Fair play

1 / 22
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Fair play

Slide 2 - Mind map

Wat weten jullie van dit onderwerp? 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Sport externe waarden gaat het om de normen en waarden die spelen in de samenleving. Deze neem je mee in de sport. Dit is in de positieve en in de negatieve zin. Denk aan discriminatie, geweld, vandalisme etc. 
Is het kenmerk 'sportinterne waarden' een voorbeeld van fair play in 'enge zin' of in 'brede zin'.
A
Enge zin
B
Brede zin

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

Wat is formeel en informeel? 
Noem een voorbeeld van fair play in de beroepspraktijk (bijv. stage) en leg uit waarom dit een voorbeeld is van fair play

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Zwempakken moeten van 'gewoon' textiel zijn. Dit is een voorbeeld van een....
A
formele regel
B
informele regel

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Aan het einde van de wedstrijd geef je de tegenstander een hand.
Dit is een voorbeeld van een .....
A
formele regel
B
informele regel

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Wat vinden jullie? Is dit unfair spel of niet? Leg uit!

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

De sport heeft te steeds meer te maken met zaken als geweld op en om het veld, beledigingen en geweld tegen scheidsrechters etc.

Wat vind je hiervan?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wie past niet bij de individuele dimensie van Fair Play
A
Ouder
B
Scheidsrechter
C
Organisatie
D
Toeschouwer

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Is onderstaande stelling juist of onjuist?

Regels voor ouders langs de lijn is een voorbeeld van fair play op organisatie niveau
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Doping

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Deelnemers die betrapt worden op het gebruik van doping worden gediskwalificeerd.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Waarom is doping bij wet verboden?
A
Omdat het in strijd is met gelijke start- en winstkansen
B
Omdat het gezondheidsrisico's met zich meebrengt
C
Omdat het crimineel gedrag uitlokt in de vorm van verboden handel
D
Omdat het een slecht voorbeeld is voor kinderen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is NIET waar over doping?
A
Doping is prestatiebevorderend
B
Doping is schadelijk voor de gezondheid
C
Van doping kan men impotent worden
D
Doping is legaal verkrijgbaar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions