Breakeven analyse
Break-even analyse
Break-even afzet
Break-even omzet
Dekkingsbijdrage
Beoogde winst
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 minItems in this lesson
Break-even analyse
Break-even afzet
Break-even omzet
Dekkingsbijdrage
Beoogde winst
Slide 1 - Slide
Vraag
Je hebt een ijssalon. De huur, verzekering en energiekosten zijn € 4.000 per maand.
De verkoopprijs van een ijsje is € 2,50
De variabele kosten zijn € 0,50 per stuk
Hoeveel ijsjes moet je verkopen om 'quitte' te spelen. Dus precies uit de kosten te komen
Slide 2 - Slide
Uitwerking
Je hebt een ijssalon. De huur, verzekering en energiekosten zijn € 4.000 per maand.
De verkoopprijs van een ijsje is € 2,50
De variabele kosten zijn € 0,50 per stuk
€ 4.000/ (2,50 - 0,50) = 2.000 ijsjes
Slide 3 - Slide
Variabele kosten en constante kosten
Variabele kosten = kosten die veranderen bij een verandering in de productieomvang
Constante kosten = kosten die niet veranderen bij een verandering in de productieomvang
Voorbeelden
- Grondstofkosten
- Inkoopwaarde van de verkopen
- Verpakkingskosten
Voorbeelden
- Huur
- Afschrijvingskosten
- Vaste loonkosten
Slide 4 - Slide
Break-even afzet
Constante kosten
(verkoopprijs - variabele kosten per stuk)
€ 4.000
(2,50 - 0,50) = 2.000
De afzet die je moet halen om geen winst en geen verlies te hebben
Winst van € 0
Slide 5 - Slide
Bij de berekening van break-even afzet moet je uitgaan van
A
Verkooprijs ex btw
B
Verkoopprijs inc btw
Slide 6 - Quiz
Break-even omzet
De omzet die je moet halen om geen winst en geen verlies te hebben
Break-even afzet X verkoopprijs
2.000 ijsjes X € 2,50 = € 5.000
Slide 7 - Slide
Controle
Omzet 2.000 X € 2,50 = € 5.000
Variabele kosten 2.000 X € 0,50 = € 1.000 -
Dekkingsbijdrage € 4.000
Constante kosten € 4.000 -
Nettowinst € 0
Omzet - variabele kosten = dekkingsbijdrage !!
Bij break-even afzet moet dekkingsbijdrage dus even groot zijn als de constante kosten
Slide 8 - Slide
Dekkingsbijdrage per stuk
Verkoopprijs - variabele kosten per stuk
€ 2,50 - € 0,50 = € 2,00
Afzet X dekkingsbijdrage per stuk = totale dekkingsbijdrage
2.000 ijsjes X € 2,00 = € 4.000
Slide 9 - Slide
Van een eenmanszaak is het volgende gegeven:
Verkoopprijs: € 250,-
Variabele kosten per product: € 100,-
Constante bedrijfskosten: € 225.000
Bereken de break-even omzet.
Verkoopprijs: € 250,-
Variabele kosten per product: € 100,-
Constante bedrijfskosten: € 225.000
Bereken de break-even omzet.
Slide 10 - Open question
Uitwerking
Van een eenmanszaak is het volgende gegeven:
Verkoopprijs: € 250,-
Variabele kosten per product: € 100,-
Constante bedrijfskosten: € 225.000
Bereken de break-even omzet.
€ 225.000/ (€ 250 - € 100) = 1.500 stuks
1.500 X € 250 = € 375.000
Slide 11 - Slide
De ijssalon wil € 1.000 winst!
Omzet € ...................
Variabele kosten € ................... -
Dekkingsbijdrage €...................
Constante kosten € 4.000 -
Nettowinst € 1.000
Slide 12 - Slide
De ijssalon wil € 1.000 winst!
Omzet € ...................
Variabele kosten € ................... -
Dekkingsbijdrage .......X (2,50 - 0,50) €...................
Constante kosten € 4.000 -
Nettowinst € 1.000
- Hoe groot moet de totale dekkingsbijdrage zijn?
- € 4.000 + € 1.000 = € 5.000
Slide 13 - Slide
De ijssalon wil € 1.000 winst!
Omzet € ...................
Variabele kosten € ................... -
Dekkingsbijdrage .......X (2,50 - 0,50) € 5.000
Constante kosten € 4.000 -
Nettowinst € 1.000
€ 5.000/ (2,50 - 0,50) = 2.500 ijsjes
Slide 14 - Slide
Constante kosten + beoogde winst
(verkoopprijs - variabele kosten per stuk)
Maak de opgaven op het blad
Let op: inkoopprijs is ook .....................
timer
5:00
Slide 15 - Slide
Break-even analyse
Herhaling
Oefenen
Wat is de break-even afzet
Hoe bereken je de break-even afzet
Slide 16 - Slide
Break-even analyse
Break-even afzet = de hoeveelheid waarbij je quitte speelt
Constante kosten/ (prijs - variabele kosten per product)
- Hoe noem we het gedeelte tussen haakjes ook wel?
- Dekkingsbijdrage!!!
Slide 17 - Slide
Oefening
Break-even afzet = de hoeveelheid waarbij je quitte speelt
Constante kosten/ (prijs - variabele kosten per product)
- Hoe noem we het gedeelte tussen haakjes ook wel?
- Dekkingsbijdrage!!!
Slide 18 - Slide
Break-even analyse
- Met prijs exclusief btw of inclusief btw rekenen?
- Exclusief!!!
- De btw moet je afdragen
- Niet beschikbaar voor kosten terugverdienen
Slide 19 - Slide
Oliebollen
Erik heeft een oliebollenkraam.
Hij verkoopt ze voor € 2,42 inclusief 21 % btw
De inkoopprijs is € 0,40. De overige variabele bedrijfskosten zijn € 0,80
De huur van grond bedraagt € 1.000 per maand. De afschrijving op de kraam is € 500 per maand
Bereken break-evenafzet
Slide 20 - Slide
Oliebollen
Erik heeft een oliebollenkraam.
Hij verkoopt ze voor € 2,42 inclusief 21 % btw
De inkoopprijs is € 0,40. De overige variabele bedrijfskosten zijn € 0,80
De huur van grond bedraagt € 1.000 per maand. De afschrijving op de kraam is € 500 per maand
Bereken break-evenafzet
Prijs ex btw = € 2,42/ 121 X 100 = € 2
Dekkingsbijdrage = € 2,00 - € 0,40 - € 0,80 = € 0,80
Break-even afzet = € 1.500/ € 0,80 = 1.875 oliebollen
Slide 21 - Slide
Oliebollen
Erik heeft een oliebollenkraam.
Hij verkoopt ze voor € 2,42 inclusief 21 % btw
De inkoopprijs is € 0,40. De overige variabele bedrijfskosten zijn € 0,80
De huur van grond bedraagt € 1.000 per maand. De afschrijving op de kraam is € 500 per maand
Bereken hoeveel oliebollen als hij € 20.000 winst wil maken
Slide 22 - Slide
Oliebollen
Erik heeft een oliebollenkraam.
Hij verkoopt ze voor € 2,42 inclusief 21 % btw
De inkoopprijs is € 0,40. De overige variabele bedrijfskosten zijn € 0,80
De huur van grond bedraagt € 1.000 per maand. De afschrijving op de kraam is € 500 per maand
Bereken hoeveel oliebollen als hij € 20.000 winst wil maken
(€ 1.500 + € 20.000)/ € 0,80 = 26.875 oliebollen
Slide 23 - Slide
Maken
Opgave
Dekkingsbijdrage
