Neem plaats en pak papier, pen en je huiswerk erbij
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4
This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 25 min
Items in this lesson
Welkom vandaag 13 maart
Planning
Planning
Vragen
Start elektrisch zintuig
M7 bestaat uit
- Elektriciteit
- Zenuwstelsel van de mens
- Rekenen met het metriekstelsel
- Rekenen met formules
Toets vrijdag 11 april (week 15)
Nu week 11
Neem plaats en pak papier, pen en je huiswerk erbij
Slide 1 - Slide
De carrousel: nog vragen?
Serieschakeling
Parallelschakeling
Overbelasting of kortsluiting
Schuifweerstand
Aardlekschakelaar
Overbelasting of kortsluiting
Energiegebruik
Energiegebruik föhn
Huisinstallatie
Voer het experiment uit en noteer de antwoorden.
Leg je antwoord uit!
Formules:
P=U*I
E=P*t let op P in kW en t in uren
Kosten = E* prijs(kWh)
Slide 2 - Slide
week/datum
Planning
6 maart
Carrousel
7 maart
Rekenen
13 maart
Zintuigen
14 maart
Zintuigen
20 maart
Carrousel zintuigen
21 maart
Uitleg posteropdracht
27 maart en 28 maart
Werken aan poster
3 april
Studiedag TOM; jullie kunnen aan de poster werken
4 april
Werken aan poster en inleveren
10 april
herhalen stof
11 april
Toets over module 7
M7 opdrachten
- Poster: 4 april
- Een toets: 11 april
M8 opdrachten
- Een toets over formules en metriekstelsel (OVG)
- verslag
Slide 3 - Slide
Zintuigen
Gebruikt voor TOM les op 4 april
Slide 4 - Slide
Welke zintuigen ken je?
Slide 5 - Mind map
Zintuigen leerdoelen
Je kunt
- benoemen uit welke delen het centrale zenuwstelsel is opgebouwd.
- opnoemen welke 5 zintuigen een mens heeft
- aangeven op welk soort prikkels de verschillende zintuigen reageren
- het verschil uitleggen tussen een prikkel en een impuls
Slide 6 - Slide
Het zenuwstelsel
Slide 7 - Slide
Het zenuwstelsel
Waaruit bestaat ons zenuwstelsel?
Slide 8 - Slide
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat:
* Centrale zenuwstelsel:
Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam
en het ruggenmerg
* Zenuwen: verbinden het centrale
zenuwstelsel met alle lichaamsdelen zoals
je zintuigen en je spieren
Slide 9 - Slide
Centraal zenuwstelsel
Zenuwen zitten verspreid door je hele lichaam.
In je rug in een dikke bundel: in je ruggenmerg; beschermd door de wervelkolom.
Centraal zenuwstelsel:
Zenuwen, hersenen en ruggenmerg
Slide 10 - Slide
Functie zenuwstelsel
Wat is de functie van het zenuwstelsel?
Verwerking van impulsen
Werking regelen van spieren en klieren
Slide 11 - Slide
Zintuig
Een zintuig is een orgaan dat reageert op prikkels uit je omgeving.
Zintuigenstelsel
Slide 12 - Slide
Zintuigen van de mens
Zintuigen = "meetapparatuur" om de omgeving waar te nemen
Alle zintuigen bij elkaar = zintuigstelsel
Slide 13 - Slide
Voorbeeld
Geluid komt je oren binnen.
Zintuigcellen in je oren sturen vervolgens informatie naar je hersenen.
Daar word je je bewust van wat je hoort:
Het is je beste vriend die 'hoi!' roept.
Slide 14 - Slide
Zintuigen in de huid
Tastzintuigen
Drukzintuigen
Pijnzintuigen
Warmte zintuigen
Koude zintuigen
Slide 15 - Slide
adequate prikkel
Slide 16 - Slide
Smaak (proeven)
Smaakzintuigen: worden geprikkeld door smaakstoffen
Tong: is ruw, bevat uitsteeksels en holtes, hierin liggen smaakzintuigen
5 soorten smaakzintuigen:
zoet, zout, zuur, bitter, umani (hartig)
Slide 17 - Slide
Hoe ruik je?
Je ruikt met je reukzintuig
Het reukzintuig is deel van het neusslijmvlies
Geurstoffen komen via de lucht bij het reukzintuig
Slide 18 - Slide
Ruiken
lucht inademen.
geurstoffen komen bij je
reukzintuig.
geurstoffen zijn de prikkels
voor je reukzintuig.
reukzintuig stuurt via de
reukzenuw een impuls naar je hersenen.
hersenen geven aan welke
geur het is.
Slide 19 - Slide
Gehoortest
20 Hz
200 Hz
2000 Hz
12000 Hz
30 Hz
50 Hz
80 Hz
500 Hz
800 Hz
1000 Hz
5000 Hz
8000 Hz
10000 Hz
15000 Hz
18000 Hz
20000 Hz
Dit is een test voor het gehoor.
Bij iedereen is het bereik verschillend, dit heeft te maken met je leeftijd, gezondheid en mogelijke gehoorbeschadigingen. En het trommelvlies van jongeren is soepeler dan die van ouderen.
Slide 20 - Slide
Prikkels en impulsen
Reageren op een waarneming
Slide 21 - Slide
Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kunt reageren.
- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels
Slide 22 - Slide
Andere prikkels
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
Verschillende prikkels
Zintuigen zetten prikkels
om in impulsen.
Een impuls is een elektrisch stroompje door een zenuw
impulsen gaan door het zenuwstelsel
Slide 25 - Slide
Onthouden
Zintuigcellen vangen de prikkel uit de omgeving op. Zetten de prikkel om in een bericht.
Dit bericht gaat via de zenuwen naar de hersenen.
En van de hersenen naar andere delen van je lichaam.
Beperking: wanneer een prikkel niet doorgegeven kan worden. Zoals blind en doof zijn.
Slide 26 - Slide
reageren of niet?
Je hersenen kiezen de belangrijkste berichten en reageren hierop. Je reageert niet op:
te zwakke prikkels
prikkels die er de hele tijd zijn (gewenning)
onbelangrijke prikkels (motivatie)
Slide 27 - Slide
Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.
In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls
Slide 28 - Slide
Verschil in prikkels
Een prikkel van buiten het lichaam, noem je een uitwendige prikkel.
Een prikkel van binnen uit het lichaam, noem je een inwendige prikkel.
Op een prikkel volgt niet altijd hetzelfde gedrag.
Slide 29 - Slide
Werking van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.
Het zenuwstelsel regelt de werking van spieren en klieren.
Slide 30 - Slide
prikkelverwerking
Slide 31 - Slide
Huiswerk voor 14 maart
We zijn begonnen met zintuigen
Doornemen elektrische zintuig
Opdracht VWO maken informatieve poster over het zenuwstelsel
En alle bronnen!
Slide 32 - Slide
Wie heeft de meeste vragen goed
- over de stof van het huiswerk
- over het eerste deel van de uitleg
- over het filmpje wat nu volgt
Slide 33 - Slide
Adequate prikkels
Juiste prikkel bij het juiste zintuig
Slide 34 - Slide
Zintuigen
Informatie uit de omgeving wordt door zintuigen (organen) opgevangen: prikkels
Prikkels worden vertaalt in berichten
Berichten gaan via zenuwen naar de hersenen: je neemt het waar OF je merkt dat je iets proeft voelt of bijvoorbeeld hoort.
Met je hersenen wordt dan besloten hoe je gaat reageren
Dan worden berichten gestuurd naar delen van je lichaam zodat deze reageren.
Orgaan
Prikkel
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Video
Contact maken kan je zonder je zintuigen te gebruiken
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 37 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een prikkel
A
geurstof
B
tong
C
cactus
D
licht
Slide 38 - Quiz
In welk antwoord staan alleen maar prikkels?
A
geur - smaak - oog
B
kou - warmte - pijn
C
huid - geluid - licht -
D
gevoel - oor - geluid
Slide 39 - Quiz
Een prikkel geeft je informatie over je omgeving
A
Dit is waar
B
Dit is niet waar
Slide 40 - Quiz
Wat is de goede volgorde?
A
Zintuig - Prikkel - Hersenen
B
Prikkel - Zintuig - Hersenen
C
Hersenen - Prikkel - Zintuig
D
Prikkel - Hersenen - Zintuig
Slide 41 - Quiz
de zintuigen zitten in je
A
organen
B
oren, ogen, tong, neus
C
oren, ogen, tong, neus, huid
D
in je hersenen
Slide 42 - Quiz
Wat is de functie van een zintuig?
A
Impulsen omzetten naar prikkels en naar de hersenen sturen
B
Prikkels maken en doorsturen naar de hersenen
C
Prikkels omzetten naar impulsen en naar de hersenen sturen
D
Impulsen maken en doorsturen naar de hersenen
Slide 43 - Quiz
Tekst
gezichts- zintuig
gehoor- zintuig
reuk- zintuig
tast- zintuig
smaak- zintuig
Slide 44 - Drag question
welk orgaan speelt naast de smaakpapillen op de tong een belangrijke rol bij smaakvorming?
A
de keelholte
B
de huig
C
de neus
Slide 45 - Quiz
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 46 - Quiz
Wat is het centrale zenuwstelsel?
A
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam + ruggenmerg
B
grote hersenen + kleine hersenen + hersenstam
C
Grote hersenen + kleine hersenen
D
Grote hersenen
Slide 47 - Quiz
Welk onderdeel van het zenuwstelsel is geen onderdeel van het centraal zenuwstelsel
A
Ruggenmerg
B
Grote hersenen
C
Hersenstam
D
Zenuwen
Slide 48 - Quiz
Wat is de drempelwaarde van een zintuig?
A
De sterkste prikkel die een impuls veroorzaakt
B
De zwakste prikkel die een impuls veroorzaakt
C
Dat is de adequate prikkel
D
Dat is verschillend
Slide 49 - Quiz
Zintuigen leerdoelen
Je kunt
- benoemen uit welke delen het centrale zenuwstelsel is opgebouwd.
- opnoemen welke 5 zintuigen een mens heeft
- aangeven op welk soort prikkels de verschillende zintuigen reageren
- het verschil uitleggen tussen een prikkel en een impuls