cours 04 10: ma famille et moi

BONJOUR 1 A
Je vous souhaite la bienvenue
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

BONJOUR 1 A
Je vous souhaite la bienvenue

Slide 1 - Slide

Interro (pour s'entraîner)

Slide 2 - Slide

Bonne chance!
  • Tafels uit elkaar.
  • Stil totdat de laatste persoon klaar is.
  • We nemen eerst samen de opdrachten door. Dan kun je vragen stellen. 
  • Klaar? SO op de hoek van je tafel 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bloc H: la grammaire
* Ex. 30ab (p. 48)
_____________________________________________
Titel: het persoonlijk voornaamwoord

Gaat over de personen: ik, jij, hij, zij, men, wij, jullie, u en zij (meervoud)

Slide 5 - Slide

Bron H (p.48)
Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles

Slide 6 - Slide

Bron H (p.48)
Je
ik
Tu
jij
Il
hij
Elle
zij (ev)
On
wij /men
Nous
wij
Vous
jullie, u
Ils
zij (m mv)
Elles
zij (v mv)
Een naam kun je vervangen door il /elle

Slide 7 - Slide

Bron H p. 49
Het werkwoord AVOIR = hebben

Net als in het Nederlands moet je een 
werkwoord vervoegen.

Je zegt niet:

Ik hebben , maar ik heb

Wat valt je op?
J' ai
ik heb
Tu as
jij hebt
Il a
hij heeft
Elle a
zij (ev) heeft
On a
wij hebben /men heeft
Nous avons
wij hebben
Vous  avez
jullie hebben, u heeft
Ils ont
zij (m mv) hebben
Elles ont
zij (v mv) hebben

Slide 8 - Slide

Toevoeging
Een naam kun je vervangen door il / elle
Mark habite à Paris --> Il habite a Paris

Meer namen vervang je door ils/ elles.
Lisa et Joyce ont une tente --> Elles ont une tente

Slide 9 - Slide

Tip:
Hoe kan je namen vervangen?

Loes ... (heeft) un chat. Loes kan je vervangen door elle, dus er komt a te staan.

Hugo et Céline ... un chien. Hugo et Céline kan je vervangen door ils, dus er komt ont te staan. 

Slide 10 - Slide

ik 
jij
hij  / zij / men
wij
jullie / u
zij
zij 
vous
je
nous
ils
il / elle / on
tu
elles

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Video

Présentez-vous!!

Slide 13 - Slide

Le top des activités
  • Maak  een (reclame) brochure/affiche over een streek of stad(A 4)
  • Overtuig waarom deze streek of stad bezocht moet worden
  • Geef aan  5x W's
  • Waar, wat, waarom,wanneer, met wie

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide