5.2 De energie in je voedsel

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is ATP?
A
Een enzym dat betrokken is bij de aerobe dissimilatie
B
Een receptor die de cel aanzet tot de verbranding van meer glucose
C
Een chemische energiedrager voor de meeste processen in de cel

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Waar of niet waar?

ATP ► ADP + P + energie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Verschil tussen aerobe en anaerobe dissimilatie.
Welke bewering is juist?
A
Aeroob is met zuurstof Anaeroob is zonder zuurstof
B
Aeroob is zonder zuurstof Anaeroob is met zuurstof
C

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

De eerste energie die een spier bij activiteit gaat gebruiken komt uit de fosfaataccu. Dit is
A
ADP en DNA
B
ATP en CP
C
ADP en CP
D
CP en DNA

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Waar in de cel vindt de anaerobe dissimilatie plaats?
A
Mitochondrien
B
Celkern
C
Ribosomen
D
Grondplasma

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

In welk organel wordt glucose met behulp van zuurstof verbrand?
In het......

Slide 18 - Open question

Wat levert het meeste energie op wanneer 1 glucose-molecuul wordt verbrand?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Als een spier gaat werken heeft hij energie nodig. De volgorde van de bronnen van energie zijn gedurende de eerste 80 seconden:
1
2
3
4
aerobe dissimilatie
anaerobe dissimilatie
aanwezige ATP
CP

Slide 21 - Drag question

timer
15:00

Slide 22 - Slide

Hoeveel ATP levert de anaerobe dissimilatie op?
A
1
B
2
C
38
D
40

Slide 23 - Quiz

Hoeveel ATP levert de gehele aerobe dissimilatie op?
A
1
B
2
C
38
D
40

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Ureum en overtollig water raakt je lichaam kwijt via:
A
De longen
B
Uitademen
C
Zweten
D
De nieren

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Een overschot aan glucose wordt in de lever- en spiercellen opgeslagen als:

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide