16 april: Spelling meervoud zelfstandig naamwoord

Vak: Nederlands
Spelling
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Spelling
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

Welkom!
Telefoon in de bak.
Neem plaats volgens plattegrond.
Jas uit.
Op tafel: Werkboek Nederlands of laptop en schrift dicht 
Tas op de grond.
Niet eten of drinken in de klas.
Presentie!
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze les kan je:
  • meervoud van een zelfstandig naamwoord correct opschrijven 

Slide 3 - Slide

Woensdag 16 april 2025
Wat: Par. 4.8 Meervoud van een zelfstandig naamwoord
Wanneer: 10:30-11:20
Hoe: Gezamelijk/ zelfstandig werken
Klaar: Par. 4.8 alle opdrachten maken
HW: Par. 4.8 alle opdrachten maken
Lesdoel: Zie vorige slide!
Taaldoel: 

Slide 4 - Slide

Zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Mind map

Filmpje bekijken
Let op: Na het filmpje komt er een vraag!
Basis

Slide 6 - Slide

Lestaak:Basis
Par. 4.8
Opdrachten 8 + 9
Klaar: Alle opdrachten par. 4.8

Slide 7 - Slide

Zeeen
Olien
bacterien
therapieen
calorieen
ideeen
Meervoud
zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Mind map

Het belang van de trema
Waar komt de trema?
Wanneer schrijf je het meervoud van een zelfstandig naamwoord met iën, -ieën en -eën?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ee

Deze woorden krijgen in het meervoud -ën: 
zee – zeeën; 
idee – ideeën.

Slide 11 - Slide

Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -ie
• Als de klemtoon op de laatste lettergreep met -ie ligt, schrijf je -ën achter het enkelvoud:
melodie – melodieën; 
knie - knieën.

• Als de klemtoon NIET op de lettergreep met -ie ligt, schrijf je - ̈n achter het enkelvoud:
olie– oliën; 
bacterie – bacteriën.

Slide 12 - Slide

epidemie  

Slide 13 - Slide

frisbee

Slide 14 - Slide

ceremonie 

Slide 15 - Slide


melodie

Slide 16 - Slide

kolonie

Slide 17 - Slide

slee 

Slide 18 - Slide

Lestaak
Par. 4.8
Opdrachten 
Klaar: Alle opdrachten par. 4.8

Slide 19 - Slide