This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Taal en woordenschat
Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
- Leeskwartier
- Uitleg over vaste voorzetsels, werkwoordelijke uitdrukkingen en voorzetseluitdrukkingen.
- Quiz tussendoor.
Leerdoel: aan het einde van de les weet ik wat vaste voorzetsels zijn en kan ik de combinaties aanvullen.
Slide 2 - Slide
Vaste voorzetsels
Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel:
- Vertrouwen op - Beschikken over - Zich schamen voor - Houden van
Slide 3 - Slide
Vul aan met een vast voorzetsel: Rekenen .......
Slide 4 - Open question
Vul aan met een vast voorzetsel: Verlangen ......
Slide 5 - Open question
Vast voorzetsel
De betekenis van het werkwoord verandert soms als er zo'n vast voorzetsel bij staat, of als je het voorzetsel verandert.
Bijvoorbeeld: Houden / houden van
Lachen naar Betekent iets heel anders dan:
Lachen om
Slide 6 - Slide
Werkwoordelijke uitdrukkingen
Een combinatie van een werkwoord, een ander woord (meestal zn) en een vast voorzetsel.
Ten behoeve van Als gevolg van Verstand hebben van Aanmerkingen hebben op
Slide 7 - Slide
Vul aan: Een hekel hebben ......
Slide 8 - Open question
Vul aan met een vast voorzetsel: Aanleiding geven .....
Slide 9 - Open question
Voorzetseluitdrukkingen
Dit zijn woordcombinaties met een voorzetsel, een zelfstandig naamwoord en weer een voorzetsel. Zo'n uitdrukking kun je soms vervangen door één voorzetsel:
- Ten tijde van - Met betrekking tot
- Ten behoeve van = voor - Als gevolg van = door
Slide 10 - Slide
Vul aan met een vast voorzetsel: door middel ......
Slide 11 - Open question
Vul aan met de vaste voorzetsels: ..... de hand .....
Slide 12 - Open question
Sandra besteedt al haar zakgeld ... nieuwe kleren en make-up
A
voor
B
op
C
in
D
aan
Slide 13 - Quiz
We zijn ons niet bewust ... de impact van reclame op ons koopgedrag.
A
over
B
van
C
met
D
voor
Slide 14 - Quiz
In de kantine wordt ... ingang ... het nieuwe schooljaar verse jus verkocht.
A
met in
B
door van
C
met van
D
van in
Slide 15 - Quiz
Er zijn grote verschillen in de manier waarop mensen ... geld omgaan.
A
met
B
aan
C
over
D
op
Slide 16 - Quiz
De Tweede Kamer had veel kritiek .... de bezuinigingen van de regering.
A
in
B
met
C
over
D
op
Slide 17 - Quiz
... antwoord ... uw mail deel ik u het volgende mee.