NT2 28 oktober 2025 Werkwoordspelling VT (zwakke werkwoorden)

WELKOM  bij de NT2 les

1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpellingMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

WELKOM  bij de NT2 les

Slide 1 - Slide

DOEL


WE WETEN HOE WE DE VERLEDEN TIJD VAN EEN ZWAK WERKWOORD JUIST MOETEN SPELLEN

Slide 2 - Slide

Is het werkwoord sterk of zwak?
sterk
zwak
werken
stoppen
zingen
geven
helpen
beantwoorden
spelen
zwemmen

Slide 3 - Drag question

PV-VT zwak
Een zwak werkwoord verandert niet van klank 

Dit woord eindigt in de verleden tijd op 
- te(n)
-de(n)

Slide 4 - Slide

PV-VT zwak
Hoe weet je of je iets met -te(n) of -de(n) geschreven moet worden?

Hiervoor gebruik je 'T eXKoFSCHiP.

Gebruik hiervoor de volgende drie stappen -->

Slide 5 - Slide

PV-VT zwak
1. Je haalt van het hele werkwoord -en

2. Kijk naar de laatste letter. 
Zit die laatste letter in 'T eXKoFSCHiP?

3. JA = te(n)
NEE = de(n)          let hier op enkelvoud of meervoud
Tip!
Schrijf dit even op.

Slide 6 - Slide

EEN VOORBEELD
(douchen) Hij ..... elke ochtend wel 20 minuten lang. 

1. douchen -en = douch
2. h             zit WEL in 'T eXKoFSCHip, dus een t
3 Hij = enkelvoud         + te

douchte

Slide 7 - Slide

EEN VOORBEELD
(douchen) De  buren .....  altijd in de avond. 

1. douchen -en = douch
2. h             zit WEL in 'T eXKoFSCHip, dus een t
3 de buren = meervoud         + ten

douchten

Slide 8 - Slide

EEN VOORBEELD
(reizen) Wij ..... vorig jaar de hele wereld over

1. reizen -en = reiz
2. z             zit NIET in 'T eXKoFSCHip, dus een d
3 Wij = meervoud         + den

reisden

Slide 9 - Slide

EEN VOORBEELD
(testen) Marieke ..... de nieuwe snoepje van Haribo.

1. testen -en = test
2. t             zit WEL in 'T eXKoFSCHip, dus een t
3 Marieke = enkelvoud         + te        (let op er staat al een t, dus komt er een t bij)
testte

Slide 10 - Slide

EEN VOORBEELD
(verhuizen ) Ik ..... naar het noorden van het land. 

1.  verhuizen -en =  verhuiz
2. z             zit NIET  in 'T eXKoFSCHip, dus een d
3 ik = enkelvoud         + de       
verhuisde

Slide 11 - Slide

EEN VOORBEELD
(blaffen) De honden .....  steeds naar elkaar.  

1.  blaffen -en =  blaff 
2. f zit WEL  in 'T eXKoFSCHip, dus een t
3 de honden = meervoud         + ten       
blaften

Slide 12 - Slide

(beantwoorden) De klas ...... alle vragen.

Slide 13 - Open question

(verhuizen) Ik ...... naar een andere straat.

Slide 14 - Open question

(beven) De kinderen ..... van angst toen de bliksem begon.
A
beevden
B
beefden
C
beevten
D
beeften

Slide 15 - Quiz

(lachen) Waarom ... jij gisteren zo hard?
A
lachde
B
lachden
C
lachte
D
lachten

Slide 16 - Quiz

(verstoppen) Waar ..... de juf zich vorige week?
A
verstopte
B
verstopde
C
verstopten
D
verstopden

Slide 17 - Quiz

(hoeven) Vorige week ..... wij niet vroeg op te staan.

Slide 18 - Open question

(omhelzen) Henk ..... zijn vriend toen die een prijs had gewonnen.

Slide 19 - Open question

(schaatsen) Vorig jaar .... ik samen met mijn vrienden op het ijs.

Slide 20 - Open question

Tot de volgende keer!

Slide 21 - Slide