5.3 Versneld / eenparig / vertraagd

5.3 Versneld – eenparig – vertraagd
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.3 Versneld – eenparig – vertraagd

Slide 1 - Slide

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Herhalen vorige keer.
Versnelde beweging.
Eenparige beweging.
Vertraagde beweging. 
Zelfstandig werken.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij eenparige, versnelde en vertraagde beweging.
  • Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.
  • Je kunt het afstand-tijddiagram van een eenparige, versnelde en vertraagde beweging herkennen en aflezen.

Slide 3 - Slide

Henk Angenent won de Elfstedentocht van 1997. Hij schaatste gemiddeld 29,5 km/h voor 6,75 uur lang.
Wat is de afstand van de Elfstedentocht van 1997?

Slide 4 - Open question

Natuurkundigen verdelen bewegingen in verschillende soorten. Daarbij kijken ze vooral naar de snelheid: 
wordt de snelheid steeds groter, 
blijft ze de hele tijd gelijk of 
neemt ze steeds verder af?

Slide 5 - Slide

De versnelde beweging
De versnelde beweging is een beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt. 
Voorbeeld: een auto die begint met rijden nadat deze stilstond bij een stoplicht

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

De eenparige beweging
De eenparige beweging is een beweging waarbij de snelheid steeds gelijk blijft.
Voorbeeld: een auto die op de snelweg constant 100 km/h rijdt (op cruise control)

De eenparige beweging wordt ook wel de constante beweging genoemd

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De vertraagde beweging
De vertraagde beweging is een beweging waarbij de snelheid steeds omlaag gaat.
Voorbeeld: een auto die remt voor een stoplicht dat op rood staat

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Wat?  5.3, opdr 1 t/m 12, BLZ 28 t/m 36
Hoe?  Je mag na 5 minuten zachtjes overleggen in je groep
Hulp? Kijk in je boek, vraag binnen je groep, steek dan je vinger op. 
Tijd? 15 minuten. 
Uitkomst?
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij eenparige, versnelde en vertraagde beweging.
  • Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.
  • Je kunt het afstand-tijddiagram van een eenparige, versnelde en vertraagde beweging herkennen en aflezen.
Klaar?  Nakijken. 
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 17 - Quiz

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 18 - Quiz

Een marathonloper rent met een constante snelheid.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 19 - Quiz

Bij welke beweging hoort deze grafiek?

A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 20 - Quiz

Bij welke beweging hoort deze grafiek?

A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 21 - Quiz

Bij welke beweging hoort deze grafiek?

A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 22 - Quiz

HUISWERK
Paragraaf 5.3, opdracht 1 t/m 12, blz 27 t/m 34


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video