bedrijfspensioen
Pensioenfonds moet over 3 jaar 6.000 euro waard zijn. Ik heb een rendement van 4%. Wat is de nodige contante waarde?
Groeifactor van 1,04
Alles invullen in de formule: 

6.000 : 1,04     = 5335 afgerond op hele euro's

3

Slide 17 - Slide

En nu?
Maak opgaves 5.1 t/m 5.7 
Klaar: maak zelftesten hoofdstuk 3 en 4 of samenvatten
             of iets anders in overleg met mij

Slide 18 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen hoe mijn bedrijfspensioen word opgebouwd

Ik kan rekenen met de dekkingsgraad 

Ik kan de contante waarde uitrekenen en uitleggen 

Slide 19 - Slide