Spelling 4.8, 4 juni 2025

Boekpromoties
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Boekpromoties

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Boekpromoties
  • Planning Nederlands (herhaling)
  • Huiswerk en  vorige les
  • 4.8 Spelling
  • Opdrachten maken.

Slide 2 - Slide

Planning Nederlands blok 4, klas 3m2

Week 20 Lezen 4.3
Week 21 Woorden 4.5, Grammatica 4.7
Week 22 (Hemelvaart do 29 + vrij 30 mei) Grammatica 4.7
Week 23 Spelling 4.8
Week 24 (Pinksteren ma 9 juni) Schrijven 5.4
Week 25 S.o. Schrijven (tijdens de les)
Week 26 S.o. woorden 4.5
Week 27 (start toetsweek woe 2 juli) Proefwerkweek
Week 28 (proefwerkweek blok 4) Proefwerkweek
Week 29 (afsluiting school) Geen les
Week 30 Zomervakantie Vakantie


Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken en ophalen vorige les
Huiswerk was: 
maak van 4.7 opdrachten 1 t/m 7 en 9 t/m 11.

Slide 4 - Slide

4.8 Spelling
Je leert:
waar je een apostrof, trema en accentteken gebruikt.

Slide 5 - Slide

Trema (ë, ï, ü)
  • Meervoud woord op -ee en -ie. 
Ree => reeën    categorie => categorieën    bacterie => bateriën

  • Bij uitspraakverwarring met twee klinkers naast elkaar.
ruine => ruïne    vacuum => vacuüm
buiig =>  niet nodig     financieel => niet nodig
Klinkers zijn: a, e, i, o, u.
p. 159

Slide 6 - Slide

Apostrof '
  • Bij bezit. Je schrijft de ' als de uitspraak anders niet klopt.

  • Emma's boek, HEMA's aanbieding > eindigt op lange klinker 

  • Let op! Is het een sisklank, dan alleen de ': Max' rugzak, Hans' fiets.

Slide 7 - Slide

Apostrof '
  • Meervoud woorden met lange klank, vanwege de uitspraak.
autos => auto's, babys => baby's, etappe => etappes
  • Na afleidingen met cijfers en afkortingen.
mp3'tje, vwo'er, A4'tje
  • Bij weglaten van letters
het => 't            hem => 'm  Ik geef het aan 'm.

Slide 8 - Slide

Accent (é, è, ê)
Met accenttekens geef je aan hoe je een woord uitspreekt.

We kennen drie soorten accenten: 
  • Accent aigu (é)
  • Accent grave (è) 
  • Accent circonflexe (ê)




Dat had ik écht niet gezien.
Hij heeft héél lang geslapen.
Nee, ik vroeg om de sáús.






Slide 9 - Slide

Accent
  • Dat had ik écht niet gezien.
  • Hij heeft héél lang geslapen.
  • Nee, ik vroeg om de sáús.


Slide 10 - Slide

 Franse leenwoorden

  • Crêpe, café, crème: accenten voor goede uitspraak
  • etage dus zonder accent
  • Is het woord vernederlandst? Dan géén accenttekens op a, o, u (ragout). 
  • Echt Franse woord(groep)en behouden accent: coûte que coûte of après-ski.

Slide 11 - Slide

Welk woord is goed geschreven?
A
caissiere
B
caissière
C
caissiëre
D
caissiére

Slide 12 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
Créme fraiche is verse room.
B
Crème fraiche is verse room.
C
Crème fraîche is verse room.
D
Creme fraiche is vers room.

Slide 13 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
Het woord betekent: een veelgebruikte, afgesleten uitdrukking.
A
cliche
B
cliché
C
clîché
D
clichè

Slide 14 - Quiz

Een onderonsje tussen
twee personen noem je een:
A
tete-a-tete
B
tête-a-tête
C
tete-à-tete
D
tête-à-tête

Slide 15 - Quiz

Trema of geen trema?
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd

Slide 16 - Quiz

Trema of geen trema?

A
ingredienten
B
ingrediënten

Slide 17 - Quiz

Trema of geen trema?
A
gekopïeerd
B
gekopieerd

Slide 18 - Quiz

Trema of geen trema?
A
financien
B
financiën

Slide 19 - Quiz

Trema of geen trema?
A
ideeen
B
ideeën

Slide 20 - Quiz

verbeter het woord A4tjes

Slide 21 - Open question

verbeter de zin:
arnos loopbaan begon in een rotterdams cafe

Slide 22 - Open question

verbeter de zin:
ik hou van tostis, lollys, en smarties

Slide 23 - Open question

Doen:
a) Schrijf de tekst op die wordt voorgelezen.
b) Wissel je tekst met je klasgenoot. 
c) Kijk de tekst van je klasgenoot na en bespreek elkaars fouten.

Slide 24 - Slide

Huiswerk voor volgende week:
Maak van 4.8 Spelling opdrachten 2, 5, 6, 7, 8, 10, 11.

Slide 25 - Slide