mixed Tenses

Mixed Tenses
summary of the tenses
 ( samenvatting werkwoorden)
TB blz 85
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Mixed Tenses
summary of the tenses
 ( samenvatting werkwoorden)
TB blz 85

Slide 1 - Slide

present simple VS present continuous
wanneer gebruik je de present simple en de present continuous 
hoe maak je deze tijd

Slide 2 - Slide

Feiten
gewoontes
regelmatig gebeurt
wanneer iets nu gebeurt
she/he/it ww +s
am/is/are + ww + ing
at the moment
now
right now

Slide 3 - Drag question

past simple vs past continuous
wanneer gebruik je de past simple vs past continuous
hoe maak je deze tijd

Slide 4 - Slide

iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen
iets in het verleden een tijdje aan de gang was
was/were+werkwoord+ing
-yesterday-last year-a week ago
ww + ed OF bij onr.ww tweede
vorm 

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

present perfect vs past perfect 

Slide 7 - Slide

Hoe maak je de present perfect?
A
am/is /are+ ww+ ing
B
had+ volt. deelwoord
C
have/has + volt. deelwoord
D
will + helewerkwoord

Slide 8 - Quiz

Hoe maak je de Past perfect?
A
was/were + ww + ing
B
am/is/are+ going to+ hele werkwoord
C
have/has + volt.deelwoord
D
had + volt.deelwoord

Slide 9 - Quiz

Er zijn 4 beweringen over de present perfect welke is niet waar?
A
Je gebruik de pr. perfect om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.
B
Je gebruik je present perfect om te praten over ervaringen (in iemands leven) tot nu toe.
C
Je gebruik je present perfect om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en dat je daar nu het resultaat van merkt.
D
Je gebruik je present perfect om te zeggen dat iets in het verleden is gebeurd en nu is afgelopen.

Slide 10 - Quiz

Er zijn 4 beweringen over de past perfect, welke is niet waar?
A
Je gebruik de past perfect om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.
B
De past perfect staat vaak samen met de simple past en het geeft dan aan wat het langst geleden is.
C
de past perfect bij indirecte red geeft aan wat iemand anders eerder al heeft gezegd.
D
Je gebruikt de past perfect om aan te geven dat iets eerder is gebeurd dan iets anders.

Slide 11 - Quiz

Er zijn 4 beweringen over de past perfect, welke is niet waar?
A
Je gebruik de past perfect om te zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nu nog aan de gang is.
B
De past perfect staat vaak samen met de simple past en het geeft dan aan wat het langst geleden is.
C
de past perfect bij indirecte red geeft aan wat iemand anders eerder al heeft gezegd.
D
Je gebruikt de past perfect om aan te geven dat iets eerder is gebeurd dan iets anders.

Slide 12 - Quiz