De pluktuin H 5,6,7,8.

Hygiene en veiligheidsvoorschriften
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GroenMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hygiene en veiligheidsvoorschriften

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Onderstaande begrippen kunnen verduidelijken:
Persoonlijke hygiene
Wat is kruisbesmetting
Micro organismen 
Reinigen en desinfecteren

Slide 2 - Slide

Wat is de bedoeling
Doorloop deze lessonup. Het gaat over de lesstof uit H 5,6,7,8. Lees de lesstof nog even goed door en controleer jezelf mbv deze vragen.
Succes!

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Wat is het verschil tussen hygiënevoorschriften en veiligheidsvoorschriften?

Slide 5 - Open question

Kruisbesmetting
  • Bij kruisbesmetting komen er ziekmakende bacterien van het ene product op het andere.
  • Op rauw voedsel, vooral vlees, vis of kip en in hun dripvocht  kunnen ziekmakende bacterien zitten.
  • Kruisbesmetting voorkomen: Rauw en bereid voedsel van elkaar gescheiden houden, schone materiaal gebruiken en je handen goed te wassen.


Slide 6 - Slide

Veiligheidsvoorschriften
  1. Gezond verstand voorop. Neem maatregelen om de veiligheid voor uzelf en anderen te waarborgen.
  2. Alle werknemers moeten veilig werken en de regels kennen die gelden op de werkplek.
  3. Maak gebruik van op de werkplek voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen.
  4. Meld onveilige werkmethoden en werksituaties, die niet onmiddelijk verbeterd kunnen worden bij de leidinggevende.
  5. Het is veiliger om niet alleen te werken bij werkzaamheden met verhoogd risico.
  6. Zorg dat de onder uw verantwoordelijkheid staande apparatuur geen gevaar voor anderen kan opleveren.
  7. Zet elektrische apparatuur die niet gebruikt wordt UIT!!.

Slide 7 - Slide

Kruisbesmetting ontstaat als je:
A
De juiste snijplanken gebruikt.
B
De handen wast.
C
Groente snijdt op een plank waar rauwe kip op heeft gelegen.
D
Schone bedrijfskleding aan hebt.

Slide 8 - Quiz

Wat is een grondstof?
A
Een stof uit de bodem
B
Een product wat niet te koop is
C
Een stof die je nodig hebt om iets anders mee te maken
D
Een product wat je nog moet steriliseren.

Slide 9 - Quiz

Noem drie grondstoffen

Slide 10 - Open question

Kan een grondstof ook een product zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Wat is een half fabricaat? Noem ook een voorbeeld

Slide 12 - Open question

Een micro organisme is een?
A
Muis
B
Schimmel
C
Rat
D
Fruitvlieg

Slide 13 - Quiz

welk woord komt er op de stippeltjes te staan?
Gist +......= koolzuurgas+alcohol
A
melk
B
bacteriën
C
zuurstof
D
suiker

Slide 14 - Quiz

Zijn alle micro organismen schadelijk?
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Hoe voorkom je ziek worden door micro organismen?

Slide 16 - Open question

Wat is fermentatie?

Slide 17 - Open question

Noem drie producten die dmv fermentatie gemaakt worden.

Slide 18 - Open question

Waar staan de letters NVWA voor?

Slide 19 - Open question

Wat doet de NVWA?

Slide 20 - Open question

Op welke wijze kan je kruisbesmetting voorkomen?
A
Gekookt en bereid voedsel samen mengen.
B
Rauw en bereid voedsel gescheiden houden.
C
Handen niet wassen en desinfecteren.
D
Gereinigd materiaal gebruiken.

Slide 21 - Quiz

Wat doen we op school in lokaal 6 tijdens een les om zo hygiënisch mogelijk te werken? Noem er 5!

Slide 22 - Mind map

Wat is HACCP? Vertel in eigen woorden

Slide 23 - Open question

Dat was het! You made it! 

Slide 24 - Slide

Bij onveilige werkmethodes en situaties moet je onmiddellijk . .. ..
A
Melden bij je leidinggevende.
B
Melden bij de politie.
C
Stoppen met je werkzaamheden.
D
Naar huis gaan.

Slide 25 - Quiz

Wat is belangrijk bij voedselveiligheid?
A
Analyseren van productiegegevens bij gerechten.
B
Controleren of de leverancier zijn handen goed heeft gewassen.
C
Analyseren van momenten dat een gerecht besmet kan worden.
D
Dat je handen en materiaal niet gewassen en gedesinfecteerd worden.

Slide 26 - Quiz

Bij kruisbesmetting komen . . .. . .. .
A
Geen besmetting voor in het product.
B
Gezonde bacteriën van het ene product op het andere.
C
Ziekmakende bacteriën van het ene product op het andere.
D
Geen schadelijke bacteriën voor op het product.

Slide 27 - Quiz

Welke antwoord is fout bij het hanteren van veiligheidsregels?
A
Elektrische apparatuur die je niet gebruikt uitzetten.
B
Niet alleen werken bij werkzaamheden met een hoge risico.
C
Gebruik op de werkplek voorgeschreven beschermingsmiddelen.
D
Ongezonde verstand gebruiken tijdens het werken.

Slide 28 - Quiz

Wat hebben wij geleerd?

Slide 29 - Mind map

Huiswerkopdracht: Waarom is het belangrijk om voorraad goed op te slaan en bij te houden?

Slide 30 - Slide