• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

H8 Rekenen

H8 Rekenen 
1 / 53
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H8 Rekenen 

Slide 1 - Slide

breuken
we zien breuken het liefst als ze zo klein mogelijk zijn gemaakt. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vereenvoudig de volgende breuk:
11/55

Slide 4 - Open question

vereenvoudig de volgende breuk:
12/63

Slide 5 - Open question

Vereenvoudig de volgende breuk: 21/150

Slide 6 - Open question

Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






≠
≈

Slide 7 - Slide

Is de volgende bewering waar?
3/7 &gt; 1/2
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Is de volgende bewering waar?
5/15 = 12/30
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Is de volgende bewering waar?
11/25 &lt; 36/75
A
waar
B
Nietwaar

Slide 10 - Quiz

Van breuk naar decimaal getal

Slide 11 - Slide

schrijf de volgende breuk in kommagetal: 1/5

Slide 12 - Open question

schrijf de volgende breuk als kommagetal 2 3/4

Slide 13 - Open question

8.1 Rekenen met getallen
De som is de uitkomst van twee 
getallen die je bij elkaar optelt. 

Het verschil is de uitkomst van twee 
getallen die je van elkaar aftrekt. 

Het product is de uitkomst van twee 
getallen die je met elkaar vermenigvuldigt.

Het quotiënt is de uitkomst als je twee 
getallen door elkaar deelt.
10 + 12 = 22
19 - 7 = 12
3 x 5 = 15
20 : 4 = 5

Slide 14 - Slide

Wat is de som van het getal 14 en 2
A
16
B
28
C
12
D
7

Slide 15 - Quiz

Wat is het product van het getal 14 en 2
A
16
B
28
C
12
D
7

Slide 16 - Quiz

Wat is het verschil van het getal 14 en 2
A
16
B
28
C
12
D
7

Slide 17 - Quiz

Quotiënt is....
A
+
B
-
C
:
D
x

Slide 18 - Quiz

Bereken het verschil van 20 en 4
A
24
B
80
C
16
D
5

Slide 19 - Quiz

Bereken het product van 20 en 4
A
24
B
80
C
16
D
5

Slide 20 - Quiz

Bereken het quotiënt van 20 en 4
A
24
B
80
C
16
D
5

Slide 21 - Quiz

Uitkomsten van bewerkingen
Som       optelling, plus + 
Verschil   aftrekken, min -
Product   vermenigvuldiging x
Quotiënt  deling :



Slide 22 - Slide

Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. tussen de Haakjes 
  2. Machten (dus ook Kwadateren)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 23 - Slide

Bereken de volgende som:
12 + 6 x 2

Slide 24 - Open question

Bereken de volgende som:
(12 + 6) x 2

Slide 25 - Open question

Bereken de volgende som:
9 x (2 + 3)

Slide 26 - Open question

Bereken de volgende som:
9 x 2 + 3

Slide 27 - Open question

8.2 machten

Slide 28 - Slide

Kwadraat
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.
Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.



3​2​​=3⋅3=9
De kwadraten van de getallen 1 t/m 10, moet je uit 
je hoofd kennen! Noteer deze nu voor jezelf in je schrift!

Slide 29 - Slide

Bereken 11 kwadraat

Slide 30 - Open question

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Voorbeeld
                









2​4​​=2⋅2⋅2⋅2=16
Vermenigvuldigingspunt = 
⋅

Slide 31 - Slide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Voorbeeld
                is een vermenigvuldiging van vier gelijk factoren, 
je kunt het korter schrijven als:                       .









2⋅2⋅2⋅2=2​4​​
2⋅2⋅2⋅2
Vermenigvuldigingspunt = 
⋅

Slide 32 - Slide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Uitspraak 
"twee tot de vierde"  of  "twee tot de macht vier"








⋅

Slide 33 - Slide

Machten

Slide 34 - Slide

Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. tussen de Haakjes 
  2. Machten (dus ook Kwadateren)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 35 - Slide

Bereken de volgende som

Slide 36 - Open question

Bereken de volgende som

Slide 37 - Open question

8.3 Decimale getallen
Decimale getallen optellen
       0,3 + 0,6 = 0,9
       1,9 + 0,15 = 2,05

Decimale getallen aftrekken
      4,6 - 0,8 = 3,8
      2,48 - 1,53 = 0,95

Slide 38 - Slide

Bereken de volgende som:
2,48 - 0,13

Slide 39 - Open question

Bereken de volgende som:
1,9 + 1,8

Slide 40 - Open question

Vermenigvuldigen met een kommagetal

5 x 0,3 = 
5 x 3 = 15
5 x 0,3 = 10 keer zo klein dus 1,5

Slide 41 - Slide

nog een voorbeeld
0,8 x 3  =
8 x 3 = 24
0,8 x 3 =  is tien keer zo klein dus 2,4

Slide 42 - Slide

Bereken de volgende som:
6 x 0,7=

Slide 43 - Open question

Bereken de volgende som:
8 x 0,3 =

Slide 44 - Open question

Decimale getallen
Vermenigvuldigen met 1: de komma blijft op dezelfde plek (0 nullen). 
          5 x 1 = 5
vermenigvuldigen met 10: de komma gaat één naar rechts (1 nul).
          5 x 10 = 50
Vermenigvuligen met 100: de komma gaat twee naar rechts (2 nullen).
          5 x 100 = 500

Slide 45 - Slide

Decimale getallen
Vermenigvuldigen met 0,1: 
De komma gaat één naar links (1 getal achter de komma)
         0,1 x 5 = 0,5
Vermenigvuligen met 0,01: 
De komma gaat twee naar links (2 getallen achter de komma)
         0,01 x 5 = 0,05

Voorbeeld: 0,4 x 2. Dit betekent dat je twee keer de 0,4 hebt. 

Slide 46 - Slide

Bereken de volgende som:
0,01 x 8500 =

Slide 47 - Open question

Bereken de volgende som:
10 x 0,023

Slide 48 - Open question

Tabel gebruiken voor vermenigvuldigen

Slide 49 - Slide

Bereken de volgde sommen met behulp van een tabel in je schrift.
Als je hem af hebt maak je een foto en stuur je die via teams.
A) 3 x 17,2 =
B) 4 x 16,3 =
C) 6 x 12,1 =

Slide 50 - Slide

Terugblik breuken



Vereenvoudigen: 
Teller en noemer door het zelfde getal delen. 
Zo klein mogelijk maken.


breuk=​noemer​​teller​​

Slide 51 - Slide

8.4 Breuken optellen of aftrekken
Stappenplan
Stap 1   Maak de breuken gelijknamig (dezelfde noemer).
Stap 1   Zet helen in de breuk (bij aftrekken kan dit handig zijn).
Stap 3  Tel de tellers op. De noemer blijft hetzelfde.
Stap 4  Haal de helen uit de breuk.
Stap 5  Vereenvoudig de breuk zoveel mogelijk.

Bekijk de voorbeelden op pagina 22,23 en 24 van je theorieboek.

Slide 52 - Slide

8.5 Breuken vermenigvuldigen
Stappenplan
Stap 1  Zet de helen in de breuk.
Stap 2 Bereken


Stap 3 Haal de helen uit de breuk.
Stap 4 Vereenvoudig de breuk zoveel mogelijk.
​noemer⋅noemer​​teller⋅teller​​

Slide 53 - Slide

More lessons like this

H8 Rekenen Paragraaf 1 en 2

February 2022 - Lesson with 37 slides
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Vragenles H8

February 2022 - Lesson with 30 slides
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

8.2 Machten en 8.3 Decimale getallen

February 2023 - Lesson with 38 slides
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

8.3 & 8.4

March 2022 - Lesson with 35 slides
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Herhalingsles H8 Rekenen

December 2022 - Lesson with 33 slides
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Samenvatting H8 Rekenen

January 2019 - Lesson with 31 slides
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

8.2 Machten

February 2022 - Lesson with 32 slides
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Herhaling H8 1HV

October 2019 - Lesson with 13 slides
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings