Fictie + spelling les 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Fictie + Spelling

Deze les

- Wie heeft het huiswerk niet af?

- Uitleg fictie

- Maken opdrachten

- Uitleg Spelling

- Maken opdrachten

Wie heeft het huiswerk niet af?

Maken opdracht 1 t/m 6 van 4.1 Fictie

Maken opdracht 7 t/m 15 van 3.8 Spelling

Bespreken opdracht huiswerk

Opdracht 13 + 14 van Spelling hoofdstuk 3

Maken opdrachten

Maken opdracht 7 t/m 13 van 4.1 Fictie

Spelling

Trema

puntjes op een letter: ë ä ï ü ö

Je gebruikt hem:

- in het meervoud van zn eindigend op -ee en -ie:

ideeën - bacteriën

Trema

puntjes op een letter: ë ä ï ü ö

Je gebruikt hem:

- in het meervoud van zn eindigend op -ee en -ie:

ideeën - bacteriën

- Als je in één woord twee klinkers niet als 1 klank mag lezen:

ruïne - vacuüm - beïnvloeden - havoër

Apostrof

niet op een letter, maar ertussen

Je gebruikt hem:

- Achter woorden die op een lange klinker eindigen:

Emma's rugzak; Gaby's agenda

MAAR: Annes rugzak - Malous agenda

Apostrof

Je gebruikt hem:

- meervoud van zn dat op een lange klinker eindigt:

auto's - foto's - ski's

- Na cijfers, afkortingen

auto's - A4'tje (maar: etappes)

- Als je letters weglaat

Ik hoop niet dat 't hard regent vandaag.

Accent

Kan op drie manieren

Accent

Kan op drie manieren

é
è
ê

Accent

Kan op drie manieren

é	Accent aigu	café / cliché
è
ê

Accent

Kan op drie manieren

é	Accent aigu	café / cliché
è	Accent Grave	barrière, crème
ê

Accent

Kan op drie manieren

é	Accent aigu	café / cliché
è	Accent Grave	barrière, crème
ê	Accent Circonflex	crêpe

Maken opdrachten

Huiswerk voor dinsdag:

Maken opdracht 7 t/m 13 van 4.1 Fictie

Maken opdracht 1 t/m 5 van 4.8 Spelling