PDO Les 6 Leeftijdsindeling & lichamelijk ontwikkeling

• Onderwijsassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Pedagogiek, Didactiek en Ontwikkeling (PDO)

Nodig bij de deze les:

* Leer- en werkboek: Basisboek Opvoeding en Ontwikkeling.

* Eventueel pen en papier voor aantekeningen.

Wat gaan we vandaag behandelen?

- Terugblik op de vorige les.

- Doelen van de les.

- Paragraaf 2.2 & 2.3.

- Huiswerk voor de volgende les.

Terugblik op hoofdstuk 1

Wat weet je nog?

Wat houdt het begrip 'ontwikkeling' in?

1. Een duurzame verandering
2. Een snelle verandering
3. Rijping
4. Groeien

Wat is ontwikkelingspsychologie?

1. De wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert.
2. De wetenschap die het gedrag bestudeert van de mens in de verschillende fasen van zijn ontwikkeling.
3. De wetenschap die het gedrag van mens en dier bestudeert.

Er zijn verschillende vlakken waar een mens zich in ontwikkelt.

Wij noemen dit 'ontwikkelingsgebieden'

1. Waar
2. Niet waar

Wat valt onder cognitieve ontwikkeling?

1. kennis, denken, intelligentie, creativiteit
2. groeien, motoriek, senso-motoriek
3. cultuur, imitatie, gevoelens

We weten wat een gemiddeld kind doet (gedrag) en hoe hij groeit (fysiek) per leeftijdsfase.

Bv: koppigheidsfase rond 2 jaar, groeisprongen bij meisjes rond groep 8 en groeisprongen bij jongens rond de eerste klas.

In elke fase is een ontwikkeling te zien die specifiek is voor die leeftijd.

Lichamelijke ontwikkeling

• Groeien > lengte, enz.

• Motorische ontwikkeling: je lichaam onder controle hebben
   * grove motoriek
  *  fijne motoriek

Welk groepje bedenkt de meest voorbeelden bij de ontwikkeling
van de fijne motoriek?

Sla je boek open op bladzijde 35 en lees paragraaf 2.3.

Schrijf op: 

- Welke zintuigen zijn er?
- Wat houdt sensomotoriek in? (vorige paragraaf ook al geleerd)
- Welk zintuig wordt niet in deze paragraaf beschreven?

        Leerstrategie
   Jezelf organiseren

Opdracht:
Hete en koude systeem

Doel: Bewustwording van impulsen en de manieren om ermee om te gaan
Inzet: klassikaal, groepjes of individueel.

In de hersenen zitten twee systemen:
• Een ‘heet’ systeem dat je ertoe aanzet om leuke dingen te doen en vervelende te negeren. Dit systeem werkt heel snel, op basis van gevoelens en impulsen.
• Een ‘koud’ systeem dat je ertoe aanzet om eerst de dingen te doen die moeten gebeuren (leuk of niet) en pas dan de leuke dingen. Dit systeem werkt wat langzamer, op basis van je verstand en regels.

Mensen hebben beide systemen nodig om te kunnen leven.

-Wat heb je op school nodig: het koude en/of het hete systeem en waarom?
-Wat gebeurt er als mensen alleen maar het hete of koude systeem zouden gebruiken?
-Wat gebeurt er als jij alleen maar het hete systeem zou gebruiken?  

-Wat gebeurt er als jij alleen maar het koude systeem zou gebruiken? 

                Passende verwerkingsopdracht

Tijd over? 

-Goed doorlezen blz. 34 t/m 38 in het leerboek Opvoeding en ontwikkeling.

-Globaal doorlezen de leerstof van § 2.4 en 2.5.

- Theorievragen van paragraaf 2.2 en 2.3  werkboek 'Opvoeding en Ontwikkeling'.

Huiswerk:_______________________________________________________________________
-Bovenstaande nog niet aan toegekomen? Dan wordt dat huiswerk voor de
komende les.