Havo 5 herhaling redox en zuur/base

  • DEZE LES





HAVO 5 - H10
REDOXREACTIES herhaling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

  • DEZE LES





HAVO 5 - H10
REDOXREACTIES herhaling

Slide 1 - Slide

Zijn dit wel of geen redoxreacties, sleep naar het juiste blok.
Redoxreactie
GEEN Redoxreactie
2 Al + Br2 --> 2 AlBr3
HCN + OH- --> CN- + H2O
BaCl2 --> Ba2+ + 2 Cl-
2 H+ + Mg --> H2 + Mg2+
H+ + OH- --> H2O
Fe + 3 Ag+ --> Fe3+ + 3 Ag

Slide 2 - Drag question

Is het een oxidator, reductor of beide, sleep naar het juiste blok.
Oxidator
Oxidator & Reductor
Reductor
Ba
Al3+
Se
S2-
H+
Fe2+
Cu+
Zn

Slide 3 - Drag question

Waar staan de reductoren in Binas Tabel 48 en hoe verandert de sterkte?
A
de reductoren staan links, de sterkste bovenaan
B
de reductoren staan rechts, de sterkste bovenaan
C
de reductoren staan links, de sterkste onderaan
D
de reductoren staan rechts, de sterkste onderaan

Slide 4 - Quiz

Maak de volgende onvolledige halfreacties af: maak ze kloppend en plaats de elektronen aan de juiste kant
  1. ... N2 + .... H+ → .... NH3 

  2. ... NH4+   + ... H2O → ... NO2-  + ...H+ 

Slide 5 - Slide

halfreactie kloppend maken
1.              N2 + ... H+ --> 2 NH3
                 N2 + 6 H+ --> 2 NH3  
                 N2 + 6 H++ 6 e--> 2 NH3 
2.             NH4+ + 2 H2O →  NO2- + 8 H+ + 6 e-

Slide 6 - Slide

Edele metalen
Onedele metalen
Zeer onedele metalen
goud
zilver
zeer zwakke reductor
zink
aluminium
ijzer
redelijk sterke reductor
natrium
calcium
kalium
zeer sterke reductor

Slide 7 - Drag question

Wat is corrosie?

Slide 8 - Open question

Welk materiaal zal het minst worden aangetast bij blootstelling aan de buitenlucht?
A
Gouden ring
B
Koperen pijp
C
IJzeren spijker
D
Aluminium speelgoedauto

Slide 9 - Quiz

een zuur is een deeltje dat ...
A
H+ opneemt
B
H3O+ wordt
C
H+ afstaat
D
OH- opneemt

Slide 10 - Quiz

een base reageert met een zuur door...
A
OH- te worden
B
OH- op te nemen
C
H2O te worden
D
H+ op te nemen

Slide 11 - Quiz

de pH...
A
is hoog in een zure oplossing
B
is hoog in een basische oplossing
C
is <7 in een zure oplossing
D
is >7 bij een zure oplossing

Slide 12 - Quiz

de pH geeft op een wiskundige manier aan...
A
wat de concentratie zuur is in mol/L
B
wat de concentratie base is in mol/L
C
wat de concentratie OH- is in mol/L
D
wat de concentratie H3O+ is in mol/L

Slide 13 - Quiz

Je hebt een oplossing met een pH van 4,4. Je verdunt de oplossing 10 keer. De pH wordt hierdoor...
A
lager
B
hoger
C
zuurder
D
zwakker

Slide 14 - Quiz

verdunnen van een zure oplossing
Als je een zure oplossing verdunt, 
wordt de oplossing MINDER zuur. 
De pH zal hierdoor neutraler worden, dus meer richting de 7. 
De pH wordt dus hoger.

Slide 15 - Slide

een oplossing met een [H+] van
0,024 M heeft een pH van...
A
1,62
B
-1,62
C
1,6
D
-1,6

Slide 16 - Quiz

een oplossing met een pH van 4,56 heeft een [H3O+] concentratie van ...
hint
weet je de pH? Dan kun je met "H3O+ = 10^-pH" de H3O+ concentratie in mol/L uitrekenen.
A
2.75104
B
3,63104
C
2,75105
D
3,63103

Slide 17 - Quiz

de pOH van een oplossing is 9,2. Deze oplossing is zuur, omdat...
A
fout, hij is basisch!
B
de pH = 14-9,2 = 4,8 en dat is zuur
C
de pH = 14/9,2 = 1,5 en dat is zuur
D
De pOH zegt niets over de pH

Slide 18 - Quiz