This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Benodigdheden
rekenmachine
kladblad
Slide 1 - Slide
WAT ZIJN RUIMTEFIGUREN?
A
Voorwerpen die een plaats innemen in de ruimte
B
Voorwerpen die geen plaats innemen in de ruimte
Slide 2 - Quiz
WELKE RUIMTEFIGUREN KEN JE?
Slide 3 - Mind map
Welke kubussen en balken vind je terug in de klas? Jullie krijgen 2 minuten om minstens 1 balk of een kubus te zoeken en jullie antwoord hier in te vullen. Start!
Slide 4 - Open question
GRONDVLAK
BOVENVLAK
ZIJVLAK
RIBBE
Slide 5 - Drag question
Wat is de juiste maateenheid voor oppervlakte?
A
meter (m)
B
vierkante meter (m²)
C
kubieke meter (m³)
D
liter (l)
Slide 6 - Quiz
Hoe bereken je de oppervlakte van een rechthoek?
Slide 7 - Open question
Formule: oppervlakte balk
Oppervlakte 1: (b x h) x 2
Oppervlakte 2: (b x h) x 2
Oppervlakte 3: (b x h) x 2
Totale oppervlakte: Oppervlakte 1 + 2 + 3
Slide 8 - Slide
De oppervlakte van een balk bereken je door de oppervlakten van de 6 zijvlakken vlakken bij elkaar op te tellen.
Slide 9 - Slide
Hoe bereken je de oppervlakte van een vierkant?
Slide 10 - Open question
Formule: oppervlakte kubus
Oppervlakte van één vierkantje: b x h of z x z
Totale oppervlakte: 6 x oppervlakte van één vierkantje
Slide 11 - Slide
De oppervlakte van een kubus bereken je door de oppervlakte van één van de zes vierkante zijvlakken te berekenen (zijde × zijde) en dit resultaat met 6 te vermenigvuldigen, omdat een kubus 6 gelijke zijvlakken heeft.