2GT Grieks dativus 27-11

2GT Grieks Dativus
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

2GT Grieks Dativus

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Je kent de rijtjes van het zelfstandig naamwoord
Je oefent met de verschillende functies

  • overhoren rijtjes en woordjes 
  • SO opgeven
  • Grammaticaoverzicht: komt vandaag, niet nu
  • Ergon 20
  • Vertalen tekst 7

Slide 2 - Slide

Naamvallen en functies
nominativus  = onderwerp; naamwoordelijk deel vh gezegde 

genitivus = bijvoeglijke bepaling; na voorzetsel; na werkwoord

dativus = meewerkend voorwerp; bijwoordelijke bepaling; na ww; na vz 

accusativus = lijdend voorwerp; na voorzetsel


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat gaan we doen? 
Maak opdracht 16 p. 30

Slide 8 - Slide

Naamvallen en functies
nominativus  = onderwerp; naamwoordelijk deel vh gezegde 

genitivus = bijvoeglijke bepaling; na voorzetsel; na werkwoord

dativus = meewerkend voorwerp; bijwoordelijke bepaling; na vz; na ww

accusativus = lijdend voorwerp; na voorzetsel


Slide 9 - Slide

Dativus
1.  Ὁ πατήρ τοῖς υἱοίς τὰ ὅπλα φαίνει.   (φαίνω = tonen)



2. Ὁ υἱος τῷ πατρὶ τὸ δένδρον κόπτει. (κοπτω=omhakken) 


Slide 10 - Slide

Dativus

1.  Ὁ πατήρ τοῖς υἱοίς τὰ ὅπλα φαίνει.   
= De vader toont aan zijn zoons de wapens.


2. Ὁ υἱος τῷ πατρὶ τὸ δένδρον κόπτει. (κοπτω=omhakken) 
= De zoon hakt voor zijn vader de boom om



meewerkend voorwerp: aan, voor

Slide 11 - Slide

Wat gaan we doen? 
  • Maak ergon 14 en 15 p. 110

Slide 12 - Slide

Dativus
1.  Ὁ πατήρ τοῖς υἱοίς τὰ ὅπλα φαίνει.   (φαίνω = tonen)



2. Ὁ ἥρως τῃ μάχαιρᾳ τὴν γυναῖκα κτείνει.



Slide 13 - Slide

Dativus
1.  Ὁ πατήρ τοῖς υἱοίς τὰ ὅπλα φαίνει.   
= De vader toont aan zijn zoons de wapens.

Ὁ χαλκεὺς τῷ γεωργῷ τὴν ἀξίνην ποιεῖ.

2. Ὁ ἥρως τῃ μάχαιρᾳ τὴν γυναῖκα κτείνει.
= De held doodt de vrouw met een zwaard.

Προνοίᾳ ὁ γεωργὸς τὸ δένδρον κόπτει. 


meewerkend voorwerp: aan, voor
bijwoordelijke bepaling: met, door (uit)

Slide 14 - Slide

Dativus
1.  Ὁ πατήρ τοῖς υἱοίς τὰ ὅπλα φαίνει.   
= De vader toont aan zijn zoons de wapens.

Ὁ χαλκεὺς τῷ γεωργῷ τὴν ἀξίνην ποιεῖ.

2. Ὁ ἥρως τῃ μάχαιρᾳ τὴν γυναῖκα κτείνει.
= De held doodt de vrouw met een zwaard.

Προνοίᾳ ὁ γεωργὸς τὸ δένδρον κόπτει. 


meewerkend voorwerp: aan, voor
bijwoordelijke bepaling: met, door (uit)

Slide 15 - Slide