This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
TOETS PLURIFORME SAMENLEVING
Slide 1 - Slide
Wat betekent pluriforme samenleving?
A
Een samenleving met veel gastarbeiders
B
Een samenleving van meerdere culturen en leefstijlen
C
Een samenleving met veel sociaal-economische maatregelen
D
Een samenleving met veel segregatie
Slide 2 - Quiz
subculturen hebben te maken met:
A
geloof, muziek en met je inkomen
B
geloof, muziek, werk, politiek, woonplaats en migratie achtergrond
C
met allerlei zaken, behalve met je geloof
D
alleen met je geloof en je achtergrond
Slide 3 - Quiz
A
dominante cultuur
B
subcultuur
Slide 4 - Quiz
A
Dominante cultuur
B
Subcultuur
Slide 5 - Quiz
verhuizen naar een ander land
A
immigreren
B
exporteren
C
emigreren
D
importeren
Slide 6 - Quiz
Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie
Slide 7 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een 'stereotype'?
A
in Mexico draagt iedereen sombrero's
B
Ook in Frankrijk houden mensen van sushi.
C
In Spanje bestaan er Hollandse frietzaken.
D
De president van Amerika is gek op honden.
Slide 8 - Quiz
In welke uitspraak herken je een stereotype
A
Mijn buurjongen blowt
B
Zijn oom is een crimineel
C
Vrouwen kunnen niet auto rijden
D
Die gast stinkt
Slide 9 - Quiz
Wat is discriminatie?
A
Verschil maken tussen mensen
B
Verschil maken tussen mensen op basis van niet-belangrijke kenmerken
C
Verschil maken tussen mensen op basis van relevante kenmerken
D
Verschil maken tussen mensen in verschillende situaties
Slide 10 - Quiz
Wat is discriminatie?
A
"Ik vind jouw donkere huidskleur lelijk"
B
"Jij bent homo, dus jij mag niet meedoen"
C
"Vrouwen kunnen niet autorijden"
D
"Jij zingt vals, dus mag niet in ons koor"
Slide 11 - Quiz
Je bent tolerant als je:
A
een ander zegt wat hij moet doen
B
een ander helpt
C
een ander in zijn of haar waarde laten
D
een ander overtuigen om zich anders te gedragen.
Slide 12 - Quiz
Geef een argument voor en een argument tegen de volgende stelling: "Scholen waar alleen maar witte of donkere kinderen opzitten, zijn slecht voor de samenleving."
Slide 13 - Open question
Geef een argument voor en een argument tegen de volgende stelling: "In Nederland bestaat er geen dominante cultuur."
Slide 14 - Open question
Geef een argument voor en een argument tegen de volgende stelling: "Mensen met een andere afkomst moeten zich aanpassen aan de Nederlandse cultuur."
Slide 15 - Open question
Je loopt met je vrienden Thijs en Melle door de gang van school. dan botst Mourad per ongeluk lltegen Melle op. Melle roept meteen: "Kutmarokkaan, Kijk uit waar je loopt!" Thijs reageert niet, maar jij vindt dat Melle dat niet had mogen zeggen. Wat doe je en waarom?