§2.2 Zuivere stoffen en mengsels

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

§2.2 Zuivere stoffen en mengsels

Lesplanning

1. Uitleg 
2. Opgaven §2.2 maken
3. Proef 3 oplossingen en suspensies
4. SO bespreken
5. Uitleg volume
6. Afsluiting

Lesdoelen

Aan het einde van de les kan je...

• het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels;
• oplossingen en suspensies onderscheiden;
• beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extraheren of filtreren.

Zuivere stof 

en 

mengsel

Ingrediënten

Voorbeelden laten noemen van zuivere stoffen.

Oplossing

• oplosmiddel
• opgeloste stof
• Oplossing = helder, maar hoeft niet kleurloos te zijn! 

Oplossing

Suspensie

• Vaste stof in een vloeistof
• Troebel
• Vaste stof zakt (na een tijdje) naar de bodem.

Welk soort mengsel is dit?

1. oplossing
2. suspensie
3. emulsie

Suspensie VS oplossing

Zuiver mineraalwater is geen zuivere stof

Mengsels scheiden
extraheren

• Oplosmiddel toevoegen.
• De oplosbare stoffen lossen op (kleur, geur en smaakstoffen).
• Op deze manier kan je vaste oplosbare en niet oplosbare vaste stoffen van elkaar scheiden. 

Mengsels scheiden
filtreren

• Een filter met gaatjes laat de ene stof wel door en de andere stof niet.
•  Werkt niet bij oplossingen. 

Tijdens het koffie zetten is :
 

Het water 

De koffie

De koffieprut

Het koffiefilter

filtraat

residu

oplosmiddel

filter

Aan de slag

§2.2 opgave 1 t/m 8 

maken en nakijken

Proef 3

Oplossingen en suspensies onderscheiden

Als je klaar bent ga je verder met het huiswerk:
§2.2 opgave 1 t/m 8 maken en nakijken

Filter vouwen

Het volume

Een eenheid van volume is Liter.

Het volume

• Volume van een rechthoek:
    volume = l * b * h
• L = dm³

1 L = ... mL

1. 0,001
2. 0,01
3. 100
4. 1000

150 mL = ... L

1. 0,015
2. 0,150
3. 1500
4. 15000

Het volume

• L = dm³
  
• mL = cm³ 

1,5 dm³ = ... cm³ = ... mL

1. 0,015
2. 0,15
3. 150
4. 1500

Rangschikken