4.3 serie & parallel

Hoofdstuk 4
  1. Een stroomkring maken
  2. Spanningsbronnen
  3. Schakelingen
  4. Vermogen en energie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4
  1. Een stroomkring maken
  2. Spanningsbronnen
  3. Schakelingen
  4. Vermogen en energie

Slide 1 - Slide

4.3 serie en parallel
Goedemorgen! Pak je aantekeningenschrift, geodriehoek, potlood en een pen erbij.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
4.3.1 Je kunt de symbolen benoemen die je gebruikt om een schakelschema te maken.
4.3.2 Je kunt het verschil uitleggen tussen een serie- en parallelschakeling.
4.3.3 Je kunt het schakelschema tekenen van eenvoudige serie- en parallelschakelingen.
4.3.4 Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.
4.3.5 Je kunt de grootte van de stroomsterkte beredeneren in een schakeling.
4.3.6 Je kunt uitleggen hoe een wisselschakeling werkt. (EXTRA)

Slide 3 - Slide

Schakelschema

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Serieschakeling
  • Alles staat met elkaar verbonden. 
  • Gaat de batterij uit, dan gaan alle lampjes uit
  • Stroomsterkte is overal gelijk!
  • Spanning verdeeld zich over twee lampjes!

Slide 6 - Slide

Je ziet; stroomsterkte is overal gelijk
Spanning verdeeld zich gelijk over de lampjes

Slide 7 - Slide

Parallelschakeling
  • Er zijn vertakkingen
  • Elke lamp/apparaat kan je apart aan en uitzetten
  • Stroomsterkte verdeeld zich over de lampjes
  • De spanning is overal gelijk

Slide 8 - Slide

Parallelschakeling
Er komt 12V uit de batterij en die komt bij elke lamp aan = spanning is gelijk!
De stroomsterkte verdeeld zich!

Slide 9 - Slide

Hoe zijn de stopcontacten geschakeld?

Slide 10 - Slide

Aantekening:
Serieschakeling
Parallelschakeling
Stroomsterkte (I)
Overal gelijk.



Itotaal= I1=I2=I3...
Verdeeld zicht over iedere vertakking van de stroomkring.

Itotaal=I1+I2+I3...
Spanning (U)
Verdeeld zich over elk apparaat.

Utotaal=U1+U2+U3...
Overal gelijk.


Utotaal=U1=U2=U3...

Slide 11 - Slide

Batterijen serie geschakeld 
De totale spanning is de spanning van elke batterij bij elkaar opgeteld.

Dus Utotaal = U1 + U2 + U3....
Utotaal =1,5+1,5 +1,5 = 4,5 V

Slide 12 - Slide

Batterijen parallel geschakeld
De totale spanning is gelijk aan de spanning van één batterij.

Dus Utotaal = U1=U2=U3....

Utotaal = 1,5 V

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Serie of Parallel

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

 Aan de slag


Mk en lr hoofdstuk 4
§ 4.1 tm § 4.3 

Slide 17 - Slide