het schoolkind

Methodiek: het schoolkind




storingen hebben voorrang
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Methodiek: het schoolkind




storingen hebben voorrang

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je welke ontwikkeling het schoolkind doormaakt op de volgende gebieden:

- cognitief
- sociaal
- emotioneel
- lichamelijk 
-seksueel 


Slide 2 - Slide

schoolkind
  • kinderen tussen de 6 en 12 jaar
  • groep 3 t/m 8

schoolrijpheid 
Het kind is voldoende ontwikkeld op cognitief gebied. Denk aan kennis van taal en begrippen. Kinderen herkennen enkele letters, kennen begrippen als grootste en kleinste en kunnen synchroon tellen tot 10 , 
Zijn in staat om een schooldag fysiek vol te houden.
Kunnen zich voldoende concentreren. -> Taakgericht werken
Zijn emotioneel rijp voor het functioneren in de klas.


Slide 3 - Slide

Cognitieve ontwikkeling
3 manieren van denken:

Logisch denken -> Ik hoef een kleurpotlood niet alleen te gebruiken om mee te kleuren

Realistisch denken -> Kabouters of Sinterklaas bestaat niet. 
Kinderen zien de wereld zoals die echt is. Honger, scheidingen, natuurrampen.
Kan zorgen voor angst.

Abstract denken -> 3x4 =12  

Slide 4 - Slide

Cognitieve ontwikkeling
Kinderen leren erg veel. Ze zijn prestatiegericht. Kinderen willen dingen goed kunnen. -> intrinsieke motivatie

Kinderen leren ook buiten school veel. 
Van personen: ouders, broers en zussen, vrienden, familie, sportvereniging.
Van tv, , boeken, social media en games

Voor sommige kinderen is lastig onderscheid te maken
 tussen echte wereld en fictie. 

Slide 5 - Slide

Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
Ouder kind richt zich steeds meer op leeftijdsgenoten en minder op het gezin. 

conformisme ->Belangrijk voor het kind om bij een groep te horen en hij past zich aan. Niet willen opvallen -> pesten

pesten-> met opzet lichamelijk en geestelijk kwetsen van een ander.
vb: slaan, schoppen, schelden, bijnamen, nare berichten sturen, spullen afpakken, negeren, dwingen dingen af te geven (geld of snoep)
Pesten is een  groepsprobleem met pesters, meelopers en zwijgers

Pesten laat blijvende littekens achter en leidt soms tot zelfdoding



Slide 6 - Slide

Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
Piekeren bij nare gebeurtenissen -> Houd een kind niet weg van nare gebeurtenissen!
Wat een kind niet weet gaat hij zelf bedenken -> angst en onveiligheid
Geef informatie dat past bij de leeftijd van het kind.
Pas op met termen als: flink zijn en niet huilen.



Verandering in omgang met een volwassene. 
Vanaf 10 jaar luistert een kind pas naar een volwassene als 
die zich eerst persoonlijk heeft bewezen. 
Gezag is niet meer vanzelfsprekend.

Slide 7 - Slide

Weet je het nog?
Welk compliment is het best?
A
Wat knap van jou!
B
Je bent mooi.
C
Wat heb je netjes binnen de lijntjes gekleurd.
D
Wat ben je lief

Slide 8 - Quiz

Een te positief zelfbeeld kan leiden tot:

Slide 9 - Open question

Lichamelijke ontwikkeling
Een schoolkind groeit zo'n 6 cm per jaar.
Tot 10 jaar zijn jongens vaak net iets groter, daarna groeien meisjes flink.

Steeds betere lichaamsbeheersing Nauwkeurig, sterk, behendig en lenig. Veel oefenen. Denk aan sporten, fietsen, trampoline springen, instrument bespelen.

Slide 10 - Slide

Wat heb jij vroeger aan sport gedaan of veel geoefend?

Slide 11 - Open question

Seksuele ontwikkeling
Tot ongeveer 9 jaar maken kinderen weinig onderscheid in speelmaatjes. Vanaf 10 jaar verandert dit.

Vanaf 11 jaar spelen ze weer samen met een licht seksuele ondertoon. Denk aan spelletjes op het plein als: 1,2,3,4,5,6,7 wie mag ik een kusje geven of jongens pakken de meisjes.

Identificatiefiguren voor schoolkinderen kunnen zijn:
leerkracht, begeleider, helden uit boeken, films, games of series
Tussen de 6-8 jaar is dit vaak de ouder van het andere geslacht. -> oedipale fase

Slide 12 - Slide

Maak de opdrachten van onderdeel 2 het schoolkind. Zie planning

Slide 13 - Slide